Hoofdstuk 29: Rowan

971 97 10
                                    

Rowan

Mijn hoofd leunt tegen Tristans schouder. Op het moment dat de film begint en de lampen uitgaan voel ik de spanning tussen ons opbouwen. Ik verstrengel mijn vingers met de zijne en hij trekt me dichter tegen zich aan. Onze ruzie vergeten. Gelukkig wel. Gelukkig gaat hij mee. Ik begrijp zijn standpunt wel, maar hij zal er toch aan moeten wennen, dat hij dingen krijgt van mij. Volgende week beginnen de kerstexamens. Afsluiting het kerstbal. Binnenkort winkelen met Noëlle voor een jurk. Misschien gaat Mila ook mee winkelen. Ik heb er zo’n zin in. Eerste jaar dat ik met een jongen kan gaan in plaats van met vriendinnen. Mijn vriendinnen zijn heus heel gezellig, maar het is niet hetzelfde. De film is mooi. Ik hou van dit soort films. Beetje actie. Dat gezwijmel, dat vind ik maar niks. Tristan drukt een kus op mijn slaap. Ik draai mijn hoofd een stukje en kus hem terug. Nestel mezelf, waar mogelijk, nog dichter tegen hem aan. De spanning blijft tussen ons in hangen. Zijn handen gaan inmiddels over mijn middel. Onder mijn jas. Het is zoiezo maar goed dat er overal heaters onder de tenten staan. Anders was het veel te koud buiten. Rond de palen van de tenten zit kerstverlichting, zodat de tenten toch constant zwak verlicht zijn.

Noëlle trekt drie flessen witte wijn uit haar koeltas en plastic bekers. Die deelt ze uit onder de meiden en geeft de flessen rond. Ze maakt degene in haar hand open en giet wijn bij zichzelf en mij in de beker. Ik grijns naar haar en neem een slok. Dit is een geweldige avond.

Tristan en ik vallen zo ongeveer in mijn bed. Allebei behoorlijk aangeschoten. Ik kus hem. Hij kust me terug. Hongerig, allebei. Ik worstel mezelf uit mijn jas en begin aan zijn jas te sjorren. Hij helpt me met zijn jas en dan laten we onszelf op mijn bed vallen.

Ik word wakker van het zonlicht. Zaterdag, denk ik bij mezelf. Ik draai op mijn zij. Tristan ligt er niet, maar ik hoor de douche lopen. Ik begraaf mijn hoofd in zijn kussen, dat helemaal naar hem ruikt. Het zoete kaneel. Met een handdoek rond zijn middel, komt hij terug de slaapkamer ingelopen. Ik bekijk hem van boven naar beneden. Hij heeft het niet door omdat hij op zoek is naar zijn kleren. Als hij de stapel ziet, pakt hij zijn boxershort en laat de handdoek vallen. Hij staat met zijn rug naar me toe. Ik heb een prachtig uitzicht. Ik begin te giechelen. Verschrikt draait hij zich om. Zijn boxershort inmiddels aan. ‘Ik wist niet dat je wakker was.’ Hij is knalrood. ‘Ik had het al eerder gezien.’ Ik knipoog naar hem. ‘Ik heb met Senne en Ezra afgesproken in het bos.’ Ik knik naar hem. ‘Prima, ik wilde met Noëlle naar het dorp. Heb een jurk nodig voor het kerstbal. Heb jij een pak?’ Verbaasd kijkt hij me aan. ‘Waar heb ik een pak voor nodig?’ Ik rol met mijn ogen naar hem. ‘Het kerstbal, sufferd. Ik neem aan dat we samen gaan?’ Hij trekt zijn broek over zijn benen. ‘Je moet in pak? Die heb ik geen. Zal aan Isabel vragen voor geld. Zij beheerd mijn ouders geld en ik heb zelf niet genoeg denk ik.’ Ik knik naar hem en denk over wat hij zegt. ‘Laat maar weten als ze moeilijk doet. Dan leen je het maar van mij.’ Hij staat zijn shirt over zijn hoofd te trekken.  Dan loopt hij knikkend naar me toe en geeft me een kus. ‘Zie je met het eten.’

Ik hang met mijn kont tegen de motorkap van Noëlle’s Volvo. Van een afstandje zie ik haar aan komen. Samen met Mila. We gaan met zijn drieën op zoek naar de perfecte jurk. Ik heb er super zin in. Even geen boeken voor mijn neus. Mila trekt een sprintje. ‘Neemt hij je mee?’ Ik knik enthousiast. ‘Ja, ik vroeg er vanmorgen maar gewoon naar. Aangezien hij nergens over begon.’ Ze omhelst me vrolijk. ‘Goed zo!’ zegt Noëlle. ‘Hij moet nog wel een pak halen.’ Zucht ik. Mila en Noëlle halen gelijktijdig hun schouders op. ‘Dat zijn mannen. Die van ons moeten ook nog gaan. Die nemen hem vast wel mee.’ Noëlle klinkt sussend. Ze klikt op de afstandbediening van de auto waardoor het slot open klinkt. Ik ga achterin zitten en Mila op de bijrijdersstoel. Noëlle start de auto en zet de radio harder. We zingen alle drie mee met het liedje.

Noëlle parkeert haar auto langs de weg. Net buiten Londen, zodat we op de metro kunnen stappen. Natuurlijk denkt Isabel dat we in het dorpje zijn, maar ze kan dat nooit controleren zolang we op tijd terug zijn. So Londen it is. We lopen al kletsend naar de metro. Die brengt ons in vijftien minuten naar de binnenstad. We zoeken een plekje en gaan zitten. Kletsen gewoon verder. Geen oog voor de andere mensen.

Zielkrachten 1: VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu