Hoofdstuk 10: De Bruiloft

102 10 2
                                    


Henry wist niet wat hij met zichzelf aan moest. William had geen kinderen en Robert was op kruistocht hij was dus de enige optie als troonopvolger. Hij had zich laten kronen ongeveer een week na de dood van William, maar hij was er niet gelukkiger van geworden. Hij vond het een beter idee dat hij koning zou worden in plaats van Robert. Hij had namelijk geen idee hoe lang Robert nog weg zou zijn. Hij had verhalen gehoord dat Robert terug kwam van de kruistocht, maar Henry betwijfelde dat. Robert kon nooit al klaar zijn met het gevecht in de heilige stad en waarom zou hij anders eerder terug komen? Hij was pas 3 maanden weg. Henry zat op de troon, die ooit van William was. Hij ging met zijn hand over de stoffe leuning en dacht aan zijn broer, William. Toen ging zijn gedachte over naar Robert. Ooit zou die terug komen en het nieuws horen over William. Henry staarde naar de stoffe leuning. Jimmy rende de zaal binnen. 'Henry! Slecht nieuws!' Henry bleef staren en keek niet op. 'Het gaat over Dorsan en Steve.' Henry schrok op. Hij was al die tijd niet meer naar zijn kasteel gegaan en bedacht dat hij Steve daar alleen had achtergelaten en de leiding had gegeven over Dorsan. Henry stond op uit zijn stoel en vloekte. Jimmy aarzelde. 'Eigenlijk heb ik het nieuws nog niet verteld.' Henry keek hem wantrouwend aan en gebaarde dat JImmy verder moest gaan met praten en dat deed Jimmy. 'Steve is niet het probleem, hij heeft het heel erg goed gedaan. Het probleem bestaat uit Roberts edelen.' Henry zuchtte. Dave en Tommy hadden goud geleverd en waren zo te horen nog even, een maand, blijven hangen. De sneeuw waarin ze aan waren gekomen was al lang gesmolten en de lente stond voor de deur. Henry liep ijsberend door de troonzaal. Hij moest terug naar Dorsan, maar dat was onmogelijk. Hij moest voor dit land zorgen. Hij moest voor beide landen zorgen. 'Dave en Tommy hebben min of meer de macht in het kasteel. Ze drinken zoveel ze willen en eten al de voorraden op. Ze doen verder niemand kwaad.' ging Jimmy verder. 'Al heb ik gehoord dat ze Adam de struikrover samen met een Fransman als minstrelen hebben aangenomen.' Henry ademde diep in en uit. 'Haal die twee zo snel mogelijk uit mijn kasteel, breng Steve hier heen en desnoods gaat die Kim mee. En stuur een brief naar Taylor, de raadsheer van Robert. Zet in de brief dat ik wil dat hij de leiding neemt over Dorsan, maar onder mijn leiding.' Jimmy sloeg al de informatie op. 'Uhm Henry, Taylor heeft op dit moment al de leiding gekregen van Robert. Hij is de baas van Druma tot Robert terug is en dat kan nog heel lang duren.' Henry wist het echt niet meer. Taylor was de enige raadsheer die hij vertrouwde met zijn land. Verder kende hij er geen van William en hij wilde hen dus ook niet zijn land toevertrouwen. Het was Steve niet gelukt dus wilde hij hem hier in Raina hebben en ook Jimmy wilde hij bij zijn zijde hebben. 'Jimmy help me ik weet niet wat ik moet doen.' Henry ging op de troon zitten met zijn handen in zijn bruine haar. 'Wie kan ik de leiding geven over Dorsan?' vroeg Henry hopeloos. 'Je kan vragen of prins Jim weer terug wilt naar Dorsan, maar dan handelt hij natuurlijk onder jouw zeggenschap.' Henry dacht na. Dat was eigenlijk wel een goed idee, maar waar konden ze Jim zo snel vinden. Toen hij die vraag aan Jimmy stelde, haalde hij zijn schouders op en vertelde dat hij zijn best zou doen hem zo snel mogelijk te vinden.
Die dag nog vertrok er een boodschapper naar Dorsan. Hij vertrok samen met een aantal wachters voor het geval Tommy en Dave zich zouden verzetten.

Tommy gooide net een beker naar Dave toen Steve de keuken binnenliep. Dave sprong van de tafel waar hij op had gezeten. 'Wat kom jij hier doen?!' zei hij geïrriteerd. 'Verlaat het kasteel.' zei Steve rustig. Tommy lachte overdreven. 'Nee.' zei Dave en hij sloeg zijn armen over elkaar. 'Ik wil jullie niet opjagen, maar Henry heeft een klein leger gestuurd om jullie hier weg te krijgen.' Steve glimlachte. Henry had absoluut geen leger gestuurd, hij had 3 wachters gestuurd. Maar Dave en Tommy zouden het nooit controleren. Tommy en Dave wisselde snel een blik sprongen toen op en renden de keuken uit. Kim kwam verbaasd de keuken binnen. 'Wat gaan die doen?' Steve omhelsde haar uit blijdschap. 'Ze gaan hun spullen pakken en vertrekken.' Hij draaide een rondje met Kim in zijn armen en zette haar neer op de grond. 'Echt?!' Steve knikte. 'Ja echt. Henry heeft hulp gestuurd en Tommy's broer, Mark, is geen rechter meer.' Kim gilde een kreetje uit blijdschap. Hij lachte en omhelsde haar. 'En wij gaan naar Henry's kasteel in Raina. Dus pak je spullen.' En dat deden ze. Ze namen afscheid van Adam en Ivo. Adam en Ivo hadden al die tijd in het kasteel gewoond en een beetje de positie van landheer op zich genomen, zorgden dat er niks ergs gebeurde en dat iedereen een eerlijke rechtszaak kreeg. Steve bleef schout en haalde het tuig van de straat. Zo waren ze de eindeloze maand doorgekomen. Terwijl Roberts raadsmannen al het bier op dronken, als kleine kinderen door de tuin renden en deden wat ze wilden.

Robert en Eileen kwamen aan in een klein dorpje. Robert herkende het dorpje. Ze waren bijna thuis, nog maar een paar dagen en dan zouden ze aankomen bij Dorsan, het land van Henry. Voordat ze daar aan zouden komen wilde Robert nog één ding doen. Eileen was bloemen aan het plukken en maakte een bloemenkrans voor in haar haren. Terwijl Robert met de teugels van het paard in zijn handen verder het dorp in liep. Hij stopte even draaide zich om naar Eileen, die verbaasd opkeek en stopte met bloemen plukken. Hij twijfelde even toen hij haar zo zag. Bloemen in haar ravenzwarte haren omringd door hoog gras en bloemen. Ze keek hem onschuldig aan met haar grote donkere ogen. Wat als ze nee zou zeggen? Ze kenden elkaar pas 3 maanden. Hij liep naar haar toe. 'Wat is er?' vroeg ze met een glimlachje. Robert lachte terug en stelde haar toen de vraag; 'Wil je met me trouwen?'

De bruiloft was primitief, al helemaal voor een zoon van de machtige Rufus en een prinses, maar dat kon ze niet schelen. Eileen had weer bloemen in haar haren gedaan en had van een vrouw uit het dorp een nieuwe jurk gekregen. Robert stond in zijn harnas tegenover haar. Hij had het opgepoetst, zodat het toch nog een beetje mooi was. Zijn blonde krullen had hij geborsteld, wat erg moeilijk was omdat het enorm klitterig was. Ze hadden een bisschop uit het kleine kerkje gevraagd. Hij had Robert herkend aan zijn harnas en zijn grote bos krullen en had ja gezegd. Nu stonden ze op een houten verhoging midden in het dorp. 'Liefde is het antwoord. Neem mijn hand.' fluisterde Eileen met een glimlach. Ze was de quote van Robert nooit vergeten en zou hem nooit vergeten. Robert dacht aan Odo door de zin die zijn toekomstige vrouw zei, maar zette de angstige blik van Odo snel van zich af. Hij ging trouwen. Het hele dorp had zich verzameld op het pleintje. Een dorp vol mensen die hij niet kende. Een drop vol mensen dat hem niet kende. Maar liefde brengt mensen bij elkaar. Iedereen wilde de prins zien trouwen en iedereen wilde helpen. Ze hadden bloemen geplukt voor Eileen's haren en om het houten verhoginkje waar ze op stonden, hen geholpen met hun uiterlijk en ze hadden zelfs een boerenknecht gevonden die luid kon spelen. Robert dacht voor een moment niet aan zijn vriend en al de ellende van de afgelopen tijd. Hij kon alleen maar denken aan zijn bruid, die zo prachtig voor hem stond. Het leek wel een droom. Het dorp zag eruit als iets uit een sprookje met mensen die te aardig waren voor deze wereld. De bisschop begon te praten, maar Robert lette niet op. Hij wachtte tot het moment dat hij ja moest zeggen. Hij lette pas weer op toen hij Eileen Ja hoorde zeggen. 'Neemt gij prins Robert Winchester, vrouwe Eileen tot uw wettige echtgenote?' Robert glimlachte van oor tot oor en riep bijna te hard 'Ja.' Het dorp juichte en de boerenknecht begon te spelen op de luit. De kinderen begonnen te dansen en als snel vroeg de eerste man een vrouw ten dans. In 5 minuten stond iedereen te dansen. Het waren prachtige middeleeuwse dansen, maar niet de dansen die Robert had geleerd aan het hof. Deze dansen waren veel minder houterig en de mensen waren veel vrolijker. Vrouwen hadden bloemenkransen in hun haren en de zon scheen. Voor het eerst in een lange tijd was hij echt dolgelukkig. Hij sprong van het platformpje en hielp zijn vrouw met naar beneden komen. Toen begonnen ze mee te dansen. Robert voelde zich even geen prins, maar een gewone burger. Hij voelde zich vrij. Zijn krullen zwierden om hem heen en Eileen lachte hem toe. Het was een groot feest. Een feest speciaal voor Robert en Eileen.

Steve kwam aan bij het kasteel. Kim reed op een ander paard. Ze hadden beide grote tassen mee met hun spullen. Ook al was het niet veel, het was alles dat ze nodig hadden. Steve maakte zich zorgen over het kasteel van Dorsan, maar was van de andere kant erg blij dat hij naar Raina vertrok. Raina was één van de machtigste landen en Steve had nog nooit zo veel meegemaakt in zo'n korte tijd. In een ruim een half jaar was hij schrijver geweest voor Robert in Druma, toen werd hij schout in Dorsan en kreeg daar zelfs tijdelijk de leiding en nu was hij aangekomen bij het machtigste kasteel in de omgeving. Henry stond hem al op te wachten. 'Steve vertel me alles wat er is gebeurd.' zie Henry haastig. Hij voelde zich schuldig dat hij Steve niet had geholpen, maar hij had echt niet door dat het zo uit de hand was gelopen. Steve begon te vertellen terwijl Kim haar spullen van de paarden haalde. Henry luisterde naar het verhaal en gebaarde naar de stalknechten dat ze Kim moesten helpen en de paarden in de stal moesten zetten. Terwijl Steve doorging met zijn verhaal vertellen, liepen ze het kasteel binnen. Ze liepen door de lange, grote gangen met glas in lood ramen. De zon zorgde ervoor dat er kleurrijke figuurtjes op de grond schenen. 'Steve, Weet jij iemand die ik landheer kan maken in Dorsan?' Steve knike. 'Ja hoor, Adam de Mier. Hij zit nu toch nog in het kasteel.' Henry stopte met lopen en keek Steve doordringend aan. 'Wil je zeggen dat er op dit moment een gevaarlijke rover in mijn kasteel zit.' Steve knikte. 'En een Franse minstreel met een eend.' vulde hij aan. Henry keek hem verbijsterd aan. 'Een struikrover, en Fransman en een eend zorgen op dit moment voor Dorsan.' was zijn conclusie. Steve knikte blij. 'Ze zijn echt heel goed. De eend niet, maar Adam en Ivo zijn echt goede leiders.' Henry dacht na. Hij vertrouwde Steve. Hij had toch niemand anders om het kasteel in Dorsan te bewaken. 'Oke, stuur maar een brief naar je nieuwe vrienden. Ze mogen blijven en krijgen de leiding over Dorsan.

Eileen lag slapend tegen Robert aan op het paard. Ze reden door een bos en Robert kon Henry's kasteel al zien. Bijna, bijna waren ze er. Robert hoorde galopperende paarden hoeven en keek geschrokken om, hij zag niks. Het galopperende geluid kwam steeds dichterbij. Takken kraakten en Eileen schrok wakker. 'Wat gebeurd er!' riep ze geschrokken. Een vogel vloog geschrokken op en er klonk een strijdkreet. Robert gaf het paard de sporen en ze reden hard verder. Opnieuw klonk er geschreeuw. Het leek wel alsof de mannen op de paarden iets riepen, maar Robert verstond ze niet. Eileen keek om en zag de fridders nu. Het waren een stuk of 4 ridders op zwarte paarden. Hun mantels wapperde om hen heen en hun maliënkolders rinkelde. De ridder voorop schreeuwde weer, maar Eileen verstond hem niet door het geluid van de paarden. Ze hield Robert steviger vast. De ridder die vooraan reed kwam steeds dichterbij. Zo dichtbij dat Eileen zijn gezicht kon zien. Onder de zilveren helm kwam het gezicht van een oudere man tevoorschijn. Hij had een rossige baard en keek Eileen met doordringende ogen aan. 'Sneller Robert.' riep ze. Robert probeerde harder te rijden, maar het paard was moe. Eileen verstond eindelijk wat de ridder riep. 'Sir Robert!' Robert keek om waardoor hij bijna van het paard viel. Eileen snapte er niks van. Kende Robert deze ridders? Robert stopte het paard plotseling, waardoor de ridders die hun hadden achtervolgt op hoge snelheid ook plots moest stoppen. De ridder met de baard viel van schrik van zijn paard. Eileen keek geschrokken om zich heen. Was dit onderdeel van Roberts plan? Wilde hij zo de ridders afschudden? Robert stapte van het paard af. Eileen bleef niet begrijpend zitten. 'Sorry, Mick.' zei Robert en hij liep richting de ridder die op de grond was gevallen. Mick stond onhandig op. Hij veegde het zand van zijn tuniek en plukte het gras uit zijn maliënkolder. 'Heey Robert!' Mick liep naar Robert en gaf hem een vriendelijke omhelzing. 'U bent vroeg terug van de kruistocht.' zei hij verbaasd. ' Wie is het meisje?' Hij wees naar Eileen, die nog steeds op het paard zat. 'Dat is mijn vrouw.' Mick knikte goedkeurend. 'Zo, zo.' Eileen glimlachte ongemakkelijk naar de oudere ridder. Robert zag dat ze het niet begreep en legde het uit. 'Mick is een van mijn legeraanvoerders en dat zijn een aantal ridders.' Eileen knikte als teken dat ze het begreep. 'U moet me maar eens vertellen wat is er is gebeurd, heer Robert sprong op zijn paard. 'Dat doe ik onderweg wel.' Mick viel nu pas wat op. 'Waar is Odo?' Robert zuchtte en Eileen probeerde haar tranen tegen te houden. Mick snapte de hint niet en ging door met vragen. Een van de andere ridders tikte op zijn schouder. 'Ik denk dat hij ons verlaten heeft.' vertelde hij tegen Mick. Mick trok zijn wenkbrauwen op. 'Wat?' De ridder dacht na. 'Odo is er niet meer.' probeerde hij het met een synoniem. 'Nee, dat zie ik, maar waar is hij dan wel.' De ridder rolde met zijn ogen. 'Odo is heengegaan.' 'Waarheen?' zei Mick weer. Hij begreep er niks van. 'Odo zijn ziel heeft ons verlaten.' 'Is hij betoverd?' zei Mick verbijsterd. 'Odo's lichaam is koud.' 'Dan moeten we hem opwarmen.' De ridder draaide zich om naar de overige twee ridders en maakte een gebaar dat ze hem moesten helpen. 'Stanley, help is even.' Een ridder met de naam Stanley stapte van zijn paard en keek Mick doordringend aan. 'Odo is dood, kneus. Hij is een lijk. Hij is gestorven' Mick schrok van het taalgebruik van Stanley en besefte toen pas wat hij bedoelde. Het bleef even stil. 'Het spijt me Robert.' Mick gaf hem een vriendschappelijk schouderklopje. 'Laten we gaan. Vertel me onderweg maar wat er is.' 

De Vervloekte Troon en de Familie zonder GlorieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu