H50: Heaven

202 8 0
                                    

Newt

Het is prachtig hier en ik ben zo gelukkig. Ik weet niet waar ik ben, maar het is in ieder geval geen slechte plek. Het zal wel de hemel zijn, of de Safe Haven, maar dan op een andere manier. Een manier waar we de rest niet kunnen zien. Het is raar eigenlijk, maar ik weet dat ik veilig ben.

Deze plek lijkt heel erg op de Safe Haven. Dat weet ik omdat ik af en toe het vermogen heb om langs de echte Safe Haven te gaan. Ik ben er nog niet geweest want ik ben pas net hier, maar door de verhalen van Chuck, Winston, Alby en de anderen weet ik dat Kaylee, Tommy en Minho daar zijn. Daar ben ik blij om.

'Als je ze wilt bezoeken doe dat dan. Ik zal je niet tegenhouden.' zegt Chuck naast mij. Ik ben zo blij dat hij hier is. Hij had het moeten redden, maar ik kan me daar geen druk om maken. Ik ben dood nu, en ik heb er vrede mee. Ik voel geen pijn meer.

'Als je wilt kan ik met je mee gaan.' zegt Teresa. Het breekt mijn hart als ik haar hoor. Ik haatte haar, maar nu moet ik niemand meer haten. We hebben hetzelfde meegemaakt en ik heb het goed met haar gemaakt. We zitten in hetzelfde schuitje. Ze sprong niet omdat ze er niet mee kon leven als ze daar was in de echte wereld. Het verraad geeft haar nog zo'n schuldgevoel. Ze kon het gewoon niet. Ik knik glimlachend naar haar. 'Dat wil ik wel.' zeg ik. Ik heb iemand nodig om daarheen te gaan. Ik kan het echt niet zelf.

We staan op en het gaat allemaal zo snel. Chuck, Alby, Winston, Jeff, Clint en Zart kijken ons na. Ik weet niet waar de anderen zijn maar die zijn ook op een goede plek. We kunnen ze altijd opzoeken.

Plots zijn we er. Ik schrik even als ik het zie. Het is prachtig. Teresa heeft dezelfde verbaasde blik op haar gezicht en ze kijkt me aan. 'Ik heb het geprobeerd.' zegt ze. Dat weet ik nu. Ze had geprobeerd mij te redden, en daar ben ik haar dankbaar voor. Ze probeerde de wereld te redden, maar af en toe is dat niet zo simpel en dat kan je zeker niet zelf. 'Ik weet het. Ik heb je vergeven.' zeg ik. Ze glimlacht naar me. Ik ben dood nu en ik moet me niet druk maken om anderen. Gewoon mezelf zijn en bij de mensen zijn waar ik het meest van houd. Mijn familie.

Ik denk aan haar. Ik kan haar nooit meer vasthouden. Ik kan nooit meer zeggen dat ik van haar houd, maar als ik het goed probeer kan het misschien. Ik moet er alleen voor zorgen dat ze mij gaat zien. Ik weet alleen niet of me dat gaat lukken.

Ik durf ook niet verder te lopen. Ik kijk waar we staan en schrik dan even. Teresa ziet het ook. Het zijn onze graven, en we staan er allemaal. Iedereen die tijdens de opstand dood is gegaan. 'Ze hebben aan ons gedacht.' zegt ze. Ik glimlach. Dat hebben ze zeker.

We lopen verder naar het kamp en zien dat iedereen gelukkig is. Frypan is druk bezig met het eten, Gally is met Aris een potje aan het stoeien, Minho en Lizzy zitten er lachend bij, maar het meeste wat me opvalt is de manier waarop Isaac in Thomas' armen valt en de persoon die er naast staat. Ze staat te glimlachen.

Mijn hart klopt in mijn keel als ik haar zie. Ze ziet er anders uit, maar nog steeds prachtig. Ze heeft haar haar geverfd. Het is rood nu en het valt in een vlecht langs haar schouder. Ik zie Teresa mee kijken. 'Kan je het aan?' vraagt Teresa naast me. Ik knik meteen en loop verder.

Isaac is gegroeid en hij lijkt op mij. We staan zo dichtbij ze dat ik het bijna niet kan geloven. Ze kunnen ons niet zien, maar toch ben ik blij dat ze gelukkig zijn. Ik zie alleen nog steeds een gebroken blik op haar gezicht, en ik kan dat maar niet uit mijn hoofd krijgen. Ze ziet er prachtig uit. Zelfs met het rode haar.

Isaac rent weer in Kaylee's armen en ze tilt hem op. Ze glimlacht en Thomas loopt naar haar en kust haar. Ik glimlach meteen. Thomas heeft haar gevonden. Ik ben niet boos, want ik ben er toch niet meer. Ze verdienen het om gelukkig te zijn. Dat gun ik ze.

Gods of this World | Newt (dutch, the death cure)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu