Naamloos III

309 10 0
                                    

"Als we de techniek van tegenwoordig toch niet hadden" Het was twee dagen later. Eva en Wolfs zaten in de auto om opnieuw een buurtonderzoek te doen. Dit keer met een gereconstrueerde foto op zak. Eva zat voldaan achter het stuur.

"Ik denk dat ons werk dan een stuk moeilijker zou zijn geweest" zei Wolfs. "Trouwens, de familieleden moeten we ook dankbaar zijn voor het bewaren van de foto's. Zonder die foto's hadden we niets gekund."

Ze draaiden op knooppunt Europaplein af richting de President Rooseveltlaan. "Nu moeten we alleen nog maar hopen dat de buren haar op z'n minst ergens van herkennen" zei Eva. Het eerste stoplicht stond op groen. Wolfs keek beduusd.

"Dat zou toch wel. We zouden anders een groep agenten er neer kunnen zetten ter surveillance. Als ze hier in de buurt woont, dan moet ze toch wel gezien worden." Ook het tweede stoplicht stond op groen.

"Ik hoop eigenlijk dat niet nodig zal zijn. Hoeveel versies hebben ze van die foto's gemaakt? Haarkleur is namelijk niet een van de constante factoren van iemand uiterlijk dezer dagen." Stoplicht nummer drie was ook weer groen.

"Ze hebben van de meeste doorgaande haarkleuren een foto gemaakt." Wolfs keek naar het vierde stoplicht dat ze in een vaart voorbij reden omdat het ook op groen stond. "Waarom heb ik dat nooit? Ik moet altijd overal stoppen." Eva lachte.

"Tsja, je kan niet alles hebben in het leven, Wolfs." Ze sloegen af en reden naar de flat waar het slachtoffer woonde.

---

"In de meeste van die flats wonen studenten. Die komen en gaan" zei Wolfs, toen ze de eerste paar woningen op de begane grond hadden gehad.

"Er hoeft er maar eentje te zijn die wat weet. Waar woonde het slachtoffer?"

"Vier hoog. Hij had een appartement voor zichzelf." Eva keek naar boven. "In tegenstelling tot de studenten, die al snel dezelfde oppervlakte met z'n vieren delen."

"Zullen we dan boven aan beginnen? Dan hebben we misschien eerder beet." Wolfs hield de deur voor haar open waarna Eva al richting de trap liep. "Wat gaan we doen met de zaak van die vermoordde man, hoe heette hij ook alweer?"

"Karel Brandsma"

"Wat gaan we met zijn zaak doen als we het meisje vinden?" Ondertussen waren ze aangekomen op de tweede verdieping.

"Hoezo?" vroeg Wolfs. Eva haalde haar schouders op en stond halverwege de trap stil.

"Op een of andere manier trekt haar zaak me meer dan die van Brandsma. Ik wil weten wat er met haar is gebeurd in die 16 jaar." Wolfs keek Eva aan en spoorde haar aan om haar verhaal te vervolgen. "Het is gewoon vreemd dat iemand zolang van de aardbodem kan verdwijnen en in eens weer kan opduiken."

"Zullen we haar dan eerst vinden, voordat we iets gaan bedenken voor de Brandsma zaak. Als de nood aan de man is, kunnen we er altijd Romeo en Marion nog op zetten, als de zaak niet te complex blijkt te zijn." Eva knikte.

Eenmaal boven aangekomen, werd het al snel duidelijk welke flat het plaats delict was.

"Zullen we bij de buren beginnen?" vroeg Wolfs. Eva knikte en belde aan. Er deed een jonge vrouw open.

"Goede morgen mevrouw. Eva van Dongen, recherche Maastricht. Dit is mijn collega Wolfs." Ze liet haar ID zien, waarna Wolfs vervolgens een van de foto's uit de enveloppe haalde.

"Zijn jullie daar van de week ook al niet voor langs geweest? Ik heb toen ook al gezegd dat ik dat meisje niet ken." De vrouw wilde de deur weer dicht doen.

"Dit zijn recentere foto's. Zou er even een blik op willen werpen?" Wolfs liet de foto's zien.

"Nee sorry. Is dat alles? Ik heb morgen een tentamen waar ik nog voor moet leren." Eva knikte goeie dag en de vrouw sloeg de deur dicht.

"Dit wordt nog gezellig" zuchtte Wolfs. De rest van de vierde verdieping reageerde niet veel anders. Hetzelfde gold voor de derde verdieping. Ze stonden voor de laatste deur van deze etage.

"Als hier niemand wat weet, geef ik op! Het is toch belachelijk dat niemand iets heeft gezien." Eva belde aan en maakte zich op voor hetzelfde scenario gesprek als de vorige aantal. "Is er nog iets wat we hier de vorige keer wel te weten zijn gekomen?"

"Nope, er was toen niemand thuis." Eva keek op. Misschien hadden ze nu dan wel geluk. Op het moment dat de deur open ging, draaide Eva zich weer terug naar de deur, maar trok wit weg alsof ze een spook had gezien toen ze zag wie er stond. De foto stond daar voor haar neus, in levende lijven.

Het meisje stond daar met een vragende gelaatsuitdrukking op haar gezicht. Ze was van een gemiddelde lengte en had lang blond haar. Wolfs herstelde al snel en nam het voortouw.

"Goede morgen. Ik ben Wolfs van de recherche Maastricht. Dit is mijn partner Van Dongen. We hebben wat vragen rondom een misdrijf op de vierde verdieping." De uitdrukking op het gezicht van het meisje begon meer te fronsen. "We hebben het vermoeden dat jij er iets mee te maken hebt en willen je wat vragen stellen hier over." Eva had zich ondertussen hersteld van de situatie en griste de foto's uit Wolfs' handen, maar voordat ze iets kon zeggen, begon het meisje te praten.

"I'm sorry, but I don't understand what you're saying." Eva keek verbaasd. Het accent van het meisje was niet zoals het Engels dat ze regelmatig hoorden tijdens hun werk. Het had geen Oostblok accent of enig ander accent, het was echt Engels. Daarnaast klonk het meisje ook oprecht van haar zaak. "I'm mean I do understand bits and pieces of Dutch, but you were just talking too fast. I'm sorry." Ze draaide haar ogen naar beneden en keek naar de vloer.

"That's okay. We have some questions for you concerning a homicide upstairs. Do you know anyone living in this building?" vroeg Eva. Het meisje schudde van nee. "Have you ever met your neighbour living right above you?" Dit keer knikte ze ja. "Do you mind coming with us to the police office to answer this and a few more questions?" Weer schudde ze nee en pakte bijna automatisch haar jas, tas en sleutels en volgde Wolfs en Eva naar beneden.

NaamloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu