Chapter 3

92 6 1
                                    

Chapter 3

Ik volg Louis en Harry naar een grote zwarte Jaguar. De auto heeft zwart getinte glazen die er nogal dik uitzien. 'Is dit jullie auto?' Mompel ik verbaasd. 'Zij is nu ook van jou en ja, het is een van onze auto's.' Harry houdt de achterdeur voor mij open en helpt mij in de auto. Het feit dat Harry zegt dat het één van de auto's is, laat mijn mond openvallen. Ik wil eerlijk gezegd ook niet weten hoeveel auto's er dan nog over zijn...

Als we vijf minuten later wegrijden van het weeshuis, laat ik mij gemakkelijk achterover zakken. Ik ben weg uit het weeshuis, ik hoef er niet meer heen. Ik ben af van Lauren en haar puppy's. Ik ben er gewoon weg.

'Is het leuk?' Verbaasd kijk op, Harry kijkt me grijnzend aan vanuit de achteruitkijkspiegel, 'je glimlach is zo groot dat hij bijna gezicht afvalt.' Ik haal mijn schouders op, 'ik ben weg uit het weeshuis en ik heb zo'n gevoel dat het dit keer voorgoed is.' Harry begint nu ook te glimlachen en gaat akkoord met mijn woorden door zijn blik weer op de weg te richten.

Als we de snelweg opdraaien kijk verbaasd op. 'Wonen we niet in London?' De twee jongens voorin kijken elkaar kort aan, dan geeft Louis antwoord, 'jawel, maar we wonen net buiten het centrum, dus dit is de snelste weg.' Ik knik en kijk weer naar buiten. Als mij iets te binnen schiet, richt ik mij weer op de twee jongens voorin.

'Met hoeveel andere jongens woonde wij ook alweer?' Weer kijken Harry en Louis elkaar aan voordat ik antwoord krijg.

'Drie, drie andere jongens.' Antwoord Louis vervolgens.

'En hoe heten ze?' Nu begint Louis te grijnzen.

'Nahh, geen zin om je dat te vertellen.' Verontwaardigd kijk ik hem aan. 'Hoezo niet?'

Hij begint te lachen, 'omdat het leuker is als je het nog niet weet.'

'Dan hebben jullie wel een heel raar gevoel voor humor...' We rijden een straat in met grote huizen met hoge hekken eromheen. Mijn mond valt open en ik staar naar buiten.

'Als we elke dag door deze straat moeten rijden, word ik gek.' Mompel ik zacht. Dat is het moment dat de auto indraait en voor een grote poort blijft staan. Ik zie hoe Harry het raam opendraait en zijn hand naar iets uitsteekt. Het volgende moment gaat de poort open.

Fuck.

Woon ik hier?

Hoe kunnen die jongens dit betalen?

'Love, je vangt vliegen...' glazig kijk op. Louis staat naast mij en houdt het portier open. 'Wonen we hier? Hoe kunnen jullie dat betalen? Heb jullie een bank beroofd?'

Ik val even stil terwijl ik mijn gordel los maak, maar dan mompel, 'wat als ze een bank hebben beroofd hebben? Dan ben ik medeplichtig. Ik ben zeventien..'

'Love,' zegt Louis, 'we hebben geen bank beroofd. No worries.' Ik kijk schaapachtig op en Louis grinnikt. Dan pakt hij mijn hand en helpt me de auto uit. Mijn ribben bonken en zodra mijn voeten de grond raken, zak ik door mijn knieën.

'Ho!' Louis grijpt me snel vast en zet mij op beide voeten. 'Gaat het?' Ik knik, maar grijp zijn arm extra stevig beet zodat ik niet weer onderuit ga. 'Ja, het gaat wel.'

Voorzichtig lopen we naar de voordeur, daar staat Harry bezorgd te wachten. 'Gaat het?' Weer knik ik. Iets zekerder nu. 'Voordat we naar binnen gaan, schrik niet. De jongens zijn nogal druk.'

Weer knik ik.

Damn, wat knik ik veel vandaag. Moet ik echt is mee stoppen.

Met hulp van Louis loop ik naar binnen. Daar zak ik weer bijna in, maar dit keer van verbazing.

Changes // Louis TomlinsonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu