8

94 8 34
                                    

De zon schijnt vrolijk naar binnen, maar de stemming is somber. Hoewel Link wel gezegd heeft dat Don op hem kan rekenen, is hij er niet zo happig op om te worden gebeten. Joost staat op. No way dat hij zich laat bijten of bloed afgeeft. Langzaam schuifelt hij naar achter.

"Wat ga je doen?" vraagt Don als hij de beweging van Joost opmerkt. Joost' mond gaat open en dicht en weer open. Hij schuifelt met zijn voeten heen en weer.

"Is er iets?" vraagt nu ook Link.
Joost haalt even diep adem en mompelt:

"Ik ben bang voor bloed en ehh, nou ja, jij gaat zo, je snapt me wel," Don zucht even, maar met een glimlach. Verbaasd kijkt Joost hem aan.

"Ik dacht even dat jij nog iets ergs ofzo had bedacht," verklaart hij. Link bemoeit zich er nu ook mee:

"Je hoeft er niet bij te zijn hoor. Als jij dat niet prettig vind, ga je gang,"
Joost glimlacht zwakjes, maar draait zich wel om. Hij legt zijn hand op de deurklink, aarzelt even en blijft staan.

"Ik vind het wel een beetje ongemakkelijk hoor, dat jullie het maar even weten," zegt hij waarna hij resoluut de kamer uit loopt. De deur valt met een klap dicht.

"Wist jij dat? Van Joost," vraagt Don aan Link die naar de deur staart. Hij schudt zijn hoofd. Er valt een ongemakkelijke stilte. Geen van tweeën weet waar te beginnen.

"Wat is er nou gebeurd de afgelopen uren?" vraagt Don om de stilte te doorbreken. Link gaat in kleermakerszit zitten en begint zijn verhaal. Hij begint maar gewoon bij het begin van de avond en in grote lijnen herhaalt hij wat hij eerder ook al had gezegd, omdat hij er dan zelf misschien ook achter komt wat er in hemelsnaam aan de hand is. Als hij bij het moment komt van hun rampzalige poging om de hulpdiensten in te schakelen, gebaart Don dat hij iets wilt zeggen.

"Waarom hebben jullie niet eerder 112 geprobeerd te bellen? Link krabt even in zijn nek en gaat verzitten.

"Ehm... Tja. Joost opperde het al toen we nog allebei in ons eigen huis waren en we over de microfoon met elkaar spraken. Ik had toen het hele rare gevoel dat we dat niet moesten doen. Ik weet niet, maar het was heel raar. Dus toen belden we niet. Toen we echt niet meer wisten wat we moeten doen en jij steeds meer achteruit ging, zagen we geen andere oplossing."

"Nou dat pakte heel goed uit," zegt Don.

"Bespeur ik daar sarcasme in je stem?" vraagt Link argwanend, maar met een glimlach op zijn gezicht.

"Nee hoor, dat zou ik niet durven," zegt Don met een stalen gezicht.

Even blijft het stil. Dan beginnen ze beide te grinniken. Helaas is dat weer reden voor Don om in een hoestbui verzeild te raken. Link brengt hem wat water, maar Don stopt niet met hoesten. Op een gegeven moment kan hij weer wat zeggen tussen het hoesten door. Link is hem echter voor:

"Ik weet wat je wilt zeggen, maar doe het maar gewoon." Hij slikt.

"Weet je zeker dat je..." Don wordt onderbroken door een hoestbui maar gaat even later verder:

"Het wel wilt?"

"Hoe meer ik erover na ga denken hoe minder ik het wil, dus je moet opschieten," luidt het antwoord van Link die nu op het randje van het matras gaan zitten.

"Ik zie geen andere oplossing," zegt hij vervolgens. Don wacht even tot een nieuwe hoestbui over is en zegt dan:

"Je kan je ook snijden en dan, nou ja ik ga niet eens verder. Iew," Hij vertrekt zijn gezicht in een grimas. Link glimlacht even.

"Als je het zo bekijkt," mompelt hij.
Hij staat op, maar onderneemt verder geen actie. Even kijken ze elkaar onbeholpen aan. Dan schuifelt Link richting het hoofdeind van het bed.

"Dit is zo ongemakkelijk," lacht hij. Voorzichtig gaat hij op zijn knieën zitten.

"Ja *uche uche* echt hè," zegt Don.

"Maar het is je enige oplossing," glimlacht Link terwijl hij zijn hoofd naar voren buigt.

"En weet je, eigenlijk heb ik altijd al een vampier willen zijn," zegt Don.
Link grinnikt.

Don sluit zijn ogen en probeert de honger op te roepen. Tot een paar minuten geleden had hij de drang naar bloed, maar nu niet meer. Hij beseft dat Link aan het wachten is. Bang voor wat er gaat komen. Hij opent zijn ogen. Misschien dat het beter gaat als hij ziet wat hij doet. Hij probeert niet te denken aan wiens nek hij voor zich ziet. Nadat hij even diep heeft ingeademd opent hij zijn mond. Maar de drang, de lust en de wil die je altijd in films ziet, is er niet meer.

Opeens hoort hij een soort gegons. Nee, hij hoort het niet. Hij voelt het. Het gonzen wordt steeds luider en nu voelt hij ook geklopt. Een luid geklop bonkt in zijn hoofd, door zijn aderen en naar zijn mond. Een prikkend gevoel kruipt via zijn bovenkaak naar zijn voortanden. Als hij naar Link kijkt, ziet hij de aderen in zijn nek opgloeien. Een rood waas trekt over zijn zicht en zijn hoofd schiet naar voren. Snel en trefzeker als een slang boort hij zijn tanden in Links nek.

Link verstijft van schrik, maar zucht opgelucht als hij geen helse pijn voelt. Alleen een naar prikje in zijn nek. Alsof een mug hem daar prikt.

Op de één of andere manier lukt het Don om Links bloed te drinken terwijl zijn tanden in de weg zitten. Warm en stroperig bloed vult zijn mond als hij het doorslikt vult een heerlijk gevoel hem. Ooit heeft hij een pilletje aangenomen op een feestje. Wat hij nu voelt is beter dan wat hem toen vulde. Opeens valt zijn zicht weg.

Hij staat voor hem. Als Hij hem aankijkt, vult vuur zijn aderen. Vlinders fladderen door zijn maag.

"Heb je zin in vanmiddag?" vraagt degene tegenover hem. Zijn mond wordt droog en hij voelt zijn wangen verkleuren. Hij haalt even diep adem. Niemand mag merken wat er aan de hand is. Wat hij voelt wanneer Hij hem aankijkt.

"Hallo. Gaat het wel?" vraagt Hij.
Ongemakkelijk geeft hij antwoord:

"Het gaat prima en ja, ik heb zin in vanmiddag. Altijd leuk om weer bij elkaar te zijn."

Ze glimlachen even naar elkaar. Hij wilt wat zeggen, maar opeens worden zijn gedachten onderbroken door het geluid van brekend glas. Geschrokken kijkt hij opzij. Don staat met open mond bij het raam.

Het zwarte trekt weg. Even blijft Don gewoon drinken, maar dan voelt hij opeens dat hij in Links lichaam gezogen wordt. Hij ziet de muur vanuit de ogen van Link en voelt zijn tanden in Links nek zitten. Hij voelt dat hij Link ook vampier zal maken als hij nu niet stopt met drinken. Rustig trekt hij zich terug naar zijn eigen lichaam. Hij verwijdert zijn tanden uit Links nek. Snel gaat Link overeind zitten. Hij kijkt hem verbaasd aan. Don glimlacht.

"Dankjewel Link."

De keuzeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu