H12 •Underneath the moon•

552 27 2
                                    

MASON
Ik ruik haar geur op kilometers afstand en zonder veel moeite klauter ik van onder Neo.

Ik ren zo snel als ik kan op haar af. Wat deed ze hier! Was ze helemaal gek? Als 1 van de andere haar rook was ze er aan.

Ik versnel mijn pas nogmaals. Ik hoopte dat ze me niet volgden.

En dan plots zag ik haar verloren in het donkere bos. Haar breekbare lichaam was nog een beetje bedekt door de kapotgescheurd kleren. Ze bibberde van de kou. Tranen stroomden uit haar rode ogen.

"Abby?"riep ik naar haar. Haar hoofd draaide meteen naar mij toe en stormde op mij af. Haar armen vlogen rond mijn nek, haar tranen dropen in mijn trui.

"Je hebt het ijs kou."merk ik op wanneer haar koude lichaam me aanraakt. Meteen trek ik mijn trui uit en geef hem aan haar. Dankbaar trekt ze hem aan.

"Wat is er met jou gebeurt."vraagt ze geschrokken terwijl ze met haar vingers naar
de bloedende wondes gaat.

"Het maakt niet uit wat er met mij is. Wat doe jij hier? Wat is er gebeurt?"vraag ik bezorgt.
Haar betraande ogen kijken me aan. "Mijn vader..."zegt ze stil.

"Als hij ook maar 1 vinger naar je heeft uitgestoken he da-..."grom ik kwaad terwijl ik mijn vuisten bal. "Nee het is goed."kalmeert ze me.

Ze is eindelijk gestopt met wenen. Haar zachte hand wrijft over mijn hand. "Mine"grom ik zachtjes terwijl ik mijn controle verlies. Ik zie hoe mijn blauwe ogen reflecteren in die van haar.

Meteen sluit ik mijn ogen. Blauwe ogen beteken dat je iemand onschuldig vermoord hebt. Ze zou mij nu waarschijnlijk nooit meer willen zien.

"Open ze."vraagt ze zacht. Ik kijk weer op en open mijn ogen. Een brok zit vast in mijn keel. Haar ogen kijken diep in demijne, ze onderzoekt ze.

En dan volgt een reactie die ik nooit had verwacht. Voorzichtig komt ze dichter en haar zachte lippen raken demijne. Ik sluit mijn ogen weer en ik kus haar terug.

Mijn wolf wordt helemaal wild. Mijn handen breng ik voorzichtig naar haar zij en ik trekt haar wat dichter naar me toe.

"Mason!"hoor ik plots iemand roepen. Meteen laat ik haar los en draai me geschrokken om. Bailey staat enkele meters verder tegen een boom geleund.

"What the hell ben je aan het doen!" zegt ze zacht terwijl ze dichter naar ons komt. Voor ik kan antwoorden spreekt ze al weer: "Neo kan hier binnen de minuut zijn. Als hij jullie ziet ben je er geweest."

Ik draai me terug naar Abby, met pijn in mijn ogen. "Je moet gaan. Ik kom deze avond naar je oké wacht aan je balkon."Zei ik zachtjes. Ze knikte begrijpend en kust me nogmaals op mijn lippen. Waarna ze verdween in het hoge struikgewas.

"Mason! Mason!"klinkt Neo zijn stem kwaad tussen de bomen door. Ik kijk met een bange blik naar Bailey. Ze kijkt terug en graait terwijl naar iets in haar zak.

Geïnteresseerd en hoopvol kijk ik toe. Het is een dolk. Voor ik kom reageren plante ze het scherpe blad al in haar arm.

Net op tijd want enkele seconden later staat Neo al voor mij. Zijn kwade hemels blauwe ogen doorboren demijne. Een brok blijft vastzitten in mijn keel.

"Wat is je probleem! Dacht je nu serieus dat je me kon ontlopen."schreeuwt hij. Ik slik in de hoop de brok weg te krijgen.

Ik zie aan zijn reactie hoe de geur van bloed zijn neusgaten vult zijn hoofd draait opzei naar Bailey.

"Wat is er met jou gebeurt."vraagt hij bezorgt terwijl zijn ogen haar scannen.

Bailey was op de grond tegen een boom gaan zitten. Ze had haar arm op haar knieën gelegd en hielt hem vast met haar andere. De bloed druppels drupte massaal op grond terwijl ze een gepijnigd gezicht trekt.

"Ik was kruiden aan het verzamelen wanneer ik mezelf snee. Mason rook het bloed."brengt ze in stukken uit.

Neo loopt naar haar toe en helpt haar overeind. "Je moet naar het ziekenhuis."beveelt hij terwijl hij de wonde nogmaals bekijkt.

Bailey knikt. "Jij komt mee."bromt hij naar me waarna hij de weg naar het dorp vervolgt.

Eenmaal terug op de trainingsgronden vind ik mijn vader terug. Hij staat met wat van zijn mannen bij de groep jongens. Tibo word vastgehouden door twee van hen. Het bloed verhindert zijn zicht maar toch is hij in staat mij te zien.

"Jij! Wacht maar! Ik maak je af!"roept hij kwaad terwijl hij aan de wachters begint te trekken. Meteen haalt een andere een spuitje uit zijn zak. De vloeibare stof word in zijn nek gespoten en meteen valt hij slap ik hun armen.

Mijn vader die tot nu toe nog met zijn rug naar me toe stond draait hem om. Ik buig mijn hoofd.

Neo vervolgt zijn route terwijl ik naar vader stap. Eenmaal dicht genoeg slaat hij me hard tegen de grond.

Even is alles zwart. Sterretjes fonkelen voor mijn ogen.

Ik word stevig vastgenomen aan mijn beide armen en omhoog getrokken. Mijn zicht komt al wat terug en ik kijk recht in vader zijn ogen. "Als je je morgen weer kunt gedragen kan je mee doen aan de inval anders blijf je nog maar even kalmeren in je cel."beveelt hij waarna hij zich woedend omdraait en weg stap.

De laatste woorden die hij zei blijven weergalmen in mijn hoofd. Een cel. Dan kon ik niet naar Abby.

Hard word ik vooruit geduwd. De mannen komen in beweging. We gaan richting de cellen.

AVI
"Abby! Abby!"weerklonk mijn stem door het woud. Ik had gezien hoe ze het huis was uit gevlucht.

Ik riep nogmaals haar naam. Maar weer geen antwoord. Hopeloos draaide ik mij terug in de richting van het dorp.

"Avi?!"hoor ik dan plots. Meteen draai ik me terug om en daar is ze dan vermoeid zigzagt ze tussen de bomen.

Het lijkt wel alsof ze gaat vallen wat ze ook bijna deed maar ik vang haar gelukkig op.

Ik druk haar zacht tegen mij aan en help haar overeind. "Gaat het?"vraag ik bezorgt. Ze knikt. Maar haar door het wenen rode ogen verraden haar.

—————————————-
Thnx voor het lezen!

Ily all 💋

Like? Comment? Follow?

MoonchildWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu