Bellamy POV.
Octavia is naast me in slaap gevallen in de stoel. Ik kijk met een glimlach naar haar en ga voorzichtig een beetje rechtop zitten. Ineens hoor ik wat geluid van Bea afkomen. "Hallo?" Hoor ik haar verward zeggen. "Goeiemorgen" zeg ik en zodra ze dat hoord draait ze haar hoofd richting mij. "Wat doe ik hier?" Vraagt ze met fronzende wenkbrauwen. "Je bent aan het herstellen Bea, daarom lig je in een ziekenhuis bed" zeg ik haar met een glimlach. "Ik ben Bellamy, leuk je te ontmoeten" stel ik me voor. "Bea, en van hetzelfde" zegt ze waarna ik haar voor het eerst zie glimlachen. Ze gaat rechtop zitten en zwaait haar benen die beiden van teen tot heup zijn ingepakt met gips naar de zijkant van haar bed, met haar rug naar mij toe. "Bea wat doe je?" Vraag ik verward. Ze schuift wat naar voren. "Waar lijkt het op? Ik ga weg hier" zegt Bea, waarna ze stevig de reling van de muur vasthoud. "Bea, je hebt allebei je benen gebroken, dat weet je toch?!" Vraag ik haar geschrokken. Ze knikt, waarna ze op haar benen gaat staan. Als ze nog geen 5 seconde staat valt ze op de grond. Ik schud Octavia wakker. Zodra Octavia ziet dat bea op de grond ligt rent ze naar haar toe. "Ben je gek geworden ofzo?! Dadelijk breken ze weer!" Zegt octavia geschrokken waarna ze Bea vastpakt. Bea trekt zich los van haar greep en probeert zelf overeind te komen. Als het na een tijdje niet lukt gaat ze koppig tegen de zijkant van haar bed aanzitten. Ik grinnik. "Is het grappig Bellamy?" Hoor ik haar geïrriteerd zeggen. "Je bent gewoon nogal koppig, dat is alles" vertel ik haar waarna ik weer gewoon plat ga liggen. Octavia zucht. "Ik ben Octavia, zusje van die eikel daar" zegt Octavia met een glimlach tegen Bea. Ik hoor Bea grinniken. "Bea, en hij is indd een eikel" zegt Bea terwijl ze me grijnzend aankijkt.
Bea POV.
"Mag ik je nu dan helpen?" Vraagt Octavia, waarna ze haar hand naar me uitsteekt. Ik zucht, maar neem toch haar hand aan. Ze tilt me voorzichtig op en zet me neer op bed. "Ik voel me zo nutteloos nu eah" zeg ik met een grote zucht. "Je bent niet nutteloos, je bent gwn tijdelijk even uitgeschakelt" vertelt Octavia me, waarna ze op de rand van haar bed gaat zitten. Ineens gaat de deur open. Ik ga recht op zitten en maak me klaar om te vechten. "Chillll, het zijn Raven en Clarke maar" zegt Octavia zodra ze me aankijkt. Ik ontspan me weer een beetje. Er komen 2 meiden de kamer binnengelopen. Ze gaan beide voor mijn bed staan en kijken me glimlachend aan. "Ik ben Clarke, en dit is Raven" zegt degene met blond haar met een glimlach. Degene naast haar, Raven dus, zwaait ongemakkelijk naar me. "Abby vertelde me hoe verschrikkelijk je het vind om jezelf niet te kunnen verplaatsen nu" zegt Raven tegen me. Ze loopt richting de gang, ze loopt een beetje appart en heeft een of ander ding om haar been heen. Ze komt teruggelopen met een soort stoel op wielen. "Tadaaa" zeggen Clarke en Raven tegelijk. "Dus voor haar verzinnen jullie iets, en ik moet maar gewoon blijven liggen?" Zegt Bellamy ineens lachend. "Juwp" zeggen Clarke, Raven en Octavia tegelijk waarna ze beginnen te lachen. "Wil je het proberen? Dan kan ik je ons kamp laten zien" zegt Octavia met een glimlach. Ze zijn allemaal aardig, maar je weet maar nooit wanneer dat veranderd. Maar met deze oplossing kom ik tenminste uit mijn bed. "Is goed" zeg ik dan maar. Raven krijgt een brede glimlach en rijd de stoel naar de zeikant van mijn bed. Clarke en Octavia helpen me met derin te gaan zitten. Zodra ik eenmaal zit kijk ik Bellamy aan. "See ya laterr!" Roep ik naar hem. Waarna ik met mijn handen aan de wielen begin te draaien, waardoor ik vooruit ga. De meiden lopen lachend achter me aan. "Hier, ik duw je wel" zegt Clarke, waarna ze de achterkant van mijn stoel vastpakt. "Je haar is echt cool, wat heb je ermee gedaan?" Vraagt Raven ineens. "Uhm, geen flauw idee, dit heb ik al sinds ik geboren ben" vertel ik haar en pak de zilvere pluk haar vast. We lopen door allerlei gangen die eruit zien alsof ze in een ruimteschip zitten. Octavia ziet mijn frons en begint het me uit te leggen. "Dit is The Ark, het ruimteschip waarin we hebben overleefd in de ruimte en waarmee we naar de aarde zijn gekomen" Vertelt Octavia trots. Na een tijdje zijn we buiten het schip, en kijken allemaal mensen me aan. "Ik wil weg, breng me terug..." Zeg ik met grote ogen. "IK WIL WEG" Zeg ik in paniek. Ik draai zelf mijn rolstoel om en begin als een gek terug naar mijn kamer te rijden....