De Brabanthal

276 6 0
                                    



° De wraak °


Met haar mond komt Angie dichter tegen het oor van Amelie.
"Mag ik even de autosleutels? Ik ben mijn gsm vergeten in de auto. Mocht Angelica plots bellen, dan ben ik niet bereikbaar." Angelica was het petenkindje van Angie. De dochter van Sam en Natasja. Het zou niet de eerste keer zijn dat Angelica belt naar Angie om haar hart eens te luchten. Waardoor Angie zich naakt voelt zonder haar gsm. Amelie knikt en neemt de sleutels uit haar handtas. "Ik zal wel even snel lopen. Het is me hier veel te warm." lacht Amelie.
"Ben je zeker? Want het is mijn eigen fout dat ik mijn gsm ben vergeten hé."
"Natuurlijk!"
"Ok, wees voorzichtig hé."
"Ja liefje." Angie geeft liefdevol een kus op haar wang en ziet hoe Amelie in de massa verdwijnt.

"Waar is Amelie naar toe?" vraagt Louise.
"Naar de auto, ik ben mijn gsm vergeten."
"En dan laat jij je vriendin lopen? Jij hebt toch ook twee benen gekregen."
"Ja, ze wou zelf naar buiten gaan. Een luchtje scheppen want het is hier veel te warm voor haar."
"Ja, dat snap ik wel. Ik heb het ook veel te warm. Je hebt haar toch je badge gegeven? Anders kan ze niet terug binnen. Tenzij ze je personeelsnummer weet."
"Oh nee! Helemaal vergeten! Bedankt Louise!"
"Als je mij niet had hé." lacht Louise.

Angie wringt zich door de massa heen naar buiten. Haar ogen moeten wennen aan het felle licht van de spots die de ingang van de zaal verlichten. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes en speurt de donkere parking af. Nergens was Amelie te bekennen. Angie besluit om haar te gemoed te komen en wandelt naar de auto van Amelie. Aangezien dat Angie en Amelie een beetje later aankwamen op het feest, heeft Angie de auto redelijk ver van de zaal moeten parkeren. Op een honderd meter afstand van de auto, ziet Angie hoe een groep schaduwen in een cirkel bij de auto van Amelie staan.

Ze versnelt haar pas. De schaduwen worden duidelijker met elke stap die ze zet. Wanneer ze ziet dat de mannen in de cirkel met hun voeten aan het schoppen zijn, begint Angie te lopen.

De adrenaline giert door haar lijf. "Laat het alstublieft niet Amelie zijn..." mompelt Angie tegen zichzelf. Eens bij de mannen aangekomen, kiest ze de grootste eruit. Zo hard ze kan, trapt Angie met haar voet in de knieholte van de rechterknie van de man. Het automatisme van zijn lichaam reageert zoals Angie had verwacht. Hij zakt in elkaar op de grond. Ze plant haar vuist in de nek van de man, net achter zijn oor. In hoop dat zijn evenwichtsorgaan, dat op die plaats ligt, het voor even laat afweten. De andere mannen krijgen in het oog wat er met hun vriend gebeurt. Ze laten de persoon op de grond met rust en focussen hun aandacht op Angie. Angie beseft dat ze gaat moeten vechten voor wat ze waard is. De adrenaline geeft haar meer kracht dan dat ze ooit had durven dromen. Zo veel en zo hard ze kan slaagt ze op de mannen in. Dat ze er mogelijks een boxerfractuur aan overhoudt, zal haar een zorg wezen. Ze had meer angst voor wie er op de grond naast haar lag. En vooral dat zij niet meer bewoog. Twee mannen houden haar vast en terwijl de anderen Angie beginnen te schoppen en te slaan. Met al haar kracht vecht Angie terug. Maar ondanks de grote stoot van adrenaline, moet Angie verschillende stoten incasseren. Ze proeft hoe een straal bloed langs haar lippen op haar tong terecht komt. Maar ze weigert op te geven. "Klootzakken!" sist Angie.
"Nu zing je wel een toontje lager hé." fluistert een van de mannen in haar oor.
"Oh ja, want met vijf tegen één kan je het wel aan hé. Zielig ventje..." Het was sterker dan zichzelf. Wanneer Angie beseft dat ze dat beter niet had gezegd, was het al te laat. Ze voelt hoe een vuist zich inplant op haar kaakbeen. Meteen daarna volgt er eentje in haar buik en op haar longen. De zuurstof wordt letterlijk uit haar longen geslagen. Angie zakt in elkaar. Haar longen happen naar adem. Met moeite krijgt ze voldoende zuurstof in haar longen. Net op het moment dat de man zijn laatste trap wil uitdelen, verbreekt een stem de loodzware stilte.

"Angie?" zegt er een stem in de duisternis achter hen. De mannen schrikken op van de stem uit de duisternis. Ze laten Angie voor wat ze is en zetten het op een lopen. Angie ademt zwaar in en uit. Ze probeert met diepe halen voldoende zuurstof in haar longen te krijgen. Wanneer de stem eindelijk bij haar is, ziet Angie dat het Louise is die naast haar knielt. "Bel...de...100..." zegt Angie tegen Louise. Ze trekt zich recht en loopt naar de persoon die aan de auto ligt. Meteen zakt Angie door haar knieën naast de vrouw die bewusteloos ligt op de grond. Tranen springen in de ogen van Angie wanneer ze het bebloede gezicht van Amelie in het oog krijgt. 'Laat me niet achter Amelie...' denkt Angie in zichzelf. In de verte hoort Angie hoe Louise de ziekenwagen belt. Met twee vingers in de nek voelt Angie achter een hartritme. Maar het blijft doodstil. Haar hart slaagt een tel over. Als in een reflex buigt Angie over Amelie heen. Haar oor houdt ze boven de mond van haar geliefde. Er is geen warme adem dat tegen haar oor botst. Met haar beiden handen begint ze het borstbeen van Amelie in te drukken. "Louise... Help..." probeert Angie te vertellen. Louise draait zich om naar Angie en ziet hoe de borstkas van Amelie op en neer gaat. "Oh ja en we zijn juist gestart met de reanimatie." zegt Louise aan de telefoon. Daarna drukt ze het gesprek weg en helpt Angie met de reanimatie. Met elke indrukking die Angie op het borstbeen uitoefent, voelt ze hoe haar kracht afneemt. Haar longen beginnen te protesteren onder de zware inspanning van de reanimatie. Haar hoestbuien worden steeds erger naar mate de tijd verstrijkt. Ze proeft hoe ze bloed ophoest. Snel probeert ze de naar ijzer smakende vloeistof in te slikken, maar vergeefs. Er sijpelt bloed langs haar lippen naar beneden.

"Ange, laat me overnemen. Je bent al tien minuten bezig. Je bent volledig buiten adem. En volgens mij heb je ook een pneumothorax, met dat je zo bloed ophoest." oppert Louise.
"Neen! Het....lukt....prima...!" zegt Angie buiten adem.
"Je bent op Angie. Laat mij nu helpen alstublieft." Louise duwt Angie dwingend achteruit.
"Ik... zei... NEEN!" Angie voelt hoe de woede toeneemt in haar lichaam. Kwaad reanimeert ze verder.

Wanneer ze eindelijk wil toegeven aan de pogingen van Louise om over te nemen, komt de MUG aangestormd. Ze nemen meteen de reanimatie over van Angie. De dokters schuiven Angie aan de kant en concentreren zich op Amelie. " In...elkaar...geslagen... Vijf...mannen... Stampen....boksen..." Angie ademt zwaar in en uit. De woorden krijgt ze met veel moeite over haar lippen door de opkomende hoestbui. Niet veel later komt er een verpleegkundige naar Angie toegelopen. " Alles oké? "
"Ja.... Help...haar...alstublieft...eerst.... Ik...niet...belang-....rijk."
"Je bent even belangrijk voor ons. Zet dit op, dit is zuurstof. Het zal je helpen met ademen." Angie laat het gebeuren. Ze krijgt een zuurstofmasker over haar mond en neus. De zuurstof dringt langzaam binnen in haar longen. "Alstublieft! Haar... eerst...Ik...kan....niet...zonder...haar.." De vrouw knikt dat ze begrip heeft voor Angie. "Blijf hier zitten, we doen al het mogelijk voor jou. Probeer je adem te sparen. Je vriendin vertelde me dat ze vermoedt dat je een klaplong hebt. En aan je hoesten te horen en aan het bloed te zien, vrees ik dat ze gelijk heeft." Angie wou protesteren tegen de vrouw, maar de kracht ontbrak haar volledig. De reanimatie had al de kracht uit haar lichaam gezogen. Letterlijk dan.

Na amper tien minuten wordt Amelie op de brancard gelegd en in de ziekenwagen gerold. Angie ziet dat er niemand meer reanimatie toepast op Amelie. Ze trekt zich recht en wil naar de ziekenwagen toe lopen, maar de verpleegkundige houdt haar tegen." Angie is het niet? " Langzaam knikt Angie ja, terwijl haar ogen strak op Amelie gericht blijven. " Louise vertelde me dat je ook een verpleegkundige bent, net als haar. Je weet dat je de dokters hun werk moet laten doen."
"Ja..." zucht Angie. De tranen vinden hun weg naar buiten. De verpleegkundige brengt Angie naar de andere ziekenwagen die wat verder staat en helpt Angie op de brancard. "Louise?"
"Ik heb je moekes al verwittigd , ze zijn onderweg naar de spoeddienst van UZ Leuven." Dankbaar knikt Angie naar Louise. De deuren van de ziekenwagen sluiten en de ambulance vertrekt met loeiende sirenes van de parking.

Wanneer Louise terug aankomt bij de ingang van de feestzaal komt, lopen Leen en haar man haar tegemoet. "Wat is er gebeurd? Wat doet die ziekenwagen hier? En waar is Angie?" Louise legt kort uit wat er gebeurd is. Als ze zichzelf het allemaal hoort vertellen, lijkt het alsof ze over totaal iemand anders aan het praten is. Het lijkt een nare droom of eerder een nachtmerrie." Als jullie het niet erg vinden, ga ik de ziekenwagen achterna. Ik heb aan Angie haar moekes beloofd Angie en Amelie hun spullen na te brengen. En daarna ga ik naar huis. De zin om te feesten ontbreekt me helemaal."
"Ja natuurlijk! Als er iets is wat ik kan doen, je weet me te vinden. Ook voor jou!" zegt Leen die Louise een stevige knuffel geeft. Waarna Louise vertrekt naar de spoedafdeling van UZ Leuven.  

Mis poesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu