Hoofdstuk 3: Rowan: Gevoelens

1.6K 127 5
                                    

 

Rowan: Gevoelens

Ik glip de deur achter hem uit. Tristan, de vreemdeling heet Tristan. In zijn buurt voel ik me vreemd. Aan de ene kant word ik heel nerveus, maar aan de andere kant brengt het rust en weet ik dat ik veilig ben. Het verwart me compleet, zeker omdat ik nooit rustig ben. Het is ongewoon. Caro komt stilletjes naast me lopen, ik schrik ervan.
‘Waar kom jij vandaan?’ zeg ik tegen haar.
‘Ik was in de bibliotheek.’ Haar stemmetje zacht en ik kijk haar aan.
‘Heb je eigenlijk een leuke vakantie gehad?’ Ik heb haar sinds dat we hier zijn, nog maar weinig gesproken. Ze knikt langzaam.
‘Jawel, ik ben met mijn familie naar Zweden geweest. Het was heel mooi.’ Haar hele gezicht licht op als ze eraan denkt.
‘Weet je waar Ezra is?’ Haar wangen worden rood, ik grinnik tegen haar.
‘Heb je nu nog niet tegen hem gezegd dat je hem leuk vindt?’ Ze wordt nog roder en schudt haar hoofd. Haar vingers vlecht ze in elkaar en ze kijkt onderuit.
‘Ik denk niet dat het een goed idee is.’ Ze fluistert het bijna. Ik schiet in de lach.
‘Hij zit vlak voor je neus, slimmerik.’ Caro’s hoofd vliegt geschrokken omhoog. Ezra zit op een bankje een boek te lezen, zijn krullen zitten in de war.
‘Hey Ez!’ Caro wordt rood als ik roep. Ezra kijkt naar ons op, vanaf zijn boek.
‘Hallo Ro. Hey Caro.’ Zijn stem schor, snel schraapt hij zijn keel. Caro glimlacht voorzichtig als hij haar groet.
‘Wat ben je aan het doen?’ Ik blijf voor hem stilstaan en houd Caro tegen, die door probeert te lopen. Ezra haalt zijn schouders op en richt zijn ogen op het boek.
‘Gewoon wat lezen. Gedachten ergens anders op.’ Ik knik voor me uit, begrijp helemaal wat hij bedoeld. Dat heb ik ook nodig, denk ik bij mezelf. Ik focus me weer op mijn doel.
‘Ik wilde eigenlijk wat vragen, kan dat?’ Ezra knikt naar me terwijl hij zijn blik weer op ons richt. Caro’s ogen worden groot, maar ik negeer haar.
‘Jij bent toch goed in wiskunde?’ Weer knikt hij. Wat een sloom gesprek, normaal is hij wat spraakzamer.
‘Caro vroeg of ik haar bijles wilde geven, maar zo goed ben ik ook weer niet. Ik dacht misschien kun jij - ?’ Ik leun op mijn andere heup en wijs met mijn duim van hem naar Caro om mijn doel duidelijk te maken. Ezra schenkt een enorme glimlach aan Caro.
‘Tuurlijk wil ik dat doen!’ Wat een enthousiasme ineens. Verbaasd kijk ik hem aan. Misschien vindt hij haar ook wel leuk.
‘Mooi dan is dat opgelost. Succes!’ Ik laat de twee snel alleen en loop door naar Raglan. Mijn gedachten zijn alweer bij Tristan. Hij lijkt altijd alleen te zijn. Waar komt hij opeens vandaan? Ik maak de deur van Raglan open en Noëlle valt om mijn hals.
‘Je bent laat! Het feestje is al begonnen!’ De muziek staat hard. Ik probeer te bedenken waarvoor ik te laat ben en opeens schiet het te binnen. Het begin van het schooljaar feestje. Helemaal vergeten.
‘Ik ga me snel omkleden!’ schreeuw ik tegen Noëlle om boven de muziek uit te komen.

Ik spurt de trap op naar mijn kamer. Daar haal ik een crèmekleurige broek en een kasjmier truitje uit de kast en trek het aan. Snel haal ik een borstel door mijn haar en doe wat nieuwe mascara op. Dan hol ik de trap weer af. Noëlle drukt een glas champagne in mijn hand. Ik meng me tussen de meiden en denk niet meer aan de vreemdeling. Stort me tussen mijn vriendinnen, dans en drink. De avond vliegt voorbij. Gedachten op iets anders.

De volgende ochtend is zwaar. Het is laat geworden. Of vroeg, het is maar hoe je het bekijkt. Ik kan bijna niet uit mijn bed komen. Kreunend trek ik eerst het dekbed over mijn hoofd. Langzaam sleep ik me eruit.
‘Noëlle! We hebben zo les!’ Noëlle kreunt. Ik zie haar blonde haar boven het dekbed uit komen. Ik trek mijn kast open en haal mijn favoriete Levi’s spijkerbroek er uit en een groene zijden blouse. Ik pak mijn tas in. Inmiddels is Noëlle ook opgestaan.
‘Schiet op!’
Noëlle rolt met haar ogen. ‘Doe rustig, Ro.’ Ik gooi mijn tas over mijn schouder. ‘Ik ga vast ontbijten. Zie je zo.’ Noëlle knikt slaperig.

Iedereen is al in de kantine als ik daar aan kom.
‘Waar is Noëlle?’ Senne kijkt me vragend aan. ‘En waarom ben je zo geïrriteerd?’ Ik rol met mijn ogen naar hem terwijl ik tegenover hem ga zitten. Ik pak mijn lepel en zet hem in de muesli.
‘Ze is nog op onze kamer. Ze kon niet uit bed komen na het feestje van gisteren en ja, daar irriteer ik me aan.’ Sylvan lacht.
‘De dames hebben een feestje gehad? Iets te veel gedronken, Ro?’ Ik sta op met mijn kom en ga drie stoelen verder tegenover Ezra zitten.
‘Als jij ook begint,’ snauw ik tegen Sylvan. Hij steekt verdedigend zijn handen in de lucht.
‘Ik zou niet durven.’ Een enorme grijns op zijn gezicht. Ezra is zoals gewoonlijk stil in de ochtend. Een eigenschap die ik nu dubbel zo veel waardeer dan anders. Ik schep mijn ontbijt naar binnen, daarna loop ik als een speer naar Frans.

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu