Hoofdstuk 6: Nikolai was zijn naam

52 3 1
                                    


  ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ Hoofdstuk 6 ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━   

'Nee!' gil ik zeer dramatisch. Ik duw Olivia aan de kant en hurk bij Gwendolynn neer. Bloed sijpelt uit haar buik en ik haal mijn neus op wegens de sterke metalen geur. Gwendolynn haar hoofd rust op de grond met gesloten ogen terwijl ik mijn blouse probeer uit te doen en dat dan tegen de wond wil drukken. Olivia kan haar ogen niet afhouden van haar bewusteloze zusje dat op de vloer ligt, zie ik in mijn ooghoek. 'Ga weg, haal hulp!' roep ik met overslaande stem. Het lijkt niet door te dringen. Hoe Olivia daar zo staat, zo stil en levensloos en vooral met die glazen blik in haar ogen. Wat een drama hier.  Het mes klettert op de grond en blijft daar roerloos liggen. Ik moet een belangrijke keuze maken, of Bernard zoeken en Gwendolynn achter laten met psycho Olivia of Olivia zo aan te sporen dat er toch een beetje beweging in komt. Mijn blouse is inmiddels uit en ik druk het tegen Gwendolynn haar buik waar nog altijd rood plakkerig spul vandaan komt. 'Help!' begin ik te krijsen. Helaas moet dit huis natuurlijk weer geïsoleerd zijn. Ik twijfel enorm en til dan Gwendolynn in bruidstijl op. Ik laat haar niet achter met Olivia. De trappen zijn loodzwaar met een meisje die ruim boven de 60kg komt en totaal ongetrainde armspieren van moi. Toch bereik ik de eerste verdieping, puffend en hijgend maar toch. 'Help!' gil ik nu weer.  Weer geen antwoord. Ik druk alle deuren ,zo goed als ik kan, open maar nergens zie ik Bernard. Dan maar zonder, ik heb geen tijd meer te verliezen. Beneden aangekomen zie ik hoe Olivia op iets staat te trappen. Naarmate ik dichterbij kom, zie ik hoe mijn telefoon in scherven op de grond ligt.  'Niemand gaat hier weg,' grijnst ze gemeen. Ik hou mijn adem angstig in en kijk naar een vluchtroute. Mijn blouse is inmiddels doorweekt van het bloed en het plakt aan mijn vingers. Het boeit me niet, het enige wat me boeit is hier weg komen. 'Je bent een kut au pair!' gilt Olivia me achterna als ik een random deur open. En jij hoort in een inrichting meid maar ik slik de woorden in. De deur komt uit eindelijk uit in de tuin. Ik ren met het levenloze meisje nog altijd in mijn armen naar de oprit. De auto van Logan is weg en ik kan wel in huilen uitbarsten. Ik ren naar de poort, waar ik een code moet invullen. Ik leg Gwendolynn in het natte gras en tik zo goed als ik maar kan de code in. Ondanks mijn handen onder het bloed zit, keurt het apparaat het goed en mogen we erdoor. Ik raap al mijn energie weer bij elkaar als ik Gwendolynn weer voorzichtig optil. Als ik het huis achter me heb gelaten ren ik naar het dichts bijzijnde plein waar veel mensen zijn. Hoop ik. 

Ik kan niet meer. Mijn hart slaat overuren en ik dreig uit elkaar te vallen van uitputting. Ik bereik het plein maar zie letterlijk niemand. 'Help!' gil ik met mijn laatste kracht. Ik val op mijn knieën met nog altijd het breekbare meisje in mijn armen. 'Help me dan toch,' fluister ik pijnlijk. 'Help haar, alsjeblieft.' De wind neemt mijn woorden mee en ik kan enkel huilen. Vlekjes dansen voor mijn ogen en ik leg vermoeid Gwendolynn neer. Ik kijk naar mijn blouse dat haar wond bedekt.  Als ik nu wist waar het ziekenhuis is maar nee. Ik kijk naar haar gesloten ogen met nepwimpers erop geplakt. De winkels zijn dicht en de etalages zijn niet meer in het zicht.  Nog altijd is de wond niet gestopt met bloeden en ik ben ten einde raad. 'Sorry Lynn,' fluister ik terwijl ik een pluk haar wegveeg.  Vermoord door haar eigen zusje, ik zie het al in de krant staan. In de verte hoor ik gelach en hoopvol richt ik me op het geluid. 'Je gaat dit redden,' praat ik tegen Gwendolynn. 'Ik help je.' 

Ik ben volledig besef van tijd kwijt als er een schim over ons heen valt. Dankbaar richt ik me op de persoon. 'Help ons,' zeg ik met schorre stem. De persoon pakt Gwendolynn van me over en veegt kort over m'n wang. In het trieste licht van de lantaarns zie ik een jongen. 'Volg mij.' zijn norse stem dringt mijn oren binnen. Ik volg hem als een mak schaapje naar een kleine auto. 'Stap in.' Zijn woorden zijn niks meer dan bevelen maar ik ben maar wat blij dat ik iemand heb gevonden die ervoor kan zorgen dat Gwendolynn in een ziekenhuis terecht komt. De auto wordt brommend gestart en we rijden weg. Ik hou het zachte handje van Gwendolynn vast. 'Nikolai,' zegt de jongen plots als we al een tijdje aan het rijden zijn. Nikolai was dus zijn naam. 


A/N:

En toen hadden we kennis gemaakt met Nikolai. Pam pam pammmmm. 

I'm here, where are you?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu