Hoofdstuk 1

413 9 0
                                    

(Alison)

De bel ging. Zuchtend stond ik op uit mijn stoel, ik had echt geen zin om naar huis te gaan. 'Kom op, Alison! Doe een beetje voort!' tetterde Hanna in mijn oor. Ik hees moeizaam mijn rugzak over mijn schouders en liep naar de deur. 'Zullen we anders volgende maandag gaan shoppen? Het is dan toch de eerste week van de zomervakantie dus...' de rest hoorde ik al niet meer. Ik zou super graag met Hanna gaan shoppen, ze was mijn beste vriendin en ik hield echt veel van haar, maar ik had geen geld. Zakgeld kreeg ik niet van mijn vader en na mijn moeders' dood had hij al het geld van mijn spaarrekening gehaald. ' Zou super zijn Han, maar ik kan niet dan. ' zei ik maar. Ik wilde niet riskeren nog meer blauwe plekken op te lopen als ik mijn vader zou vragen voor wat extra geld.

' Alison, je gaat nooit met me mee shoppen! De laatste keer dat we samen iets gaan doen zijn was naar de cinema en dat was 4 jaar geleden!' Vier jaar geleden, toen was mijn moeder gestorven. Volgende week maandag precies 4 jaar. Op die dag was mijn vader altijd het ergst. ' Het spijt me heel erg Hanna, misschien een andere keer? Ik bel je nog wel. ' zei ik zuchtend. 

Alleen fietste ik naar huis. Normaal fietste Hanna altijd met me mee, maar ze was boos op me. Dat begreep ik ook en ik nam haar niks kwalijk, want ze wist niet eens dat mijn vader me sloeg. Dus eigenlijk was het toch mijn schuld. 

Zo stil mogelijk deed ik de voordeur open. Als mijn vader sliep was ik in ieder geval een paar uurtjes van hem af dus ik wilde hem zeker niet wakker maken. Maar hij sliep niet. Hij zat voor de tv. 'Ha-Hallo, pap. ' zei ik stotterend van angst. Hij draaide zich naar me om. ' Je rapport. ' zei hij met dubbele tong. Hij was dronken. Ah, shit, ik had eigenlijk niet zo'n goed rapport. Maar één buis, (38 voor wiskunde) maar dat was reden genoeg voor een pak slaag. En mijn andere cijfers lagen allemaal niet ver boven de 50. Dat kwam natuurlijk omdat ik slaap tekort had.  Ik nam mijn rapport en gaf het voorzichtig aan hem. ' Hier blijven.' mompelde hij nors toen hij merkte dat ik de trap op sloop. Ik bleef staan. ' Wat is dit? Zijn dít je punten?! ' tierde hij.

' I-Ik heb de laatste tijd niet zo goed kunnen slapen, en... '  probeerde ik nog,  maar het was al te laat. Met een ruk aan mijn haar smeet hij me op de grond, mijn hoofd knalde tegen de chauffage. Ik had geen tijd om te kijken of ik bloedde want hij haalde zijn voet al uit en plantte die hard in mijn maag. Er kwam gal in mijn keel opborrelen, maar ik slikte het snel door. Als ik nu zou overgeven zou hij me nog meer pijn doen. 

Hij slingerde me een heleboel opmerkingen naar mijn hoofd, die ik probeerde te negeren. 'Ga nu maar naar je kamer, en ik wil je de rest van het weekend niet meer zien! ' schreeuwde hij. Huilend strompelde ik naar boven. 

Met mijn oor tegen mijn kamerdeur gedrukt luisterde ik tot ik de voordeur hoorde dichtknallen. Hij was weg. Ik had mezelf altijd gezegd te wachten tot ik 18 was, maar nu ging hij toch echt te ver. Ik nam een grote tas waar ik van alles in smeet; broeken, t-shirts, ondergoed, toiletgerief, make up... Ik nam ook mijn handtas mee met mijn iPhone (die ik  van een zus van m'n vader had gekregen) en 50 euro die ik stal uit mijn vader's portemonnee. Ik nam nog crackers, koeken en flesjes water mee en toen vertrok ik.

Ach, waarom was ik weggelopen? Altijd als er mensen voorbij kwamen trok ik snel m'n kap over mijn hoofd zodat ze de nieuwe schrammen en blauwe plekken die op mijn gezicht waren te zien niet konden zien. Hier zat ik dan, onder een brug. Het was 11 uur 's avonds, dus mijn vader was nog niet thuis van café. Hoe zou hij reageren als hij door had dat ik weg was? Ik twijfelde of ik naar een hotel zou gaan of hier onder de brug zou slapen, en koos dan dat laatste. Het was eind juni en erg warm, dus doodvriezen zou ik wel niet. 

Na een uur kwamen de tranen. Wat was dit voor dom idee! Ik kon nu niet meer naar huis want m'n vader was er waarschijnlijk. En ik had 50 euro mee. Ik zou nog geen maand overleven. Ik liet mijn zak met kleren en eten staan en liep de brug op.

Ik twijfelde. Zou ik het doen of..? Ach waarom ook niet, iedereen haatte me, zelfs Hanna! De enige persoon die ooit echt van me gehouden had was dood. Ik dacht aan mama. Als ik nu doodging kon ik bij haar zijn. En plots leek dat idee zo aanlokkelijk.. Toen merkte ik dat ik m'n handtasje nog om had. Zou ik het beneden gaan leggen bij m'n andere spullen of...? Ach, wat maakt het uit. Dat verschil voelde ik toch niet als ik met een klap op de grond neer kwam, die 10 meter onder me lag. Ik was blij dat ik nooit hoogtevrees had gehad, dan zou ik sterven in angst. Het vreemde was dat ik helemaal niet bang was. De dood leek zo aanlokkelijk.. Ik ging op de rand van de brug zitten, klaar voor de sprong des doods. Ik wilde me net afzetten toen iemand m'n polsen beetgreep. ' Nee! Stop, niet doen, nu lijkt het misschien de juiste oplossing maar... ' met een ruk keek ik om. De mooiste jongen die ik ooit had gezien hield me vast. 

5 Seconds of AmnesiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu