Hoofdstuk 17: Emotioneel

28 2 0
                                    


Ik scrol verder door de foto's terwijl ik wanhopig opzoek ga naar tissue's. Ik hou het dus echt niet langer vol eh. Natuurlijk is het alles bij alles. Op deze momenten is Nederland weer zo ver weg. Zo onbereikbaar. Plots wanneer ik denk dat ik er echt aan onderdoor ga, hoor ik een klop. Ik probeer mijn natte wangen weg te poetsen maar volgens mij lukt het niet echt. 'Binnen,' roep ik terwijl ik de tabbladen weg klik. 'Ik denk dat er wat mis is met Gwen,' zegt degene. Eugéne. Zijn gezicht staat zorgelijk en zijn linkervoet tikt regelmatig op het laminaat.  Ik schiet overeind en grijp mijn werktelefoon. Ik trek daarbij de lader uit het stopcontact en vlug haal ik het andere uiteinde, dat in mijn mobiel zit, er ook uit. De witte oplader klettert nu op de grond maar het deert me niet. Vlug haast ik me naar boven, met op de hielen gevolgd door Eugéne.  Ik klop op alle deuren maar niemand geeft gehoor. Ik raak nu echt in paniek en krijg de drang om als een echte kung-fu panda alle deuren open te breken. 'Gwen!' schreeuw ik. Het is nog altijd stil. Eugéne rent me voorbij en pakt de tweede trap. Zijn voetstappen echoën na in m'n hoofd.  Ik spat bijna uit elkaar van woede, wanhoop en verdriet. Nogmaals, alles is me nu te veel. En volgens mij ben ik als jongen zijnde ongesteld. Ik haal de sleutelbos uit mijn broekzak en probeer wat sleutels uit. Klote, doe het! Dit had ik dus moeten oefenen voor momenten zoals deze. Gelukkig vind ik na wat gestuntel de juiste sleutel. 'Gwen, ik kom er aan,' schreeuw ik voordat ik de hendel omlaag druk. Er is geen tegengeluid te horen dus ik stap naar binnen. De kamer is leeg. 'Fuck!' Hey, dat zei ik niet? 'Aaaaah, alsof ik anaal ontmaagd wordt,' schreeuwt Gwen. Wacht, wat? Ik richt me op de enigste deur in de kamer. De badkamer van Gwendolynn. Een klopje laat haar duidelijk schrikken en daarna een "plop." 'Aaaaaah,' krijst ze weer. 'Laat me met rust,' zegt ze daarna wat rustiger. 'Gaat alles okay, Gwen?' vraag ik haar. Weer is het stil. 'Oh hay Elias. Ja alles is okay maar uhm..' Ik begrijp de stilte.  'Het is prima, ik ben beneden,' zeg ik als laatste groet. 'Hmm,' is het wat ik hoor. 

Op de gang tref ik Eugéne weer. Ditmaal herken ik zijn gezichtsuitdrukkingen wel. De bezorgde rimpel is eruit en hij kijkt me enkel chagrijnig aan. 'Ik ben op m'n kamer,' zegt hij nog voordat hij uit m'n beeld verdwijnt. Ik zie nog dat hij woest de gordijnen op zij schuift om dat ene kleine zonnestraaltje ook uit zijn kamer te verbannen. De deur die dichtvalt in het slot roept me tot het heden en ik ga terug naar mijn kantoor. Op de achtergrond nog een vage kreet van poepende Gwendolynn. Ondanks dat het niet zo heftig was zoals ik had gedacht, moet er denk ik wel even een dokter komen. Een ontstopping in de darmen, dat is niet erg fijn lijkt me. Dat in mijn achterhoofd houdend ga ik de trap af. Ik wil net voor de zoveelste keer mijn kamertje ontgrendelen als Eugéne me weer tegen houd. 'Ik ga stappen,' zegt hij. Zijn blouse zit wat scheef maar ik knik en laat hem gaan. Als hij weggaat geeft dat mij weer tijd om te lezen. En dat is precies wat ik ga doen.

Gauw sluit ik alles af en sluit de ramen. Irritante kleine vliegjes denken dat ze door glas heen kunnen en blijven als een zwerm voor mijn ramen vliegen. Het zal wel. De laptop verpak ik de bijbehorende laptoptas en berg die op, ergens in een hoekje. In de keuken maak ik een lekker kopje koffie voor mezelf. Terwijl het apparaat pruttelt, loop ik naar boven om het boekje te halen. Het zal raar zijn als iemand me betrapt op Eugéne's kamer dus ga ik het in de woonkamer lezen. De koffers zijn geeneens uitgepakt dus is het voor mij makkelijk om het te pakken. Haast te makkelijk voor woorden. Ik sluit de koffer en sluip geluidloos de trap af. Gwen hoeft niet alles te weten wat ik uitspook. Het boekje voelt gewichtloos aan en ik gooi het een paar keer omhoog. Gewoon, wie weet valt er iets mysterieus uit. En ja hoor, wat ik dacht te gebeuren gebeurt ook! Een zielig hoopje papier dwarrelt richting mijn voeten. Ik raap het op en druk de klink van de keuken omlaag. Mijn ogen scannen het vieze blaadje dat onder de modder blijkt te zitten. Waarom modder?  Het koffie apparaat is ondertussen klaar en ik neem het goedje mee naar de woonkamer. De kussens vangen me op als ik mijn bibs op de bank plant. Het kopje laat ik op tafel afkoelen en ik sla de pagina's om, naar waar ik gebleven was.  

Hallo hoofdstuk 3. 


A/N:

Like, share en comment? Wink wink. 




I'm here, where are you?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu