1.

796 37 21
                                    

Pov Loïs

Ik hoor mijn wekker gaan, en ik sla erop. Ik rek me even uit, en ik draai me om, om weer verder te gaan slapen. Tevergeefs, want Isa springt op mijn bed, en begint me te kietelen. 'Nee Ies stop, het is niet leuk!' gil ik, en ze begint te lachen. 'Ik stop alleen als jij uit bed gaat!' grijnst ze, en ik zucht. Ik ga rechtop zitten, en ik kijk duf voor me uit. Isa zwaait met haar hand voor mijn ogen, waardoor ik haar sla. 'Maar Lo, waar slaat dat nou weer op?' pruilt ze, en ik kan het niet laten om 'Op jou.' te gaan zeggen. Ik kijk heel serieus naar haar als ik dat heb gezegd, en ik schiet weer in de lach. Ik ben klaar wakker, en ik steek mijn been uit mijn bed, en als het de koude grond raakt, doe ik het weer terug onder de dekens. Isa zucht, en ik besluit er toch gewoon uit te gaan. Ook al is de vloer erg koud. Ik sprint naar mijn kast, en ik haal er vlug een paar sokken uit, die ik snel aandoe. Isa is inmiddels aan het douchen, en ik kleed me aan. Ik pak een broek en een shirt uitijn kast, die ik snel aan doe. Ik doe mijn haar in een rommelige knot, en ik breng wat mascara aan. Ik kijk even in de spiegel, en ik ben tevreden over hoe ik eruit zie.

Ik loop door naar de huiskamer van ons appartementje, en ik dek alvast de eettafel voor mij en Isa. Ik sprijd eerst het tafelkleed uit, en ik leg die op de tafel. Dan pak ik twee borden, die ik neerzet, en twee messen uit de la, die ik vervolgens ook op tafel leg. Uit de koelkast pak ik de vleeswaren, kaas en boter, en uit de voorraadkast zoet beleg. Ik zet allebei op tafel neer, en ik besluit thee te gaan zetten. Ik doe water in de waterkoker, en ik zet de waterkoker aan. Terwijl de waterkoker het water opwarmt, zet ik twee kopjes op het aanrecht, en doe ik er alvast suiker in en hang ik er alvast theezakjes in. Na een paar minuten wachten, geeft de waterkoker eindelijk het signaal dat ie klaar is, en schenk ik de theekopjes in. Ik pak nog even snel brood, en die zet ik ook op tafel, en als ik eindelijk klaar ben met tafeldekken, ga ik zitten, en begin ik met eten.

Isa komt de huiskamer binnengelopen, met een handdoek over haar haar gedrapeerd. 'Bedankt Loïs voor het tafeldekken.' zegt ze vlug, en ze gaat tegenover me zitten. Ik lach even met mond dicht naar haar, en ik neem een slokje van mijn thee. Ik pak een boterham, die ik op mijn bord leg. En ik pak de kaas en de kaasschaaf. Ik schaaf twee plakjes, en die leg ik op mijn boterham. Ik vouw mijn boterham dubbel, en ik neem een grote hap.

'Lo, zullen we als we straks uit zijn naar de mac gaan hier om de hoek?' vraagt Isa als we de straat uit zijn, alsof ze mijn gedachten kan lezen, en ik knik: 'Hoe kan jij mijn gedachten lezen, dat wilde ik net aan jou vragen.' zeg ik lachend, en we geven elkaar een highfive. 'Beste vriendinnentelepathie.' concludeert Isa, en ik zeg gelijk op een droge toon: 'Dat zal het wel zijn ja'. We slaan af naar rechts, waar een marktpleintje is, maar we lopen er langs in plaats van er doorheen. Dan slaan we af naar links, en lopen we langs de bibliotheek en een aantal kleine winkeltjes. Ik herken het niet, maar ik hou mijn mond, voordat ik straks een stomme opmerking maak. We lopen een heel eind rechtdoor, en dan zie ik de "vlaggetjes" van het Erasmus staan. 'Ies ik zie het! Daar moeten we zijn!' zeg ik opgewonden, en ik wijs naar de school. Ze kijkt naar waar ik wijs, en ze mompelt een kleine 'oja'. We slaan rechtsaf, en dan lopen we een klein stukje rechtdoor.

We lopen dan het plein op, en we lopen naar binnen. 'We moeten op de eerste verdieping zijn.' zegt Isa tegen me als ze op haar telefoon naar ons rooster kijkt. Ik knik en we lopen vervolgens door naar de trap. We lopen twee trappen naar boven, en dan lopen we door de gang rechtdoor naar het lokaal, waar al een aantal mensen staan die nu ook blijkbaar filosofie hebben. Ik voel me best wel onzeker bij al die mensen, maar ik ben blij dat ik Isa bij me heb. We wachten een paar minuten, en dan komt eindelijk de docent. Hij opent de deur, en we lopen naar binnen.

Isa en ik lopen door naar achterin het lokaal, en we laten onze tassen bij twee tafeltjes naast elkaar zakken. We gaan zitten, en we pakken onze boeken uit onze tassen. Ik leg ze op tafel met mijn agenda en etui, en we kijken naar voren, en we wachten tot de docent begint met praten. Als iedereen stil is, schraapt hij zijn keel en zegt: 'Hallo dames en heren. Ik ben professor Bruins, en ik geef het vak filosofie. Open je boeken op bladzijde 4.' Ik sla mijn boek open, en als ik bladzijde vier bekijk, begrijp ik het al gelijk niet. Ik wil net mijn vinger opsteken om te vragen hoe dot in hemelsnaam in elkaar zit, als professor Bruins begint met uitleggen: 'Het vak filosofie draait om  verder en dieper denken dan dat je over het algemeen doet. Je moet gaan beredeneren hoe dingen zitten, en die redenen weer beredeneren. We beginnen simpel: Eva, is een banaan ook geel in het donker?' Hij knikt naar het meisje dat schuin voor mij zit, en ze antwoordt: 'Ja, logisch, een banaan verandert echt niet van kleur zomaar.' Ik zie meneer Bruins bedenkelijk kijken, maar hij zegt dan: 'Heb je ooit een banaan in het donker gezien Isa?' Isa wordt rood zie ik, en ze zegt: 'Euh nee.' Een aantal mensen moeten erom lachen, en ze lacht zelf ook mee. 'Laten we dan gaan kijken of een banaan ook geel is in het donker. Loïs, wil jij even het licht uit doen?' vraagt meneer Bruins, en ik knik. Ik sta op, en ik loop van het plekje dat ik zojuist geclaimd heb naar voren. Als ik het licht uit doe, moet ik even een paar keer met mijn ogen knipperen, omdat ik niet verwacht heb dat het zo donker is. Ik pak mijn telefoon, en ik doe hem aan op de zaklampstand, omdat ik het soortvan eng vind in het donker in een lokaal, en ik schijn ermee naar wat ik denk mijn plek is. Ik hoor mensen grinniken en lachen om mijn klunzige gedrag, en stiekem vind ik dat zelf ook wel soort van grappig. Ik loop naar mijn geclaimde plekje toe, en ik ga weer zitten. Professor Bruins roept Harry, een jongen met bruine krullen, naar voren, en vraagt of de banaan inderdaad geel is. Harry haalt zijn schouders op, en zegt: 'Ja, ik vind dat de banaan geel is.' en hij mag weer het licht aandoen. En juist op dat moment gaat de bel.

Stockholm Syndrome || l.j.pWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu