Hoofdstuk 2.2 | De Hersenpan

309 23 6
                                    

Het gordijn van een kamer op de eerste verdieping ging opzij en een meisje met krullend haar keek erlangs. Ze glimlachte en liep weg, nog geen tien seconden later ging de voordeur open. "Elisabeth! Wat doe jij hier?" Ze gaf me een knuffel en richtte zich dan tot ons alle drie. "Het is super om jullie te zien, ik dacht dat er iets gebeurd was!"

Ik fronste. "Waarom dacht je dat?"

"Leg ik zo meteen uit, kom eerst binnen, hierbuiten is het niet veilig." Ik knikte en we liepen het huis binnen. "Mam, kan je thee maken voor vier?" Hermeliens moeder riep vanuit de keuken dat ze bezig was. We gingen zitten op de bruine sofa en Hermelien ging op een stoel ernaast zitten. "Wanneer iedereen de trein naar huis nam, zocht ik jou," zei ze tegen mij, "maar wanneer ik je niet vond, ging ik op zoek naar jou." Ze knikte naar Harry. "Jou kon ik ook niet vinden, dus wanneer ik uiteindelijk aan Draco wilde vragen als hij jullie gezien had, vond ik hem ook nergens. Niemand had jullie drie gezien."

Ik keek naar Harry en daarna naar Draco. "Vertel jij maar." zei Harry tegen me.

"... en toen liep Bellatrix, volledig van streek, weg-" nog voordat ik mijn verhaal kon voltooien onderbrak Hermelien me. "Wanneer ik onderweg was van King's Cross hierheen, zag ik haar langs de kant van de weg. Maar ze zag er helemaal niet van streek uit, ze stond te praten met een jongen."

Draco fronste. "Herkende je hem?"

Hermelien schudde haar hoofd. "Ik weet enkel nog dat hij donkerblond haar had, rond de één meter tachtig groot was en er behoorlijk mager uit zag. En met die informatie zijn we helemaal niets."

"Het hoeft niet per se iets te zijn," zei ik, "misschien vroeg ze gewoon de weg aan een voorbijganger."

"Nee," Draco schudde zijn hoofd, "ze zou nooit praten met een vreemdeling, zolang ze niet zeker weet als het een Dreuzel is of niet."

Hermeliens moeder kwam binnen met vier kopjes thee en een bord koekjes. "Zijn dit vrienden van school?" vroeg ze aan Hermelien. Ze knikte. "Heb je de buurt gecheckt?" Ze knikte opnieuw. Haar moeder glimlachte en liep de woonkamer uit.

"Waarom was het buiten niet veilig?" vroeg ik.

Hermelien zuchtte. "De Dooddoeners weten dat we jullie geholpen hebben - ik, Draco, Ginny, Daan, Astoria, Ron, Patty, Benno, Loena en Marcel - maar zij zijn allemaal Volbloed, of tenminste Halfbloed. Hun huizen zijn dus beschermd zodat Dooddoeners ze niet gemakkelijk kunnen vinden, maar het mijne niet. Ik ben al een paar keer op het nippertje ontsnapt, maar ik zal hier niet meer lang veilig zijn."

"Geen probleem." zei ik. "We kwamen je eigenlijk ophalen om terug naar Zweinstein te gaan, volgens mij zullen we nog veel dingen moeten bespreken met iedereen en daar zijn we veilig."

Ze knikte. "Ik ga mee."

We dronken onze thee op, aten nog een paar koekjes en wachtten dan tot Hermelien haar koffers gepakt had.

We landden alle vier in een grote plas, omringd door hoog gras. Zo'n honderd meter verder stond een hoog huis dat leek alsof het opgebouwd was door op elkaar geplaatste kleine huisjes. Naast het huis stond een blauwe auto, die leek alsof hij minstens vijf keer door een vrachtwagen geramd was. Ik keek ernaar uit om Ginny terug te zien, ze wou vast ook wel weten hoe het met mij ging. We belden aan en na een paar seconden ging de deur open. Een mollige, glimlachende vrouw deed de deur open. Haar glimlach werd breder wanneer ze Hermelien zag, maar verdween meteen wanneer ze Draco, Harry en ik zag. "Wat moeten jullie hier? Ik wil geen Dooddoeners in mijn huis." Ze keek even extra naar Draco toen ze dat zei.

"Mevrouw Wemel," begon Hermelien, "we hebben alle hulp nodig die we kunnen krijgen."

Ze fronste. "Wat is er aan de hand?" Hermelien legde vlug alles uit en mevrouw Wemel knikte. "Ron! Ginny! Pak jullie spullen in, jullie gaan naar Zweinstein."

Wanneer we even later bij het huis van Patty aankwamen, werden we bijna meteen weer weggestuurd door haar ouders. Gelukkig waren we zo slim om iedereen behalve Astoria en Benno wat verder te doen wachten, anders hadden we vast nog meer problemen gehad. Dat heb je dan als je iemand ophaalt bij Dooddoeners. We zijn een paar keer moeten terugkeren omdat het blijkbaar moeilijk is om tien mensen mee te nemen terwijl je Verdwijnselt, zo lieten we dus een keer Marcel en een keer Ron achter.

De volgende dag zaten we allemaal aan een tafel in de Grote Hal. De school was verlaten en opvallend kil, ook al was het hartje zomer.

"Dus?" vroeg Benno. "Is er een plan?"

Ik schudde mijn hoofd. "Er is geen plan, meer nog, er is... niets eigenlijk."

"Hoe bedoel je?" Patty fronste.

"Nou ja, we weten enkele dingen, maar niets waar we echt iets mee kunnen. We weten dat Bellatrix iets van plan is, want ja, het is Bellatrix. We weten ook dat ze met een jongen praatte maar dat hoeft helemaal niets te betekenen. En we weten dat ze geen toverkracht meer heeft."

Iedereen keek me vragend aan - behalve Ron, hij zat te genieten van het eten dat een paar huiselfen ons hadden komen brengen. Hermelien was hier razend om geworden en had Ron een hele preek gegeven over de S.H.I.T. (Stichting Huiself, voor Inburgering en Tolerantie) - "En wat kunnen we dan precies doen als we niets van informatie hebben?" vroeg Ginny.

Ik haalde mijn schouders op. "Volgens mij kunnen we nu best gaan slapen, we zien morgen wel wat we kunnen doen."

Het was al na middernacht en ik liep door het koude kasteel. Er scheen maanlicht door de dunne raampjes en in sommige gangen brandden er fakkels. Veel was er niet te zien, de portretten en de geesten sliepen. Een vaag blauw licht aan het einde van de gang trok mijn aandacht, wanneer ik dichter keek, zag ik dat het uit een lokaal kwam. Er was hier toch niemand buiten wij? Misschien was het wel Foppe. Ik besloot te kijken. Eerst dacht ik dat het lokaal leeg was, maar wanneer mijn ogen het licht gewoon werden, zag ik een soort schotel staan. Er zat water in, meer niet. Wat zou dit zijn?

"Elisabeth, hoe toevallig om je hier te zien." Ik draaide me geschrokken om en zag Perkamentus staan.

"Professor! Ik dacht niet dat er hier nog iemand zou zijn tijdens de vakantie!"

Hij glimlachte en wandelde naar de schotel. "Jij bewijst het tegendeel." Hij zag dat ik fronsend keek naar het water, ik dacht dat ik net een soort zilverachtige sliert er in zag, waarschijnlijk was het door het licht. "Ik zie dat je de Hersenpan ontdekt hebt."

"Hersenpan? Wat zit er in?" vroeg ik.

"Mijn herinneringen." zei hij kort. "Soms heb ik teveel gedachten in mijn hoofd en dan gebruik ik de Hersenpan. Het is vaak makkelijker om patronen en oplossingen te vinden als je het in een andere vorm ziet."

Oplossingen vinden. Gedachten. Ik had een idee. "Professor, zou Hermelien het mogen gebruiken? Het is belangrijk."

"Uiteraard." Hij glimlachte. "Juffrouw Griffel weet wel hoe het moet, dus ik zal nu wat rust opzoeken, als je dat goed vindt."

Ik knikte, Perkamentus liep de kamer uit en ik nam mijn toverstok. "Expecto Patronum!"

Ik zag Bellatrix lachen, samen met een jongen. Het beeld veranderde. Zij en de jongen liepen door een soort grot, het leek een beetje op Goudgrijp, ze keken over de rand van een klif en zagen een grote groep Necroten. Ze keek naar boven en lachte gemeen. Dit is het.

Ik opende mijn ogen en zag Hermelien staan. "Wat is er Liz?" vroeg ze bezorgd. 

"Weet je hoe dat ding werkt?" Ik wees naar de Hersenpan.

Ze knikte. "Je wilt de herinnering van de jongen zien, niet waar?" Ik knikte ook en ze liep er heen, met haar toverstok haalde ze precies een zilveren sliert uit haar slaap, net zo'n sliert als ik gezien had in de Hersenpan zelf, en ze legde het er in. "Gewoon met je gezicht het water in gaan." zei ze.

Wanneer ik de herinnering zag, wist ik het meteen. De jongen die ik gezien had in mijn 'visioen' was dezelfde jongen die Hermelien gezien had. Hij werkte samen met Bellatrix. Ik draaide me om en keek Hermelien aan. "Haal de rest."


Sorry voor het vreselijk lange wachten! Ik had gewoon totaal geen inspiratie en dat zal je misschien ook wel zien in dit hoofdstuk. Gelukkig heb ik nu weer genoeg inspiratie om even door te gaan!

Veel liefs,

Julie



A Gryffindor who's in love with a Slytherin [Dutch Harry Potter fanfiction]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu