Epiloog

839 83 39
                                    

Epiloog

De sneeuw dwarrelt neer op de begraafplaats. Het is koud, maar ik merk het niet eens. Het is druk op de begrafenis. Veel bekende gezichten in de massa rondom mij. Noëlle heeft mijn hand vast. Haar haar hangt los over mijn schouders, net zoals het mijne. Allebei zijn we in het zwart. Senne staat achter haar. De plek achter mij is leeg. Ezra staat naast me en heeft mijn andere hand vast. Aan de andere kant van hem Caro. Aan de overkant herken ik de gezichten van Dex, Lexie, Tygo en Nova. Sylvan en Mila naast Senne en Noëlle.

De pastoor begint zijn preek: ‘Het doet mij goed om te zien dat jullie met zovelen zijn gekomen vandaag.’ Hij kijkt de massa rond die zich heeft verzameld rond het graf. ‘Vandaag zijn wij samen gekomen om het lichaam…’ De rest hoor ik niet meer. Mijn gedachten zijn weg, ver weg. Ik staar voor me uit.  Kan me niet concentreren op wat de pastoor zegt en het interesseert me ook niet zoveel. Ik wil gewoon naar huis. Tranen wellen op in mijn ogen. Het valt hier toch niemand op als ik huil omdat ik weg wil. Toch slik ik ze weg.

Ik ben blij als de dienst is afgelopen. Ik blijf nog even staan als ze de kist in de grond laten zakken. Dan begin ik naar de uitgang van het hek te lopen. Senne en Noëlle lopen naast me. Iedereen is stil. Buiten het hek staat mijn vader te wachten. Noëlle omhelst me. ‘Ik bel je vanavond, oké?’ Ik knik voordat ik achter in de auto stap. ‘Hey meisje.’ Pap zijn stem klinkt vertrouwt. ‘Hoi, gaan we?’ Mijn vader knikt en de auto begint te rijden. Terug naar huis. 

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu