Hoofdstuk 23 | De Heer van het Duister

388 35 5
                                    

Patty's pov, 16:00

Benno en ik stonden te wachten aan het Krijsende Kot, de Dooddoeners zouden hier elk moment moeten zijn. Ongeduldig tikte ik met mijn voet op de grond. 

"Patty, zou je nu eindelijk willen ophouden daarmee?" Ik gaf Benno een verwarde blik. "Je staat hier al zo'n vijf minuten rond te kijken en te stampen met je voet, ik word er zenuwachtig van."

"Sorry," mompelde ik, "denk je dat ze nog komen?"

Hij knikte. "Deze kans zullen ze niet laten schieten." Hij had vast wel gelijk, maar toch was ik ongelooflijk zenuwachtig.

Nog geen vijf minuten later hoorden we een knal achter ons. Abrupt draaiden we ons beiden om en ik zag het vreselijke gezicht van Voldemort. Iedereen zag er erg opgewonden uit. "Ik kan niet wachten, wanneer begint het spektakel?" Ik kromp ineen bij het geluid van zijn stem, ik mag dan wel opgegroeid zijn tussen deze mensen, ik vond ze nog steeds angstaanjagend.

"Kom maar mee, we leiden jullie naar het gevecht." zei Benno met een glimlach, zo geloofwaardig dat het eng was.

Benno en ik keken elkaar aan, we liepen door het landschap, naar het kasteel. Tientallen bemantelde figuren volgden ons.

Elisabeth's pov

"Harry!" riep ik terwijl ik door de gangen van het kasteel liep. "Harry! Waar ben je, Harry!"

Ik hoorde voetstappen om de hoek komen, onmiddellijk ging ik achter een harnas staan en trok mijn toverstaf. De voetstappen kwamen dichter en dichterbij, totdat ze uiteindelijk stopten naast het harnas. "Aparecium" fluisterde ik. Het harnas loste lichtjes op en ik keek naar de achterkant van een jongen met zwart haar en een mantel van Zwadderich.

"Hemel, Harry! Waarom laat je me zo schrikken?" zei ik kwaad.

Hij draaide zich abrupt om. "Elisabeth? Waar ben je?" toen besefte ik dat ik nog steeds achter het harnas stond en voorzichtig kwam ik tevoorschijn. Tot mijn grootste schrik gaf mij me meteen een knuffel, trok zich weer weg en nam mijn gezicht in zijn beide handen. "Elisabeth, kan je me iets beloven?" vroeg hij.

Ik knikte. "Na-natuurlijk, Harry, wat is er?" antwoordde ik, verbaasd.

"Wat er vanavond ook gebeurt, ik wil dat je doorgaat, oké? Zelfs als hij me dood, jij mag het gevecht niet opgeven. Je kan dit, Elisabeth, daar ben ik zeker van. Beloof me dat je elke seconde aan jezelf zal denken, niet aan mij, ik red me wel, zo niet red jij de wereld, alleen. Beloof je dat?" vroeg hij.

"H-Harry, nee dat kan ik niet." mijn stem brak in het midden van mijn zin. "Hoe kan ik niet aan jou denken, je zal het hele gevecht in mijn gedachten zijn, ik kan jou niet zomaar alleen laten. We hebben elkaar nodig, dat heb je mezelf verteld!" huilde ik.

Tot mijn verbazing zag ik dat er zich ook tranen begonnen te vormen in zijn groene ogen. "We hebben elkaar inderdaad nodig, maar vanavond zullen we aan onszelf moeten denken. Hij is niet dom, Elisabeth, hij weet wanneer we op ons zwakste punt zijn. En dat is wanneer we bij elkaar zijn, op deze manier."

Ik keek hem verbaasd aan. "Hoe bedoel je?" vroeg ik met trillende stem.

"Vanavond moeten we alles vergeten, vergeten dat we van elkaar houden, vergeten dat we elkaar ooit gemogen hebben. Vanavond gaan we terug naar het begin, waar ik je irriteerde en waar jij het liefst had dat ik zo ver mogelijk van je vandaan bleef. Vanavond zijn we vreemdelingen, als we het overleven, gaan we terug naar nu. Maar nu moeten we aan onszelf denken." Hij kuste me op mijn mond, ik proefde de zoute smaak van tranen op mijn lippen. Hij liet mijn gezicht los. "Elisabeth, ik hou van je. Onthoud dat. Enkel niet vanavond, vanavond vergeet je het." Hij draaide zich om en liep de gang uit, zijn tranen aan zijn mouw afvegend.

A Gryffindor who's in love with a Slytherin [Dutch Harry Potter fanfiction]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu