Hoofdstuk 13: Het Vuur

96 8 11
                                    


Steve zat in de tuin. Het was een zonnige middag. Hij staarde voor zich uit terwijl hij met zijn vinger rondjes draaide rond zijn wijnglas. Hij had gisteren na het nieuws van de dood van zijn vriend ook nog te horen gekregen dat er een leger in de buurt was. Hij wilde weg van hier, maar wilde wel bij zijn vrienden blijven. Hij hoorde gelach van achter in de tuin komen. Kim en Tommy waren samen aan het schaken. Gisteren was alles zo anders geweest. Hij was nog zo gelukkig geweest. Hij en Kim hadden het al een lange tijd geleden goed gemaakt en ze brachten veel tijd door samen. Misschien vond hij haar wél leuk. Nu zat ze weer met Tommy. Had hij iets verkeerd gezegd? Waarom liet ze hem in de steek? Hij wilde dat het weer gisteren was. Gisteren leefde zijn vriend nog. Gisteren was alles nog zo mooi geweest. Oorlog kon dingen zo makkelijk veranderen. Ineens stond Tommy achter hem. 'Wat is het probleem?' zei hij gevoelloos. 'Normaal ben je altijd zo irritant vrolijk. Ben je bang voor de oorlog?' Steve negeerde de opmerkingen van Tommy. Kim stond arm in arm naast Tommy. 'Misschien vrolijkt dit je op.' probeerde ze Steve oprecht op te vrolijken. 'Ik en Tommy zijn weer bij elkaar.' Steve draaide zich razendsnel om. 'Daar reageert hij wel op.' zei Tommy droog. 'Ik ben heel gelukkig voor jullie.' zei Steve zacht. Hij probeerde overtuigend te klinken, maar zijn stem sloeg over. Hij pakte zijn wijn en liep weg van Kim en Tommy.

Langzaam ging de deur van de ridderzaal open. Henry zat samen met Jimmy te eten. Steve keek om de hoek van de deur en liep toen de kamer binnen. Henry was al een stuk minder gespannen dan de dag ervoor. Er was namelijk een plan om Jim tegen te houden. Alleen Henry had geen idee van de grote van Jims leger. Steve ging bij ze aan tafel zitten. Dit waren de enige mensen waar hij nog mee om wilde gaan. Jimmy en Henry keken Steve verbaasd aan. 'Niemand zei dat je binnen mocht komen.' zei Jimmy. Steve zuchtte: 'Sorry.' zei hij afwezig. 'Gaat het wel?' vroeg Henry een beetje bezorgd. Als antwoord haalde Steve zijn schouders op. 'Steve ik wil dat je naar de boogschutters van Robert gaat en vertelt dat ze vanavond een missie hebben.' Steve knikte. 'Wat is de missie?' Henry glimlachte duister. 'Een vuurregen.'

Die avond liepen de boogschutters in het donker van de nacht richting het kamp van Jim. Als leider van de groep was Eric meegegaan. Hij liep voorop en had een grote fakkel in zijn hand. Hij wenkte een aantal van de boogschutters. Alles moest zo onopvallend mogelijk gebeuren anders zou Jim hen door kunnen krijgen. Hij hield de fakkel omhoog en de boogschutters staken hun pijlen erin. Ze vatten meteen vlam. Na een tijdje had elke boogschutter een hand vol brandende pijlen vast. 'Vuur!' riep Eric en hij hief zijn zwaard. Een regen van brandende pijlen vloog op Jims kamp af. Een voor een kwamen de pijlen in de tenten terecht. De tenten vlogen meteen in de fik en ook het gras laaide op. Er klonk geschreeuw uit het kamp. 'Vuur!' Een tweede regen vloog op het kamp af. De tenten stortte in en samen werd het een grote vlam. Eric stond op een grote afstand, maar hij voelde de hitte van het vuur. 'Vuur!' schreeuwde hij voor de laatste keer. De boogschutters schoten hun laatste pijlen op het kamp af, dat ondertussen een groot meer van vuur was.

Henry werd al vroeg wakker door het geluid van ijzer op ijzer. Hij was in slaap gevallen op de grote tafel in de ridderzaal op een grote stapel papieren en kaarten. Jimmy lag aan de overkant van de tafel en Steve zat op de grond naast de deur. Henry wreef in zijn ogen en stond slaperig op. Hij liep naar het raam van de ridderzaal om te kijken wat het geluid was, maar eerst kijk hij hoe laat het was. Vanuit de ridderzaal kon je de kerkklok zien. Het was half 5 's nachts. Henry liep naar het volgende raam, daar kwam het geluid namelijk vandaan. Hij hoorde nu ook geschreeuw en begon zich zorgen te maken. Deze zorgen waren terecht toen hij zag wat er voor de muur van het kasteel stond. In het donker zag hij niet veel, maar toch was het duidelijk. Hij zag kleine fakkels en het weerspiegelende maanlicht op harnassen. Vooraan het leger zag Henry een man op een paard. Hij herkende hem; het was Robby. Opeens was Henry klaar wakker. Robby was hier met Jims leger. Ze stonden voor zijn poorten. Hij rende naar Jimmy en schudde hem door elkaar. Jimmy schrok wakker en begon te schreeuwen. 'Wat is er?!' Henry legde zo snel en kort mogelijk uit wat er aan de hand was. Jimmy sprong overeind waardoor zijn stoel om viel. 'Ik ga iedereen wakker maken.' riep hij en rende het kasteel in. Henry liep naar Steve, die door al het geluid heen was geslapen. 'Steve!' riep Henry. 'Steve!' riep hij nog harder toen Steve niet reageerde. Steve knipperde met zijn ogen. 'Wat?' zei hij slaperig. 'Steve. Jij hebt Eric toch verteld het kamp aan te vallen?' vroeg Henry gestrest. Steve knikte ter bevestiging. 'Heeft hij dat ook gedaan?' Steve knikte weer. Henry begreep het niet. Eric had samen met de boogschutter het kamp in lichterlaaie gezet. Hoe kon het dat het hele leger dan nu hier was? Steve stond op. 'Wat is dat geluid?' vroeg hij nog steeds half slapend. 'Jim.' Steve keek Henry verbaasd aan. 'Waarom klinkt Jim als ijzer?' Henry zuchtte. 'Het leger van Jim.' Steve keek hem even niet-begrijpend aan en toen geschrokken. 'Zijn ze hier!?' Henry knikte. Hij pakte Steve bij zijn arm en trok hem mee door de gangen naar de kelder van het kasteel. Daar stonden al de wapens en harnassen. Het was er een grote chaos. Al de ridders waren tegelijk spullen aan het pakken en liepen tegen elkaar aan. Tommy stond ze vanaf een tafel toe te schreeuwen samen met Dave. Henry zei tegen Steve dat hij iets van bescherming en een wapen moest pakken en ging toen op zoek naar Eric in de menigte. Toen hij hem had gevonden nam hij hem mee uit de chaos en gingen ze op een wat rustigere plek staan. 'Eric, je zei dat de aanval goed ging. Hoe kan het dan dat iedereen van Jims leger nu hier is?' Eric haalde zijn schouders op. 'Misschien zijn ze op tijd gevlucht?' opperde hij. Henry balde zijn vuisten. Hij snapte er niks van en kon er niet tegen. Gelukkig had Henry de dag ervoor al plannen doorgesproken en wisten de meeste wat ze moesten doen.

Robby lachte. De pijl van zijn vriend Wynant had de laatste wachter geraakt en dat in het donker. Ze hadden al lang het kasteel in kunnen nemen, iedereen sliep, maar Robby wilde graag wat actie zien. Dus wachtte hij tot Henry zijn kasteel zou wakker maken. Hij had binnen al wat licht aan zien gaan en iemand voor het raam naar hun zien kijken. Hij ging er vanuit dat het niet lang meer zou duren voordat Henry met een piepklein legertje zijn kasteel zou komen verdedigen. Jim was niet meegegaan, hij wilde de aanval op Druma voorbereiden, het zou namelijk niet lang meer duren totdat Robert erachter kwam dat ook zijn kasteel werd aangevallen. Communicatie ging langzaam, maar in een dag zou Robert het wel weten. Het grootste probleem voor Robert zou dan zijn dat Jims leger al een hele dag bezig was het kasteel over te nemen. Jim had namelijk een groot deel van zijn leger onder leiding van Edmund, een grote sterke en erg slimme man, naar Druma gestuurd. Zij hadden daar gewacht op een boodschapper en die was gisteren nacht vertrokken. Wynant tikte Robby aan en wees naar een ridder die boven de poort stond, het was Dave. 'Ze hebben hem nog niet door.' zei hij. Wynant was een wilde boerenzoon die geweldig kon boogschieten. Hij was bij het leger gekomen toen hij hoorde dat een Franse minstreel en een struikrover zíjn land moesten beschermen. 'Ik was bang dat de struikrover misschien wat gezegd had.' zei Robby tegen Wynant. Dave zwaaide en Robby zwaaide terug. Een erg aparte gebeurtenis net voor een grote slag om een kasteel. De informatie over Dave was nog niet aangekomen in Raina. Blijkbaar had Adam niks gezegd over Dave's verraad, dacht Robby. Dat was handig, want iemand als Dave had hun de afgelopen tijd erg geholpen. Als Dave niks had gezegd over de vuuraanval eerder deze nacht was het hele plan in de soep gelopen. Robby schrok op uit zijn gedachten toen hij zag dat er iemand naast Dave was komen staan. 'Hé, Robby!' klonk het van boven. 'Geel staat je echt niet.' Het was Tommy. Er kwam een derde persoon aanlopen. 'Wat dacht je van bruin?' zei de derde persoon, die Robby nu herkende als Henry zelf. Henry pakte een emmer vol modder en gooide die over Robby. De modder bedekte zijn gele pak razendsnel en bleef hangen in zijn dunne haar. Een aantal soldaten lachten. 'Wie durft te lachen, krijgt een mes in zijn keel.' riep Robby gefrustreerd. 'Schiet op koning Henry, idioot.' zei hij boos tegen Wynant die probeerde zijn lach in te houden. Hij stopte abrupt met lachen en wilde schieten, maar toen hij omhoog keek waren de drie jongemannen weg. 'Stelletje kleuters!' riep Robby boos en hief boos zijn zwaard. 'Begin!' riep hij naar een aantal mannen die voor de grote houten poort stonden.

De Vervloekte Troon en de Familie zonder GlorieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu