Hoofdstuk 10: Hij is er weer..

45 2 2
                                    


    ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ Hoofdstuk 10  ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━ ━      

Eenmaal "thuis" aangekomen rol ik Gwen naar de woonkamer, waar een houtkachel behoorlijk brandt en knettert. Bernard zit er bij. Zijn blik op de vlammen. 'Dad?' Ook Gwen heeft door dat dit niks voor haar zakelijke vader was. Hij kijkt om, verschrikt en daarna gauw een stuk rustiger. 'Neem plaats, ik moet jullie wat vertellen.' We nemen plaats zoals hij ons heeft opgegeven en Gwen zoekt mijn hand. 'Olivia is opgenomen en Valentijn komt eerder.' Hij heeft het duidelijk moeilijk. Als ik hem niet zo'n koude robot had gevonden, had ik wat geruststellends gezegd maar ik kan enkel nu ook naar de vlammen kijken.  'En dan nog mére, ze komt misschien eerder vrij.' Ik zie zijn adamsappel bewegen van spanning. Ik neem aan dat het om zijn vrouw en Gwens moeder gaat. Gwen pakt nu mijn gehele arm vast.  Ze drukt haar hoofd tegen mijn schouder aan en snikt zacht.  'Het was zo eng, papa,' huilt ze. Bernard beweegt niet als hij ziet hoe moeilijk zijn dochter het heeft. 'Ga maar wandelen met Elaaies.' Ik rol met mijn ogen als hij me weer zo noemt. Zo moeilijk is mijn naam toch niet? 'Ik wil niet wandelen!' protesteert Gwen. Ze laat me los en probeert overeind te komen. Wankelend op haar benen kijkt ze vastberaden naar haar vader, die alsnog geen kik geeft. 'Kijk pap!' zegt ze arrogant wanneer ze richting de gang loopt. Diezelfde blik had ze toen ze Olivia vroeg of ze een opvlieging had.  'Het is al laat meneer, ik ga Gwen op bed brengen.' zeg ik tegen hem terwijl ik achter Gwendolynn loop. 'Geef haar maar een kus van mij,' mompelt hij terug. Ja dikke doei dus eh. 'Kom Gwen,' zeg ik tegen haar terwijl ik uitnodigend naar de rolstoel wijs. Ze laat zich gewillig zakken en ik rol haar naar de lift.  Even later drapeer ik haar deken tot aan haar kin toe en knuffel haar nog even. 'Het was een drukke dag meis, slaap lekker.' Ze wijst slaperig naar haar nachtkastje waar een nachtlampje ligt. Glimlachend druk ik deze in het stopcontact en laat de deur daarna op een kiertje. 'Karren,' fluistert ze liefjes voordat ik uit haar beeld verdwijn.  

Zelf gooi ik mezelf dramatisch op het hemelbed en kreun zacht van alle inspanningen vandaag.  Wat hectisch en chaotisch allemaal.  Ik zoek op de tast naar mijn mobiel maar herinner me dat ie kapot is. Ik gooi de vele kussens in een hoekje van de kamer en trek dan ook bij mezelf de dekens tot aan mijn kin. Zin om een pyjama aan te doen, te tandenpoetsen of de balkondeuren dicht te doen is er niet meer. Langzaam dommel ik in.

...

Verward wordt ik wakker van de klapperende deuren van mijn balkon. Met koude rillingen die over mijn rug lopen, stap ik uit bed om ze dicht te doen.  'Wacht!' roept er iemand en tot mijn schrik ontdekt ik een hand die de reling krampachtig vasthoudt. 'Wie ben je en wat doe je hier?' Denkend aan alle horror films die ik met Rune en Rhydian heb gezien, ga ik toch een stapje achteruit. 'Ik ben Nikolai,' kreunt degene van inspanning. Nikolai? Nikolai! Wat doet ie hier? Hoe komt ie hier? Duizenden vragen suizen door mijn hoofd en automatisch pak ik zijn hand. Die is lauw en zweterig. 'Kom, ik help je,' zeg ik tegen hem. 'Dank.. je..' Zijn ademhaling kraakt een beetje dus ik hoop dat ie oké is. Na wat trekken en sjorren staat ie dan toch op mijn balkon. Zijn outfit gaat bijna helemaal op in de nacht, zo donker maar ik zie hem gelukkig nog. 'Je kan mijn hand wel loslaten hoor,' zegt hij terwijl hij zenuwachtig zijn hand uit mijn greep probeert te halen. Twijfelend laat ik hem los en neem hem dan wat meer in me op. 'Wat doe je hier?' vraag ik hem. 'Het is hier stervens koud dus mag ik alsjeblieft naar binnen?' Hij vraagt het zo snoezig en in mijn hoofd zucht ik vertederd. 'Natuurlijk, kom verder.' Hij treedt mijn kamer binnen en laat een hemels geurtje achter. Een soort mix van deo, parfum en zweet. Hmmm.  Ik volg hem en sluit dan toch maar de balkondeuren. 'Ik uhm was naar je op zoek,' zegt Nikolai. Zijn ogen doorprikken haast de mijne.  'Hoe wist je dat ik hier was? De stad New York is pittig groot.' Nikolai kijkt me wat vervreemd aan. 'The city is spicy?' vraagt hij me.  Ugh, ik ben degene die hier mensen ondervraagt, meneertje. Toch zwijmel ik helemaal weg bij zijn blik en laat het voor wat het is. 'Ik ben Nederlands dus maak je niet druk om mijn rare uitspraken.' Vervolgens bedenk ik in mijn hoofd dat ik nu heel veel Nederlanders heb beledigd maar gelukkig zullen ze dat nooit weten. 'Ahh, het land van de drugs,' lacht Nikolai. Ik knik beschamend. 'Ik heb je gevonden,' lacht hij daarna verder. God, wat ben ik daar eigenlijk blij om. Maar, huh, ben ik dan gay?


A/N:

Lieve échte Elaaies/Elias, speciaal voor jou omdat je als een stoney woney kip onder narcose bent gegaan. Dus bij deze voor jou een vervroegd hoofdstuk mét Nikolai!  En de echte Rune en Rhydian, voor jullie heb ik ook nog een verrassing! Maar dat is pas later, coming soon dus, muhuahahahaha. Liefs.  

I'm here, where are you?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu