Hoofdstuk 7 | Charlus en Dorea

726 44 7
                                    

Na die ene maandag, waarop Harry me bijna gekust had, had hij het elke dag daarna ook nog geprobeerd. Als ik Draco niet tegen gehouden had, was Harry er vast niet meer. Omdat ik niet wou dat er doden vielen, was ik van plan om zelf naar Harry te gaan, en hem te vragen er mee op te houden. Dus, de zaterdagavond na het avondeten ging ik naar de kerkers, waar de leerlingenkamer van Zwadderich was. Ik was nog niet eens dichtbij de kerkers toen ik hem zag zitten op een bankje.

"Kom je me geven wat ik wil?", zei hij terwijl hij nonchalant zijn nagels bestudeerde. 

"Harry, stop. Je weet dat we niet met elkaar mogen omgaan, en ik wil geen risico's nemen."

"Regels zijn er om te breken, Elisabeth."

"En dat doe ik niet, want ik wil liefst nog even leven."

"Ik kan je beschermen."

"Wat is je doel, Harry?"

"Ik wil gewoon vrienden proberen worden, je ziet er leuk uit, je hebt pit, je bent wel wat voor mij."

"Vrienden worden doe je niet door me elke dag proberen te kussen."

"Ik denk dat dit gesprek een goed begin is."

"Misschien wel."

"Kom zitten", zei hij terwijl hij op de plaats naast hem wees.

Waar was ik mee bezig? Ik ging hem een lesje leren en nu was ik van plan naast hem te zitten om een gesprek te voeren? Hoe vaak ik mezelf ook zei dat het verkeerd was, ik ging toch zitten.

"Elisabeth, wees nu eens eerlijk, waarom ontweek je me? Omdat je het zelf wou, of omdat je ouders je het gezegd hebben?"

"Mijn ouders hebben het inderdaad gezegd," ik zei niets over Draco, ik wou niet dat Harry hem iets zou doen, "maar ik wou het ook zelf, nadat ik de mogelijke gevolgen gehoord had. Echt bizar, hoe iemand achter ons aan kan zitten."

Hij knikte, "Ik dacht het al, maar luister niet naar hen, ik denk dat we samen grote dingen kunnen verrichten."

"Dat zeiden ze ook, samen zijn we sterk, maar tegelijkertijd zeer kwetsbaar."

"Ik denk dat we misschien gewoon vrienden moeten worden in het geheim, als niemand het weet, kan niemand het doorzeggen aan Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden." Hij keek me recht in mijn ogen aan. Zijn blik was bijna smekend, alsof hij echt wanhopig was om vrienden met me te worden.

"Dat kunnen we proberen." We glimlachten naar elkaar.

"Dus, vertel eens wat over jezelf." zei Harry.

"Uhm, ik ben Elisabeth Malfidus, maar noem me maar Liz. Ik ben geboren op 2 mei 1981 in Noord-Engeland. Mijn ouders heten Narcissa en Lucius, mijn broer Draco. Buiten hen heb ik geen familie die ik ken-"

Harry onderbrak me in het midden van mijn zin. "Ik weet nog een paar familieleden van je, wil je ze weten?"

"Ja natuurlijk! Vertel me alles wat je weet!" antwoordde ik verbaasd, hoe kon hij nu dingen weten over mijn familie?

"Kom mee, ik weet de familiestambomen liggen."

We liepen de gang door en hij smokkelde me binnen in de leerlingenkamer van Zwadderich. Het was er helemaal anders dan de leerlingenkamer van Griffoendor, het was donkerder, strakker en killer. Hij opende een kleine deur die uitliep in een lange tunnel, toen opende hij een luik en we kropen erdoor heen, zodat we in een klein verlaten klaslokaal kwamen. Er stonden een vijftal metalen archiefkasten tegen de muur en het leek alsof Vilder deze kamer al eeuwen overgeslagen had bij zijn grote kuis.

"Kijk bij de Z en zoek bij Zwarts."

"Zwarts? Moeten we niet bij de M van Malfidus kijken?"

"Die doen we later, we bekijken eerst je moeder haar kant."

A Gryffindor who's in love with a Slytherin [Dutch Harry Potter fanfiction]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu