Hoofdstuk 14: De belofte

76 8 0
                                    


Dat Robert's kasteel ook werd aangevallen, baarde Henry grote zorgen. Hij had van een uitgeputte boodschapper die van Robert's kasteel kwam gehoord dat Robert in de problemen zat. Toen besloot Henry dat hij een paar extra mannen naar Robert zou sturen. Eerst hielp Jimmy hem met het organiseren en opstellen van de manschappen, maar na een paar dagen had Jimmy gesmeekt om ook te mogen vechten. Hij kon het niet aanzien dat een paar van zijn vrienden, zoals Tommy en Eric, wel meevochten en hij niet. Henry had ten slotte toegestemd, maar hij had grote zorgen om zijn vriend, aangezien hij niet goed kon vechten. En nu keek hij uit over zijn leger, met aan de andere kant het leger van Jim. Jim zelf was er weer niet bij, merkte Henry. Hij snapte het niet. Vond Jim Robert's kasteel belangrijker dan die van Henry? Henry was koning. Waarom kwam Jim niet persoonlijk achter hem aan? Henry schudde zijn hoofd. Hij moest er bij blijven. Elk moment kon het hoorngeschal klinken ten teken dat er een nieuw gevecht zou plaatsvinden. Henry zag dat zijn manschappen gespannen wachtten. Ze verheugde zich bijna om te mogen vechten, maar ze wisten net als Henry maar al te goed dat ze in de minderheid waren. Plots klonk in de verte, aan de kant van Jim's leger, het hoorngeschal waarop iedereen had staan wachten. Henry knikte naar Steve die naast hem stond. Steve was nog niet helemaal beter, maar hij kon wel al weer iets vasthouden met zijn pijnlijke arm. Hij hield het vaandel van Raina vast. Ten teken Henry's gebaar begon Steve wild met zijn niet-gewonde arm te zwaaien, waar hij het vaandel mee vasthield. 'Rustig Steve. Ik wil niet dat je goede arm ook gewond raakt door dat gezwier.' mompelde Henry. Steve kleurde rood. 'Sorry. Ik zal wat rustiger doen.' zei hij. Henry glimlachte flauw. 'Geeft niets.' zei hij en hij tuurde gespannen naar de manschappen die elkaar wild te lijf gingen. Henry's blik viel op Dave, die heel zachtjes het zwaard van zijn tegenstander raakte. Hij leek zich in te houden en Henry begreep niet waarom. 'Dave! Hakken! Slaan! Doe het voor je thuisland!' riep Tommy, die het ook had gezien vanuit een andere kant. Dave ging iets wilder te keer, maar nog steeds leek hij niet zijn best te doen. 'Wat is hij aan het doen?' mompelde Henry geïrriteerd in zichzelf. Steve haalde zijn schouders op. 'Misschien slaapt hij half. Ik moet zeggen dat ik zelf ook best moe ben.' zei Steve droog. Henry zei niets.

Jim keek glimlachend toe hoe Robert's kasteel langzaam werd overgenomen. Hij vond het prachtig om te zien. Maar hoeveel plezier hij ook had in het overnemen van het kasteel, stond hij gespannen naast zijn paard te wachten op Edmund. Jim had hem er niet alleen op uitgestuurd om een einde te maken aan Robert's macht, hij had ook een andere opdracht voor Edmund. Na een paar minuten zag Jim hoe Edmund langs een uitgang in het kasteel naar hem toe rende, met achter zich aan een gillende Eileen. Jim juichte in zichzelf. Het was hem gelukt. Robert's kasteel was aan de verliezende hand én Edmund was in zijn opdracht geslaagd. Edmund en Eileen kwamen bij Jim aan. Edmund boog voor hem en Eileen keek de mannen angstig aan. 'Je hebt haar goed ontvoerd. Had niemand je door?' vroeg Jim kalm aan Edmund. Edmund grinnikte. 'Jawel heer. Heer Robert zag dat ik Eileen mee nam naar buiten en hij en een paar andere ridders rende achter ons aan, maar ik had al een te grote voorsprong. Bovendien kwamen Robert en de ridders een paar van mijn mannen tegen. Er ontstond een gevecht en wij konden rustig doorrennen.' vertelde hij. Jim knikte goedkeurend. 'Dus Robert is nog wel even bezig. Mooi zo. Ga nu maar. Ik handel dit wel af.' zei hij en hij gebaarde naar Eileen. Eileen deinsde bang achteruit toen Jim op haar afliep. Hij pakte ruw haar pols. 'Waag het eens om weg te rennen en we laten je man meteen ophangen. Met jou erbij!' dreigde hij. Hij duwde haar op de grond en keek haar strak aan. Edmund bleef aan de grond genageld staan. 'Heer. Voorzichtig, ze is een vrouw.' mompelde hij. Jim wierp hem een vernietigende blik toe. 'Een vrouw van de vijand.' zei hij scherp. Hij richtte zich weer tot Eileen. Zonder naar Edmund te kijken voegde hij eraan toe: 'Je kan nu gaan Edmund.' Maar Edmund bleef staan. Jim zuchtte geërgerd maar zei niets meer tegen hem. 'Goed Eileen. Dat is toch je naam? Beantwoord nu maar gewoon eerlijk mijn vragen, dan is er niets aan de hand.' zei Jim. Hij probeerde vriendelijk te kijken, maar in plaats daarvan werd zijn gezicht een rare frons. Eileen keek vluchtig om zich heen naar een uitweg en knikte toen ze zag dat die er niet was. 'Goed. Heel goed.' mompelde Jim. 'Nu vraag ik je Eileen. Wie is je vader?' vroeg hij. Eileen keek hem verbaasd aan. Die vraag had ze niet verwacht. 'W-waarom wilt u dat weten?' vroeg ze voorzichtig. Jim lachte. 'Beantwoord de vraag nou maar gewoon.' zei hij bot. 'Achilles. Hij heet Achilles.' antwoordde Eileen. Jim wreef in zijn handen. 'Is het waar dat hij magie bezit? Magische spreuken en zo.' Eileen haalde diep adem en probeerde zichzelf te kalmeren. 'J-ja. Hoezo vraagt u dit allemaal?' vroeg Eileen onzeker. Jim lachte. 'Ik haat jou man. Ik háát zijn familie. Generatie na generatie zit de familie Winchester al op de troon. Ik ben er helemaal klaar mee. Ze zijn gemeen. Ze doen kinderen pijn. Het wordt tijd dat ík de macht in handen neem. Daarom heb ik een plan bedacht. Een plan dat voorgoed een einde maakt aan de familie Winchester.'

De Vervloekte Troon en de Familie zonder GlorieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu