Hoofdstuk 33: Tristan

901 92 1
                                    

Tristan

‘Hij weerde al haar aanvallen af, Tristan. Zo sterk is hij nu al.’ Rowan houdt er niet over op. Al vanaf gisteravond heeft ze het over Bran. Noëlle heeft vuurballen gemaakt en ontwapeningsspreuken gebruikt. Bran heeft ze allemaal afgeweerd en weerkaatst. Hij had geen schrammetje. Ze zit in de bruine stoel, in de hoek van de kamer. Onder een fleecedeken. Ik knik alleen afwezig. Geen zin om er over na te denken. Genoeg aan mijn hoofd met de tentamenweek, karate en rugby. ‘Kunnen we gewoon even een filmpje kijken of zoiets.’ Ik kijk haar smekend aan. Onderzoekend gaat haar blik over mij heen. ‘Wat is er?’ Ik schud mijn hoofd terwijl ik mijn blik op het dekbed richt. ‘Ik ben gewoon moe. Veel aan mijn hoofd. Even iets normaals zou helemaal niet erg zijn.’ Mijn stem is zacht. Ik kan zelf horen dat ik moe ben. Het klinkt duidelijk door in mijn stem. Rowan staat op vanuit de stoel en loopt naar me toe. ‘Dan moeten we wel van kamer verhuizen. Ze gaat op mijn benen zitten. Haar gezicht naar mij toe. ‘Senne en Noëlle?’ vraag ik haar. Mijn wenkbrauwen opgetrokken. Ik gluur naar haar vanonder mijn wimpers. Ze schudt haar hoofd en komt dichterbij. Snel drukt ze een kus op mijn lippen en gaat staan. Mijn hand in de hare. ‘Ga je mee?’

Vrijdagochtend wordt ik door de zon gewekt. Rowan ligt opgekruld naast me. Ze murmelt wat in haar slaap. Ik draai me op haar zij en krul me om haar heen. Stop mijn neus in haar haar. Iris en kers vinden een weg naar mijn neus. Haar geur. Het ruikt vertrouwt en kalmeert me. Ik ben zenuwachtig voor vanavond. Eigenlijk wil ik het niet toegeven. Het is mijn eerste bal of gala of hoe ik het moet noemen. Iets waar ik een pak aan moet. Ik heb geen idee wat Rowan van me verwacht. Dit is zo’n moment waarop ik mijn ouders het meest mis. Er ontsnapt een traan uit mijn oog en ik druk me dichter tegen Rowan aan. In de hoop het verdriet weg te kunnen duwen. Mijn neus dieper in haar haar. Soms vraag ik me wel eens af, wat er was gebeurd als ik haar niet had ontmoet. Als ik hier alleen was geweest. Tegelijkertijd durf ik daar niet aan te denken. Geen idee of ik meer vrienden had gemaakt, dan alleen Dex. Waarschijnlijk niet. Ik ben daar nooit goed in geweest.

Een zachte klop klinkt op de deur. Ik kom overeind en veeg de tranen van mijn wangen. ‘Tristan ben je hier?’ Ik herken Sennes stem. Ik zoek mijn t-shirt en trek hem snel over mijn hoofd. Dan loop ik snel naar de deur. Die open ik op een kiertje. ‘Hey.’ Mijn stem kraakt. ‘Hey. Zin om even een stukje te lopen?’ Senne staat van zijn ene op zijn andere been te wippen. Ik knik naar hem. ‘Even een broek aantrekken.’ Ik grijns naar hem. Senne knikt. Ik laat de deur een stukje open staan en ga op zoek naar mijn broek. Vind hem over de stoel en trek hem snel aan. Dan schrijf ik een kort briefje voor Rowan. Ben een eindje lopen met Senne. Zie je straks. X. Dan loop ik met Senne de deur uit.

Naast elkaar lopen we over het veld richting de vuurplaats. Senne staart naar de grond. Hij is veel stiller dan normaal. ‘Wat zit je dwars?’ Ik vraag het voorzichtig en kijk hem schuin aan. Niet zeker wetend of hij er over wil praten, maar ik heb het gevoel dat hij me daarom heeft mee gevraagd. ‘Ik ben serieus zenuwachtig voor vanavond.’ Zegt hij dan. Ik grinnik. ‘Ik ook.’ Beken ik aan hem. Senne schudt zijn hoofd. ‘Niet zo zeer over het bal. Noëlle.’ Hij zegt het zacht. Zijn blik nog steeds op zijn tenen gericht. ‘Noëlle?’ Ik snap niet waarom hij zich druk maakt over Noëlle. Ze zijn al langer bij elkaar dan ik en Rowan zijn. Kennen elkaar al van kleins af aan. ‘Dit is ons eerste echte bal.’ Bekent hij dan. Met een ruk blijf ik stil staan. Senne loopt nog een paar passen door en draait dan verrast om. Hij had niet verwacht dat ik zou stoppen. ‘Serieus?’ Ongelovig focus ik mijn blik op hem. ‘Serieus. Vorig jaar lag ik ziek in bed.’ Ik schiet in de lach. ‘Ziek?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Ik gok de zenuwen. Noëlle verwacht zo verdomd veel van dit soort dingen. Op dit moment heb ik het benauwd en ben ik zenuwachtig. Alleen omdat ik, elke keer als ik Noëlle zie, haar opwinding voel. Ze is zo opgewonden over het bal.’ Hoofdschuddend lach ik weer. ‘Rowan ook. Loopt heel de week al te zeuren over dat verdomde pak.’ Senne begint weer te lopen en ik haal hem in. Loop weer naast hem. ‘Die meiden maken er zo’n drama van. Het is gewoon een dansfeest, maar voor hen lijkt het wel een huwelijk of zo.’ Hij schudt nog eens zijn hoofd. ‘Sorry hoor, ik ratel maar. Lijk zelf wel een vrouw met al die zenuwen.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Eerlijk gezegd ben ik ook zenuwachtig. Ze willen dat we er perfect uitzien. Het kan nooit goed genoeg zijn.’ Ik merk dat hij richting het karatelokaal loopt. Hij kijkt me aan als we er bijna zijn. ‘Zin om even te oefenen?’ Ik knik tevreden. ‘Graag. Kan ik mijn gedachten even verzetten.’ Hij knikt begrijpend. ‘Ik dacht hetzelfde.’

Ik sla de handdoek om mijn middel. De stoom van de douche hangt in de badkamer. Maakt het warm hierbinnen. De spiegel is beslagen. Ik gooi de deur open en de koude lucht stroomt binnen. Er gaat een rilling over mijn lijf. Snel pak ik mijn boxershort en trek hem aan. Ik droog mijn haar goed af. Wrijf er met de handdoek doorheen. Dan slaak ik een diepe zucht en maak mijn kastdeur open. Het pak staart me zwijgend aan. Ik wip zenuwachtig van mijn ene been op mijn andere. Kom op, Tristan. Pak het uit de kast. Mijn hand gaat langzaam naar voor en ik haal het pak snel uit de kast en leg het op mijn bed. Ik staar ernaar. ‘Het is verdomme maar een winterbal.’ Mompel ik tegen mezelf.

Eindelijk heb ik het pak aan. Ik kijk naar mezelf in de spiegel en kam mijn haar snel. De stropdas nog in mijn hand. Ik heb geen idee hoe ik het ding aan moet doen. In de winkel heeft de winkeljuffrouw me geholpen. Nu sta ik hier alleen en heb geen idee hoe het moet. Ik draai me om naar de foto. Tranen in stilletjes over mijn wangen. Ik bijt hard op mijn lip om ze terug te dringen. Te hard want ik proef het bloed. ‘Verdomme.’ Scheld ik tegen mezelf. Ik knijp mijn vuisten in elkaar. Mijn duimen tussen mijn vingers. Ik zal er aan moeten wennen dat ze er niet zijn. Dat mijn moeder er niet is bij het eerste bal waar ik naartoe ga. Dat ze er niet is bij elk ander iets wat ik ooit ga doen, zoals afstuderen. Dat mijn vader niet kan vertellen hoe ik die stomme stropdas moet strikken. Dat mijn vader niet kan zeggen dat ik beter andere schoenen aan kan doen. Dan wordt er op de deur geklopt en ik bijt op mijn lip. Slik mijn tranen weg en trek de deur open.

Daar staat tante Isabel met een zwarte kat. Ze omhelst me als ze ziet dat ik heb gehuild. Als ik de deur dicht heb, veranderd Bran terug in zichzelf. Ook hij omhelst me. Zijn armen slaan zich om mijn middel. ‘Mooi pak.’ Zegt hij. Ik lach naar hem als dank en richt mijn blik dan op Isabel. Waarom is ze hierheen gekomen? Het gaat de laatste tijd niet echt soepel tussen ons. Ze bijt op haar lip voordat ze begint te praten: ‘Sorry van de afgelopen tijd. Ik heb het je niet bepaald makkelijk gemaakt.’ Haar stem is zacht en ik weet dat ze het meent. Ik knik haar toe. ‘Je ouders zouden trots op je zijn geweest, Tristan.’ Mijn blik gaat naar de vloer als ze het zegt. De opmerking doet tegelijkertijd pijn en het doet me ook goed. ‘Zal ik je helpen met je stropdas?’ Ze heeft haar blik op de stropdas in mijn hand. Dankbaar knik ik haar toe. Ze pakt de stropdas uit mijn hand en legt hem om mijn nek. Ze kruist hem aan de voorkant en begint hem dan te knopen. Als ze klaar is schuift ze de knoop naar boven. De stropdas zit perfect. ‘Dank je.’ Fluister ik tegen haar. Met een glimlach kijkt ze naar me op. ‘Je ziet er goed uit.’ Haar ogen glanzen in het verleden. ‘Ik weet niet goed, dat je net zo oud was als Bran.’ Zegt ze dan. ‘Stop.’ Ik breek haar snel af voordat ze een heel verhaal over vroeger afsteekt. ‘Ik moet echt gaan.’ Zeg ik na een blik op mijn horloge. Bran springt omhoog en ik vang hem op. ‘Doe je de groetjes aan Rowan?’ Ik knik naar hem en hij slaat zijn armen om mijn nek. ‘Tot morgen.’ Fluistert hij in mijn oor. ‘Ga maar lekker dansen.’ Ik hoor hem grinniken terwijl ik hem laat zakken. Hij transformeert naar de kat. Samen lopen ze met me de trap in Hambro af.

Bij de fontein staan de meiden op ons te wachten. Gezamenlijk lopen we naar ze toe. In eerste instantie zien ze ons niet. Ze staan met hun rug naar ons toe, kletsend. Wij zijn allemaal zenuwachtig. Waardoor Dex en Tygo nog meer praten als anders en Senne is helemaal stil. Ezra ook, maar dat is altijd al zo. Sylvan ziet bijna groen. Als ze ons horen, draaien de meiden om. Er gaat een schok door me heen als ik Rowan zie. Ze heeft een gebroken witte jurk aan met een halter naar haar nek. De naden zijn goudkleurig en het geheel valt precies om haar ranke bovenlijf. De rok waaiert iets uit, maar is nog steeds smal. Haar haar is opgestoken en over haar hoofd loopt een gouden lint. Als ze zich omdraait om iets tegen Mila te zeggen, zie ik dat haar rug open is. Ik slik de brok in mijn keel door. Haar ogen zijn subtiel omlijnt en hebben een klein beetje gouden oogschaduw. Als ik voor haar sta kan ik weinig uitbrengen. ‘Wauw.’ Fluister ik tegen haar. Ze lacht verlegen, slaat haar ogen neer. ‘Hier hetzelfde.’ Zegt ze zacht. Ze legt haar hand in die van mij. Het voelt allemaal onwerkelijk. Ze is onwerkelijk. Die jurk is onwerkelijk.

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu