H16: De rebellen

172 5 0
                                    

(dit hoofdstuk wordt aangepast)

Hoe we dan ook eigenlijk zonder toestemming zijn vertrokken, betekent het niet dat we terug zijn gegaan naar het kamp van de Right Arm. Nee, nu we hier toch zijn, kunnen we het beste alle hulp gebruiken dat we kunnen gebruiken, en gelukkig is deze gearriveerd.

Jorge is wel wat ouder dan ons; de volwassene mag ook zijn eigen mening hebben over onze spontane actie, en dat had hij ook met Brenda, maar terug gaan, kunnen we niet echt; dit is wat er moet gebeuren om Minho terug te krijgen, en misschien anderen die nog in deze stad vast zitten.

Vanaf bovenaf lijkt het een kleine stad te zijn, maar als je op een gegeven moment beneden staat, is het andere koek en daarom weet ik dat het nog wel een dingetje gaat worden om de stad uberhaupt binnen te komen.

Daarom parkeren we de auto ergens aan de rand van de stad, wat Brenda al zei boven op de berg aangezien dat wat makkelijker is dan naar beneden staren, want dan komen we helemaal niet verder.

En nu we zo beneden staan, is het zeker weten wat anders; alles beneden is hier nog lelijker maar nu we er middenin zitten, is het rotzooi.

We zitten praktisch gezien nog niet in de stad; nee, want de last city is omringd door een enorme muur, veel bewaking op de muren en vast buiten de stad zullen ze ook ergens ronddwalen. Het is daarnaast de mensenmassa dat het een rotzooi maakt, met het feit dat buiten de last city de gebieden lijken op de afgelegen Schroei waar we waren.

De last City is echt wel het moderne middelpuntje van deze plek, en iedereen probeert binnen te komen, of ze juist weg te jagen; dat is nog maar de vraag die ik met mijn eigen observaties moet beantwoorden.

De harde protest geluiden glippen mijn oren al binnen als we langzaam uit de auto stappen, niet wetende of we ooit nog deze auto zullen binnen stappen nu we uitstappen; ik riskeer weer heel veel voor mijn gevoel, maar we weten waar we aan begonnen zijn.

"We moeten elkaar niet kwijtraken." zegt Thomas al snel genoeg zodra we de auto zijn uitgestapt, en daar kunnen we wel mee eens zijn voordat we uberhaupt tussen de mensen massa willen lopen.

Mijn vraag is dan ook hoe lang de stad al aan het protesteren is, maar joost mag het weten, want ik was hier niet vanaf het begin. We mogen niet nadenken over het feit dat we hier niet levend uit gaan komen, want ik wil mijn Isaac terug zien, en plots krijg ik het gevoel om de rest kwijt te raken.

Ik heb ook eigenlijk geen idee wat we hier doen, aangezien iedereen vast de stad binnen probeert te komen en als dat hen ook al niet lukt, waarom zou het ons dan wel lukken?

"Kan je me hand vasthouden?" vraag ik snel aan Newt die gelukkig nog naast me loopt, en zonder iets te zeggen of zijn blik op mij te werpen, weet hij dat ik nog naast hem loopt en vouwt hij mijn hand in de zijne. Ik krijg meteen een tintelend gevoel. Het is niet omdat hij mijn hand vasthoud omdat ik van hem houd, maar zodat ik hem niet kan kwijtraken tussen de mensen.

Ik kijk ondertussen rond, en probeer natuurlijk de rest niet kwijt te raken maar we hebben niet echt een keus om door de mensen massa heen te lopen naar het onbekende. Zoals ik al zei, weet ik niet of ik dit uberhaupt wel een stad kan noemen, maar eerder het buiten gedeelte, net zoals de stad toen we net ontsnapt waren uit het toevluchtsoord. Dat was pas echt uitgestorven.

En zoals deze mensen aan het protesteren zijn, kan ik concluderen dat dit de rebellen zijn; ze komen de stad niet binnen, ze zijn boos en dragen borden met woorden die ik liever niet wil uitspreken; ik zou ze zelf vast wel uitspreken zo nu en dan, maar niet waar mijn kind bij is.

Gods of this World | Newt (dutch, the death cure)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu