‒ ‒ ♛‒ ‒
'Mensen, mensen, rustig.' schreeuwde Henry over het plein. Hij stond op een klein kistje en keek uit over de menigte. Hij vroeg zich af of Fabian op dit kistje had gestaan net voor zijn dood. Weer was het plein waar ze stonden zwart van de mensen. Henry stond samen met een paar mannen van Robert, op het plein om de mensen toe te spreken en te kalmeren in de hoop dat ze zouden stoppen met de opstand. Henry had er niet veel vertrouwen in dat het zou lukken, zeker omdat ook Odo er weer bij was en de mensen vertrouwden Odo voor geen meter. Volgens Robert ging Odo alleen maar mee om toezicht te houden op de mensen, maar Henry wist wel beter. Odo wilde dat Henry's plan om de mensen toe te spreken zou mislukken, zodat Robert alleen hem nog zou vertrouwen. 'Ik snap dat jullie boos zijn. Heel boos zelfs.' begon Henry. Meteen werd hij onderbroken door een man uit de menigte. 'Boos? We zijn razend! Ik weet niet wie je denkt dat je bent, maar als je iemand van Robert's troepen bent, kan je beter maken dat je wegkomt!' schreeuwde hij Henry toe. Meteen schoot Odo naar voren en trok zijn zwaard. Maar Henry hield hem tegen. 'Je moet mij gehoorzamen. Ik ben Robert's broer.' siste Henry. Odo keek hem boos aan en bleef staan waar hij stond. Henry keek hem kalm maar doordringend aan en uiteindelijk deed Odo een stap naar achter. 'Goed waar was ik.' vervolgde Henry rustig. 'Oh ja. Jullie zijn kwaad en dat begrijp ik. Heer Robert heeft een man van jullie opgehangen en al jullie geld uitgegeven.' zei hij. 'Dat geld had ik nodig om mijn kind te voeden!' riep een wanhopige vrouw uit de menigte. Een andere man keek haar boos aan. 'Denk je daaraan? Door die Robert is Fabian dood!' beet hij haar toe. Weer hoorde Henry het geschreeuw kalm aan en gebaarde dat iedereen stil moest zijn. 'Luister, ik ben ook boos. Hij had dit nooit moeten doen. Ik kan zijn gedrag niet goedpraten, maar ik wil jullie wel vragen om goed na te denken of deze opstand wel zo'n goed idee is.' riep Henry. Een oud vrouwtje dat vlak bij Henry stond, fluisterde tegen haar buurvrouw: 'Natuurlijk is dit de beste oplossing. Heer Robert is een landverrader van zijn eigen land! Let op mijn woorden.' Henry hoorde het en fronste. Doelde ze op de oorlog met William? Robert kwam natuurlijk oorspronkelijk uit Raina, niet uit Druma. 'Ik vraag dit aan jullie, omdat jullie weten dat Raina en Druma oorlog hebben. Als we zo worden aangevallen door Raina, willen jullie dan dat heer Robert en zijn mannen machteloos toe moeten kijken? Ze hebben bijna geen geld meer voor goede wapenuitrusting en voer voor paarden enzovoort. Als jullie willen dat Robert deze oorlog wint, zou ik persoonlijk maar meewerken.' eindigde Henry zijn verhaal. 'Ik weet zeker dat Raina ons met rust zal laten, wij zijn immers maar het gewone volk.' zei een man. Henry haalde zijn schouders op. Hij herkende deze man. Deze man was volgens Robert de leider van de opstanden sinds Fabian was opgehangen. Robert had hem aan Henry beschreven. Robert had hem al lang kunnen oppakken, maar hij was bang dat het volk woest zou worden als hij ook deze man zou oppakken. 'Misschien heb je gelijk, maar heb je niet gehoord dat het volk van Raina ook behoorlijk wild is? Het zou goed kunnen dat ze jullie als slaven willen laten werken. Mogen jullie lekker Rainse huizen poetsen' zei Henry tegen de man. De rest van de mensen krompen ineen. Dat klonk niet heel aanlokkelijk. Henry wist dat de mensen aan het twijfelen waren of ze Henry zouden vertrouwen. Henry moest onwillekeurig glimlachen. Hij had dat van de slaven gewoon verzonnen. Maar toch had het smoesje effect op de mensen. Net toen Henry ervan overtuigd was dat zijn toespraak binnenkwam bij de mensen en van zijn kistje wilde stappen om weer naar kasteel Druma te gaan, sprong de leider van de opstanden naar voren en greep Henry bij zijn keel. 'Denk maar niet dat ik in je woorden geloof. Ik weet wie jij bent! Jij bent de broer van Robert! Jij bent prins Henry!' riep hij luid zodat iedereen hem kon horen. Henry stribbelde wild tegen. Hij probeerde de greep op zijn keel te laten verslappen, maar de man hield Henry nog steeds stevig vast. Hij kreeg geen lucht meer. Tranen liepen over zijn wangen. Hij ging dood. Hij ging sterven voor het gezicht van Roberts volk. Henry voelde zich licht in zijn hoofd worden. Odo en de andere wachters kwamen nu ook in actie. De wachters pakten de man bij zijn schouders en trokken hem weg bij Henry zodat hij hem niet meer kon wurgen. Odo had de punt van zijn zwaard op de keel van de man gelegd. 'Wie denk je wel niet dat je bent. Smerig onderkruipsel. Een hogere rang zomaar aanvallen! Hoe durf je.' siste hij kwaad. Henry greep naar zij keel, die brandde van de pijn en haalde moeilijk weer adem. De man lachte spottend. 'Ik ben Ozzy.' zei de man brutaal. Odo keek hem met minachting aan. 'Nou Ozzy. Ik denk dat we jou eens even gaan straffen.' zei Odo langzaam. Henry, keek snel op. 'Odo nee. Ik ga daarover. Niet jij.' zei Henry schor. Odo zuchtte geïrriteerd. 'Deze man wilde je vermoorden Henry. Het is niet slim om hem te laten leven of hem ongestraft zijn gang te laten gaan.' zei hij. Henry keek Odo kil aan. 'Je doet wat ik zeg of ik hang jou nog op.' zei hij. Zijn stem klonk schor en sloeg over, waardoor hij als een tiener met de baard in de keel klonk. Hij negeerde het gegrinnik van Ozzy en de verontwaardigde kreetjes van Odo en de wachters. Toen richtte hij zijn blik op Ozzy. 'Oké Ozzy. We gaan naar kasteel Druma. Mee eens?' vroeg Henry. Ozzy keek Henry wantrouwend aan. 'Ehh.. Oké? .' mompelde hij. Henry knikte goedkeurend. 'Kom mee.' zei hij vastberaden. Odo, de wachters, Ozzy en de rest van de menigte gingen Henry achterna naar kasteel Druma, alsof ze met een grote Carnavalsoptocht mee aan het doen waren. Toen ze tenslotte aankwamen bij kasteel Druma, zagen ze de poortwachters zenuwachtig kijken naar de grote menigte. Henry wendde zich naar het volk. 'Oké mensen. Jullie blijven hier terwijl Ozzy hier en ik samen met heer Robert naar een oplossing gaan zoeken. Houd jullie gedeisd want deze poortwachters hier zijn de beste ridders ooit.' riep hij. De poortwachters keken elkaar verbaasd aan en Henry besefte dat weer iedereen zijn smoesje geloofde. Odo wilde met Henry en Ozzy naar binnen, maar Henry gaf Odo de opdracht om toezicht op het volk te houden.' En zonder iemand te vermoorden!' voegde Henry er streng aan toe. Odo nam het bevel met tegenzin aan. Henry en Ozzy liepen naar binnen. Ozzy keek er verbaasd rond. 'Ik dacht dat heer Robert veel rijker was!' riep Ozzy verbaasd uit. Henry knikte. 'Was ja. Nu is hij niet meer zo rijk.'' zei hij kalm. Ozzy zweeg even. 'Dat is zijn eigen schuld.' mompelde hij toen. Even kwam er een vlaag van woede in Henry op. Toen zuchtte hij en gebaarde dat ze naar boven moesten. Hij had Robert nog niet gezien.
JE LEEST
De Vervloekte Troon en de Familie zonder Glorie
Historical Fiction1178, Henry Winchester, een jonge prins, en zijn broers, Robert en William, krijgen allemaal een stuk land van hun pas overleden vader. Henry's broers zijn het echter niet eens met de verdelingen en krijgen een heftige ruzie. Een ruzie die dreigt t...