‘White lips, pale face
Breathing in snowflakes
Burnt lungs, sour taste
Light's gone, day's end
Struggling to pay rent
Long nights, strange men
And they say
She's in the Class A Team
Stuck in her daydream
Been this way since eighteen
But lately her face seems
Slowly sinking, wasting
Crumbling like pastries’
Vanaf dat ik jong was, hield ik al van dit lied. Ik weet niet waarom, maar het deed altijd iets met me. Altijd als ik dit lied hoor, krijg ik tranen in mijn ogen. Maar dit is nou niet echt het perfecte moment om te gaan zitten janken, aangezien ik in een politieauto zit, met naast mij David. Vroeger wenste ik altijd dat ik kon vliegen, dat ik voor één keer groter was dan iedereen, en kon vliegen naar waar ik maar wilde. Of als ik het even zat was, met alles en iedereen, dat ik dan gewoon weg kon vliegen, naar een ander land, of naar een andere stad. Gewoon even weg zijn van iedereen, ik weet dat mensen het goed bedoelen, maar soms dan wil ik gewoon even alleen zijn en luisteren naar het geluid van vogels en genieten van de buitenlucht. Ik vraag me nu wel sterk af waarom ik hierover nadenk, terwijl ik zo naar het politiebureau moet. Ik heb dat soort gebouwen altijd al gehaat, ze zijn zo stil en de sfeer die daar hangt is ook niet al te best, het maakt me verdrietig. Ik schrik op uit mijn gedachten als ik een luide stem hoor roepen “kom jongens, opstaan en uitstappen”. Ik kan maar beter doen wat hij zegt, voordat ik straks gedonder krijg van een of andere politieman. Ik stap de auto uit en geniet even van het buiten zijn, het is alweer even geleden dat ik er ook daadwerkelijk van kon genieten. Maar mijn genot is alweer snel voorbij, als de politieman zegt dat we mee moeten komen. We lopen naar het gebouw toe, en een angstig gevoel bekruipt me, wat nu?
Eenmaal in het gebouw aangekomen begeleidt de man ons naar een kamer, het is niet echt een versierde kamer, gewoon met witte muren, geen schilderij of plant te bekennen. “Goed, laten we bij het begin beginnen” zegt de man deftig. “Kunnen jullie me precies vertellen wat jullie aan het doen waren?” Ik kijk David met een bange blik aan, ik kan toch moeilijk zeggen wat we een bank aan het beroven waren? “Jullie hoeven er niet omheen te praten, ik weet dat jullie een bank aan het beroven waren, maar ik vraag me af, waarom jij, Daisy, ook mee deed met het beroven, ik bedoel , je ziet er niet echt uit als een bankrover?” zegt de man terwijl hij mij aankijkt. Voordat ik iets kan zeggen begint David al met praten: “hoezo vraagt u dat? Net alsof mensen met een bepaald uiterlijk bankrovers zijn?” zegt David nogal geïrriteerd. “Dat zeg ik niet jongeman, ik vind alleen dat zo’n meisje als zij er niet schuldig uit ziet, maar jij daarentegen…” Dat had hij niet moeten zeggen… “ZEG MENEER, DIT IS ECHT ONACCEPTABEL, NET ALSOF IK ERUIT ZIE ALS EEN BANKROVER!” schreeuwt David tegen de politieman. Wonder boven wonder blijft de man rustig, ik zou inmiddels al geflipt zijn. “Rustig meneer, ga even zitten en dan praten we rustig verder” probeert de man David te kalmeren. Nog een wonder in de wereld, David luistert naar de man. “Goed, omdat ik al het een en ander weet over wat er nou precies is gebeurd, zal ik nu toch jullie ouders moeten bellen” zegt de man met een te serieuze blik. “Sorry meneer, maar mijn ouders zijn overleden, en ik heb zeg maar Daisy geadopteerd” zegt David alsof het de normaalste zaak van de wereld is. IK BEDOEL HALLO, GEADOPTEERD?! Moet ik er nu wat van zeggen of wat? Ik kijk David aan en trek mijn wenkbrauw op. Hij kijkt terug met een dreigende blik, ik weet wat hij bedoelt. Ik weet het maar al te goed, vroeger deed hij dat ook altijd, die blik trekken. Als ik het dan ergens niet mee eens was, dan keek hij me met die blik aan. Ooit werd ik zo boos, dat ik vroeg wat hij dan zou doen. En toen zei hij: “je wilt toch zeker niet dat je familie wat overkomt?” ook die grijns die hij toen had, oeh, ik kon hem wel van zijn bek afslaan. Ik had toen geen flauw idee wat ik moest doen, maar ik keek hem wel met open mond aan. Ik dacht eerst dat hij een grapje maken, maar later bedacht ik me dat hij serieus was. Hij kan erger zijn dan je denkt. In de loop van de tijd begon ik het normaal te vinden, dat hij dreigde mijn familie iets aan te doen, hij zei het zo vaak dat het bijna normaal begon te klinken. Maar goed, weer terug naar nu, zoals je waarschijnlijk al denkt, ik kan nu niks doen. Ik bedoel, ik kan wel zeggen “meneer, hij liegt, ik ben niet geadopteerd door hem, hij heeft me ontvoerd” maar dan 1, kijkt die man me aan alsof ik in het gekkenhuis thuishoor, en 2, is mijn familie dan niet veilig. Dus ik kan maar beter stil zijn en knikken, net alsof hij gelijk heeft. “Nou goed, dan laat ik het voor nu maar zo. Omdat jullie minderjarig zijn, en omdat jij haar hebt geadopteerd en je geen ouders meer hebt, laat ik jullie gaan” (Dalila, als je dit leest: LAAT HET LOS, LAAT HET GAAAAAN) WAT IS DIT VOOR SLECHTE AGENT MAN, ZIET HIJ NIET IN DAT DAVID LIEGT EN DAT IK, EEN ONSCHULDIG MEISJE VAN 15, BEN ONTVOERD DOOR DE JONGEN DIE HIER NAAST ME ZIT? Waarom zijn de mensen van tegenwoordig zo dom?
--------------------------------------------------
Hoofdstuk 17 alweer, wat gaat het toch snel. Sorry voor het late updaten, maar ik heb het echt druk, gelukkig komt er een lang weekend aan, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag vrij!
xo,
me.
JE LEEST
You had me, again { B-Brave fanfiction }
Teen FictionHet verhaal begint allemaal bij Daisy, een meisje van 15. Ze woont in een mooi huis, ze heeft rijke ouders, ze is populair, maar wat ze mist is iemand die om haar geeft, die het laat merken, die haar op haar verjaardag opzoekt, kortom iemand die er...