016 - Het verhaal

166 20 12
                                    

Helemaal overdonderd door het rare gedrag van Damian en het plotselinge vertrek, loop ik naar de afgesproken plek. Het is fris buiten en de lantaarnpalen is het enige licht dat schijnt. Als ik aankom op de hoek van mijn straat, zie ik dat Damian tegen de muur staat en een aantal keren, ongeduldig op zijn horloge kijkt. Als ik tegenover hem sta, kijkt hij snel op en zonder iets te zeggen neemt hij mijn tas over.

'Damian, ga je nou eindelijk eens vertellen wat er hier aan de hand is of wat? En waarom je je zo ijzig gedraagd?' Mijn geduld wordt hier op de proef gesteld en ik ben er niet blij mee. Vanbinnen borrelt het van woede maar vooral van nieuwsgierigheid. 'STOP!' Schreeuw ik dan uit het niets terwijl ik midden op de straat stil blijf staan. Damian draait zich geïrriteerd om en kijkt me ongeduldig aan.

'Wat?' Hij blijft nog redelijk kalm maar hij knijpt hard is zijn arm om rustig te kunnen blijven. Als hij merkt dat ik naar zijn arm kijk, trekt hij zijn hand weg waardoor ik wakker schrik. 'Ik ga niet met je mee als je niet vertelt waarom ik eigenlijk wel mee moet gaan?'

Hij rolt met zijn ogen en antwoordt dan:

'Er is een reden en je krijgt hem zo snel mogelijk te weten alleen niet nu, we moeten hier weg.'

'Ik laat niet zomaar mijn moeder achter?'

Ik zie aan Damian dat hij hard zijn best moet doen om niet op me uit te vallen. Hij klemt zijn tanden hard op elkaar en zijn ogen stralen gewoon ongeduldigheid uit.

'Dan maar op deze manier', zegt hij dan. Hij loopt naar me toe, pakt me op en loopt zo verder. Ik schop en sla om me heen terwijl ik 'laat me los' roep. Als ik merk dat ik geen kans maak tegen hem, bespaar ik hem een paar blauwe plekken en geef me over. Hij heeft geen kik gegeven toen ik hem schopte of sloeg.

Na een tijdje lopen zie ik een grijze auto staan, zo te zien een oudere. Verschillende krassen en vieze vlekken bedekken de auto. Als Damian de deur heeft geopend, zet hij me in de auto waarbij ik bijna mijn hoofd stoot en doet mijn riem om. Alsof ik een klein kind ben. Ik sla een zucht en verstijf als Damian wel heel dicht met zijn gezicht bij de mijne in de buurt. Hij merkt het blijkbaar ook want hij staat snel weer buiten om naar zijn plaats achter het stuur te lopen.

Zwijgend start hij de auto en ik kijk nog steeds een beetje verstijft naar buiten. De zon begint al op te komen en de vogels beginnen met hun dagelijkse liederen. Al snel bevinden we ons op de snelweg en bomen flitsen voorbij. Nog steeds hebben we geen woord met elkaar gewisseld totdat Damian het ijs eindelijk breekt.

- 'Dus je wilt de reden weten, hm?'

> 'Dat je dat nog moet vragen.'

Met dezelfde geïrriteerde blik als een uur geleden kijkt hij me aan.

> 'Ja, dat wil ik', zeg ik dan maar.

- 'Je vader is hierbij betrokken en heeft deze taak aan jou overgedragen, het is aan jou de bedoeling om de wereld terug de oude te maken.'

Mijn ogen sperren open bij het horen van mijn vader en een taak. 'Ongetwijfeld met obstakels zeker?' Vraag ik.

- 'Laat me even uitpraten ja?' Ik knik en gebaar dat hij verder moet gaan.

- 'Om een antwoord op je vraag te geven: ja er bevinden zich enkele obstakels. Zoals de Iracundus.' Ik besluit gewoon niets te zeggen, want dit is totale waanzin, denk ik bij mezelf. 'Jij zelf bent een van de Laetundus net zoals je vader. Momenteel zijn er nog andere delen van de wereld, die geen enkele wetenschapper kan ontdekken. Het ligt tussen de hemel en de aarde, de Iracanen leven tussen de onderwereld en de aarde. Wij, Saeranen en Laeranen zijn de enige die ervan weten.'

> 'Oké, wow, te veel informatie in 5 minuten! Wat zijn dan Saeranen?' Ik stel niet meer vragen omdat Damian waarschijnlijk alles gaat uitleggen. Ik dacht dat de onderwereld en de hemel gewoon in de sprookjes voorkwamen of in films...

- 'Het volk dat in het 'ander' deel van de wereld leeft samen met de Laeranen. En de Iracanen zijn gewoon met één volk. Maar wij zullen nooit in hun leefomgeving komen en zij niet in onze.'

> 'Wat ben jij dan?' Vraag ik rechtuit.

- 'Een Saeraan, er bestaan niet zoveel Laeranen. Dus om verder te gaan, de twee delen heten Saeberia en Iraeria. Maar nu is er een probleem ontstaan. Iracanen proberen ons deel binnen te dringen, dat hun nooit zou lukken. Maar je vader dacht daar heel anders over, hij is naar Iraeria vertrokken maar nooit teruggekeerd. Dat litteken dat je op je arm hebt, is er niet zomaar gekomen. Het is een teken van je vader, hij leeft nog Alicia.

Ik kon wel schreeuwen van geluk, de tranen stonden in mijn ogen.

- 'Maar hij zit nog steeds in Iraeria. Jij kan door dat litteken naar Iraeria reizen, maar het is een list. Dat litteken heeft de koning van de Iracanen veroorzaakt, vandaar dat het zoveel ellende met zich meebrengt. Hij speelt een slim spelletje. Hij heeft express je vader laten leven, om jou naar Iraeria te laten reizen.'

> 'Maar waarom wil hij dat ik naar hem reis? Ik laat me nergens door weerstaan om mijn vader eindelijk te kunnen zien, slecht of niet.'

- 'Alicia je snapt het niet.. Jij en je vader zijn nog de enige Laeranen. De anderen zijn allemaal gedood door de Iracanen in de hoop dat ze de taak zouden volbrengen die jou ook te wachten staat. Misschien leven er nog, in Iraeria net zoals je vader maar dat is maar een kleine kans. Griffen, de koning, wil dat jij naar hem toe komt. Als jij en je vader samen herenigt worden in Iraeria in plaats van in Saeberia, dan is jullie kracht zo groot dat er een deur opent dat onze beide werelden openmaakt en wij naar de aarde kunnen reizen.'

> 'Ma.. Maar dan is er dus geen weg terug? Als ik in Saeberia ben, kan ik niet terug naar de aarde? Naar mijn moeder, Tess en al mijn vrienden?'

- 'Alleen als het echt nodig is kan je terugreizen. Ik moest jou halen en overtuigen om met me mee te gaan. Daarvoor mocht ik naar de aarde zolang als het nodig was. Ik heb je lang geobserveerd tijdens vakanties en school.'

> 'Wat?! Je hebt me gewoon bespioneerd? Tijdens school keek je toch wel op een andere manier naar me hoor', zei ik blozend.

- 'Als je het zo bekijkt, ja, ik heb je bespioneerd', antwoordt hij zonder antwoord te geven op mijn laatste zin. 'Maar wat dus het probleem is, is dat je ooit je vader moet gaan halen. En het moet gaan opnemen tegen Griffin om iedereen voor altijd veiligheid te schenken. Want geloof me, je wil echt niet dat de Iracanen naar de aarde reizen. Ze zullen iedereen vermoorden die hun in de weg staat.'

> 'Dus ik moet eventjes gaan vechten tegen meneertje Griffin? En hoe moet ik dat doen?'

- 'Als Laeteraan kan je met je hart praten en daar kunnen Iracanen niet tegen. Maar het is niet makkelijk, je vader is te zwak om deze te gebruiken. In Iraeria is je kracht bijna nutteloos, je moet wel heel goed zijn om daar te kunnen spreken vanuit je hart.'

Ongelovig kijk ik Damian aan. Maar hij kijkt nog steeds zonder enige gezichtsuitdrukking voor zich uit. Alles wat hij net heeft gezegd was zo ongeloofwaardig dat ik niet meer weet wat ik moet zeggen en doen.

- 'Ik heb wel een kleine verrassing voor je.'

> 'Goh, is er ook nog een leuke Damian?'

Hij rijdt een bos in, in de middle of nowhere en blijft op een bepaald punt stilstaan. Hij stapt de auto uit en ik volg zijn voorbeeld. Heel enthousiast ben ik niet, want het valt nogal zwaar allemaal. Slenterend loop ik naar het punt waa Damian ook staat. Dan verschijnt de verrassing.

❤❤❤
Heyhey! Bedankt voor het lezen! Ik hoop dat jullie het allemaal een beetje snappen en nog kunnen volgen? Wat vinden jullie van de taak en alle dingen er rond? En wat zou de verrassing zijn? ^^

Ik heb bijna 2k readsssss! Zo blij :) Heel erg bedankt daarvoor!
Vote en comment als je het leuk vond!
Kusjes Kyara :*

! Dit hoofdstuk is nog niet verbeterd op spellingsfouten en grammaticale fouten !

A tiger at MidnightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu