Z E V E N T I E N

20 3 9
                                    

Langzaam liepen ze verder door het bloed. Hoe verder ze kwamen, hoe meer aanwijzingen kwamen dat het menselijk geweld was. Ze waren stil en durfde dit keer niet te praten uit angst dat er nog iemand was.

'Vlo,' fluisterde Sanne zo zacht mogelijk. Hij draaide zijn hoofd naar haar toe. 'denk je dat dit bloed van Stella zou kunnen zijn?' Hij had deze vraag al zien aankomen. Zelf had hij het ook al overwogen, maar de kans dat dit Stella was, leek hem heel klein.

'Ik denk het niet.' Hij glimlachte naar haar en pakte haar hand. 'Ze is veilig, maak je geen zorgen.'

Dit was echter een leugen. Dit was de plek waar Stella een paar uur geleden was. Ze stond in de bosjes, glimlachend naar de meisjes te kijken tot dat er een hand op haar schouder werd gelegd. Haar ogen werden groot en haar mond ging open, maar er kwam geen geluid uit. Ze werd hardhandig omgedraaid. Ze stond oog in oog met een jonge man.

'Wat doe jij hier? Wie ben jij?' Zijn ogen doorboorde door de hare. Zijn hand gleed over haar arm naar haar pols. 'Waarom kijk je naar deze jonge meisjes?'

'I-ik weet het niet. Ik ben verdwaald. M-mijn naam is...' Zou ze haar echte naam moeten vertellen? Het kan geen kwaad dat ze haar naam vertelt toch? Er kunnen meer Stella's zijn. 'Stella.' Ze trilde een beetje van angst. De jongen bekeek haar, op zoek naar iets wat haar heel gevaarlijk kon maken. Een reden om haar nu meteen te doden, maar die kon hij niet vinden. Net wanneer hij weer iets wilde zeggen, hoorde hij hard getoeter. Het was een teken. Het signaal dat ze worden aangevallen.

'Dit komt door jou hè?' siste hij kwaad. Ze keek hem onbegrijpend aan. Waar had hij het nou weer over? 'Hoeveel mensen zijn er?' Hij greep naar haar haar en trok eraan. Ze gilde zacht en probeerde zijn handen los te maken.

'Ik weet het niet! Waar heb je het over!' gilde ze angstig.

'Je weet hartstikke goed waar ik het over hebt. Met hoeveel zijn jullie!' Hij keek oplettend om zich heen. De meisjes bij het meer waren allang weg. Hij hoorde geschreeuw en gegil uit zijn dorp. Stella wist van niks.

'Alsjeblieft, laat me gaan.' smeekte ze wanhopig. 'Ik heb niks gedaan!' Hij geloofde er geen woord van. Hij duwde haar tegen de boom aan.

'Ik geloof geen woord van wat je zegt. Je hoort hier niet. Je komt ergens anders vandaan en nu we worden aangevallen door jou mensen ben ik ervan overtuigd dat je er zeker mee wat te maken hebt. Je zat niks voor niks naar de kinderen te kijken. Je zat te wachten tot dat je ze kon ontvoeren en dan martelenen tot dat ze dood op de grond liggen.' Vol ongeloof keek ze hem aan. Ze zou nooit iemand martelen, daarvoor had ze mensen.

'Ik val je niet aan! Ik hoor niet bij die mensen! Hoe kan je dat bewijzen?' Ze probeerde zich los te maken uit zijn greep. Hij draaide haar om en duwde haar gezicht tegen de muur. Hij haalde al haar haren uit haar nek weg. Hard handig zocht hij naar het merk, maar hij kon niks vinden. Ondertussen snikte Stella zachtjes. Er rolde een paar tranen over haar wangen. Zou dit haar einde worden? Ineens had ze spijt, spijt van dat ze in weggelopen. Hij liet haar los en stapte van haar vandaan.

'Je hebt gelijk. Je ben inderdaad niet één van hun.' Stella draaide zich om. Haar ogen waren licht rood gekleurd van het huilen.

'M-mag ik gaan?' fluisterde ze. Hij schudde zijn hoofd. 'Waarom niet?'

'Omdat als ik je nu laat gaan, loop je recht in hun armen. Waarschijnlijk leef je dan niet lang meer. Kom mee.' Wat een rare gozer vond ze maar. Eerst wou hij haar zowat dood en nu beschermt hij haar. Zonder verder iets te zeggen, liep ze met hem mee. Ze gingen naar het geheime deel van het dorp. De oudere, kinderen en vrouwen waren daar al. De mannen waren aan het vechten. Stella keek een beetje rond, maar hield zich stil. Langzaam werd het stil. De ogen van de mensen daar gingen naar haar. Zachtjes werd er gefluisterd. Haar ogen gingen naar haar interessante voeten.

'Iedereen hier, kunnen jullie heel even luisteren.' zei de jonge man. De hele groep mensen werd helemaal stil. 'Zij hier is Stella,' Hij wees naar haar. 'Ze is verdwaald en geen zorgen ze is niet van hun. Ik heb haar al gecontroleerd. Voorlopig woont ze even hier tot dat ze is aangesterkt. Behandel haar net zoals de rest hier alsjeblieft.' Hij glimlachte vriendelijk naar haar. Ze werd er verlegen van. Dit had ze niet verwacht van hem.

De Laatste Druppel - Sanrile FanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu