021 - Het maanlicht

81 17 9
                                    

Een traan rolt over mijn wang en ik weet niet waar ik ben. Ik ken deze stad niet en ik ken hier ook niemand. Ik sta in een soort park met bomen langs de kant en kleurrijke bloemen. Maar ik loop zonder echt te kijken gewoon door. Helemaal buiten adem laat ik me vallen op de grond waar ik met opgetrokken knieën ga zitten.

Ik steun met mijn hoofd op mijn knieën en mijn gedachtes dwalen af. Damian zijn gedrag veranderde zo snel, alsof hij me niet zag staan. Nee hoor, een lachje kon er niet vanaf. Prinses of niet, die Lilly kan me niets schelen. Ik zou mijn woorden nooit anders hebben gekozen, ookal zou ik hebben geweten dat ze de prinses is.

Ik weet niet wat ik moet denken van dit alles, mijn gedachtes dwalen steeds weer af naar Damian. Was ik echt jaloers? Damian laat mijn hart smelten met zijn lach, die ik maar zo weinig zie.

Ik schrik op als ik een hand op mijn schouder voel. Het is niet Damian, maar wel één van de twee meisjes. Lilly. Snel sta ik op en draai me naar haar toe. Wat wil ze? Zeggen dat ik van Damian af moet blijven? Dat ik een dom wijf ben?

'Voordat je iets zegt, wil ik zeggen dat het me spijt. Ik had niet zo mogen reageren.' Veronderschuldigt Lilly zich. Verbaasd kijk ik haar aan.

'Waarom zou u zich verontschuldigen?'

'Alsjeblieft, zeg maar je.'

Een beetje geïrriteerd kijkt ik haar aan, een half uur geleden zei ze nog uitdrukkelijk dat ik u moest zeggen. Ik besluit er niets van te zeggen en herstel mijn gezichtsuitdrukking snel.

'Ik ben je achterna gerend, ik was je even kwijt vandaar dat ik er niet meteen was. Maar ik begrijp dat je zo reageerde tegen Damian, het is een zeer terechte opmerking die je gemaakt had.'

Ik weet niet wat ik moet zeggen dus ik knik maar wat. Moet ik haar vertrouwen? 'Eh, sorry ik weet even niet wat ik moet zeggen. Maar mag ik vragen waar Damian dan is?'

Ze knikt en antwoordt: 'Ik had tegen hem gezegd dat ik je even alleen wou spreken, hij wou je wel achterna komen, samen met je vriendin, maar op mijn bevel moest hij wel gehoorzamen.' Ik knik alweer en wacht totdat ze nog iets zegt, maar er volgt alleen een ongemakkelijke stilte.

'Eh, Lilly, ik stel je verontschuldiging zeer op prijs, maar ik zie in je ogen dat je het niet meent.' Ze trekt een scheve glimlach. 'Hoe weet je dat zo zeker, meid?'

'Door de opmerking die je nu net hebt gemaakt, lieve schat. Dat was niet zo slim van je.' Is mijn antwoord. Wat een vreselijk kind, zou ze ook zo'n verschrikkelijke vader hebben? Ik hoop toch van niet, voor mij niet en voor Saeberia niet.

Ik keer haar mijn rug toe en draai me enkel om om haar een luchtkusje te geven. Haar gezicht staat op onweer en ze kijkt zo eng dat ik er bang van word. Haar blik negerend, loop ik snel verder.

'Tss, bitch.' Komt er automatisch uit mijn mond.

'Over wie heb je het, Alicia?' Hoor ik iemand achter mijn rug zeggen. Het is niemand minder dan Damian. Waarom laat iedereen me zo schrikken vandaag? Jeetje.

'Dat weet je best.' Zonder me naar hem om te draaien, geef ik hem antwoord. Ik loop gewoon verder, alsof Damian er niet is. Zonder te weten waar ik naar toe loop, loop ik een of ander straatje in. Het maakt me niet zoveel uit waar ik hier naar toe loop, er is hier niets slechts, in ieder geval geen rare mensen die je ontvoeren, zoals vaker gebeurd op de aarde.

'Alicia, alsjeblieft, stel je niet zo aan.' Zegt hij dan weer. 'De enige die zich hier aanstelt, Damian, ben jij. Ga naar je vriendinnetje of zo, je hebt vast iets beters te doen. Ik vind de weg zelf wel.' Zonder me om te draaien, weet ik dat hij staat te grijnzen. 'En grijns niet zo.' Het is meteen stil achter me en ik loop tevreden verder in het maanlicht. Het is ondertussen al laat geworden en de sterren staan aan de hemel.

'Oké, Alicia nu is het klaar. Luister naar me en doe niet zo dom.' Zegt hij zo nonchelant mogelijk. Ik voel gewoon woede in me opkomen. Nú pas draai ik me om. 'Als jij, verdomme, nog één keer zegt dat ik dom ben of me aanstel lig je op de grond!' Ik voel me opeens heel duizelig en ik ben licht in mijn hoofd.

Ik heb de neiging om om te vallen maar ik blijf rechtstaan. 'A.. Alicia, je ogen!' Ik knijp mijn ogen dicht en voel hoe het maanlicht op mijn gezicht valt. 'Ze zijn blauw.' Zegt hij fluisterend tegen zichzelf alsof hij iets herkent. Natuurlijk herkent hij het Alicia! Papa! Hij had ook zulke ogen natuurlijk! Vandaar dat Damian zo verwonderd kijkt. Dit moet vast herinneringen ophalen van toen mijn vader nog hier was.

'Concentreer je op mijn stem, alsjeblieft.' Dus dat doe ik ook.

Ik ga, nog steeds met dichtgeknepen ogen, klaar staan voor wat komen gaat. 'Goed, blijf rustig en adem diep in en uit. Laat het maanlicht je aderen binnen, voel het.' Zo geconcentreerd mogelijk focus ik me op het maanlicht. Dan open ik mijn ogen. Zonder bevel van Damian, zonder bevel van mij, maar op bevel van de maan.

Nog nooit, in mijn hele leven heb ik zo'n fel licht gezien, zelfs in mijn dromen was het nog niet zo fel. Ik voel me raar en ik val langzaam op de grond. Er gaan verschillende pijnscheuten door mijn litteken en ik zit op mijn knieën. Dan gebeurd er iets dat ik niet had verwacht.

Mijn lichaam maakt plaats voor vacht, prachtige wit-zwarte strepen lopen over mijn lichaam en ik brul zo hard als ik kan. Mijn eerste geluid, mijn eerste brul en mijn eerste groet aan Saeberia als een echte Laeteraan.

---

A/n Fijn dat jullie dit hebben gelezen! Sorry voor het lange wachten, hopelijk de moeite waard na dit hoofdstuk. Kusjes van mij xo

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 24, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

A tiger at MidnightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu