17.

337 31 11
                                    

“Who’s this man that’s holding your hands and talking about your eyes
Use to sing about being free but now he’s changed his mind”

Maanden na de eerste brief horen we niets meer van de rechtbank. Liam gaat weer opgelucht door het leven en behandelt me gelukkig met meer respect dan dat hij afgelopen maanden deed. Hij voelt eindelijk aan dat hij beter kan oppassen met wat hij doet en hij me dus beter alle vrijheid kan geven die ik nodig heb. Weliswaar doet Liam dit nu met tegenzin, maar het is wel beter zo. Ik zit in de tuin op een ligstoel te genieten van de zon die eindelijk doorbreekt. De winter is eindelijk afgelopen en daar ben ik blij mee. Hij heeft langer geduurd dan dat ik had verwacht van Engeland. Ik vind het wel jammer dat mijn zonnebril nog thuis ligt. Maar kon ik weten dat ik gegijzeld zou worden in London en ik hier al langer dan een half jaar vast zou zitten. Mijn telefoon heb ik nog steeds niet terug en die krijg ik waarschijnlijk niet eens terug. Liam komt naar buiten gelopen met twee zonnebrillen in zijn handen en geeft mij één van de twee. ‘Dankjewel.’ zeg ik glimlachend tegen hem en hij komt naast me zitten op een andere ligstoel. ‘Lekker weer is het hé.’ zegt hij glimlachend terug. Gelukkig weet ik eindelijk mijn gevoelens onder controle te houden en kan ik voor het eerst genieten van het verliefd zijn. ‘ja dat klopt. Welke maand is het eigenlijk?’ antwoord ik en ik kan mezelf wel facepalmen. Hij schiet in de lach en zegt: ‘Het is pas midden mei lieve schat. De 19e om precies te zijn.’ Ik zeg niks terug, maar ik zet de zonnebril op en ik ga liggen. Genietend van de warmte. Ik begin dorst te krijgen, dus ga ik weer rechtop zitten. ‘Liam. Zal ik wat te drinken voor ons inschenken?’ vraag ik als ik opsta. ‘Ja is goed, ik wilde het net aan je vragen.’ zegt Liam zonder me aan te kijken. Ik loop weer door de schuifdeuren naar binnen. Snel wandel ik naar de keuken toe en haal ik uit een van de kastjes twee glazen en een dienblad. Uit de koelkast pak ik het pak druivensap. Ik schenk in de glazen de sap bijna tot de rand vol en ik zet het pak weer terug in de koelkast. Het dienblad neem ik weer mee naar buiten, waar ik hem neerzet op een tuintafeltje. 'Nog iets?' vraag ik onzeker als ik het heb neergezet, maar hij schudt nee. 'Nee het is goed zo.' zegt Liam. Ik haal mijn schouders op en ik ga weer op mijn geclaimde ligstoel zitten. Ik doe mijn benen over elkaar en ik ga liggen met mijn handen onder mijn hoofd, die typische houding voor als je gaat zonnen.

Liam staat op van zijn ligstoel en voordat hij naar binnen loopt, drukt hij een klein kusje op mijn lippen. Verbaast maar toch blij ga ik rechtop zitten en geef ik hem een kusje terug. Breed glimlachend leun ik achterover en ga ik weer liggen. 'Wat ga je doen?' vraag ik hem na. 'Ik leg even mijn vest binnen.' roept hij naar me. Ik knik, maar dan besef ik me dat hij dat natuurlijk niet kan zien als hij met zijn rug naar me toe staat. Dus roep ik kort: 'Oh oké.' Ik sluit mijn ogen weer, ondanks dat ik een zonnebril op heb. Het voelt zo goed nu, nu we voor mijn gevoel samen zijn. Ik pak heel voorzichtig een van de glazen die op de tafel tussen onze stoelen in staat. Ik zet het glas tegen mijn mond aan en ik proef de druivensap naar binnen stromen. Ik geniet van de smaak en ik proef voor het eerst hoe lekker pure druivensap wel niet is. Als ik het glas half leeg heb gedronken, zet ik hem weer terug op het dienblad dat op het tafeltje ligt. Mijn gedachten zijn niet bij de dag, maar dwalen af naar verschillende onderwerpen. Is het wel zo fijn dat ik nu kan doen wat ik wil en alle vrijheid heb, of is het fijner om gewoon thuis te zijn. Ik weet het niet. Voor mij voelt het fijner om nu hier te zijn bij de liefde van mijn leven, maar mijn ouders willen vast dat ik terug naar huis kom zodra ze weten dat het goed met me gaat. Diep in gedachten verzonken hoor en voel ik niet dat Liam op de hoek van mijn stoel komt zitten. 'Ik heb weer een brief binnen van de rechtbank.' begint hij, maar ik onderbreek hem: 'Laat eens zien, ik wil de brief ook lezen aangezien het de vorige keer niet kon omdat je toen zo boos werd, wist je nog?' Hij zucht diep en zegt: 'Ja dat wist ik nog. Dat wilde ik tegen je zeggen; je mag hem best lezen als je wilt.' Hij glimlacht als hij de brief aan me overhandigt. Ik open de envelop en ik haal de brief eruit. De brief is opgevouwen, dus ontvouw ik hem even. Ik lees de brief globaal, aangezien ik al een beetje kon raden wat erin staat. 'We moeten dus om half drie 's middags op 24 mei in de rechtzaal in London zijn.' vertel ik en als ik uitgepraat ben, bijt ik op mijn lip. 'We gaan gewoon, goed?' zegt Liam vriendelijk. Het verbaast me dat hij er niet moeilijk over doet deze keer, maar ik ben er wel blij mee. 'Ja is goed, kan ik mijn ouders gelijk zien. Oh god wat heb ik ze gemist zeg.' Mijn mondhoeken krullen omhoog als ik dat zeg en mijn ogen twinkelen. 'Ik ben alleen bang voor wat er uit de rechtzaak komt.' zegt hij somber. 'Ja ik ook, maar je weet dat ik aan je kant sta, toch?' antwoord ik en ik ga tegen hem aanzitten, als het ware om hem te steunen. 'Ja dat weet ik, maar als nog.' zucht hij. Ik krijg zo erg medelijden met hem nu hij er zo verdrietig bij zit. Ik omhels hem, aangezien dat het minste is wat ik kan doen. Hij haalt mijn haar uit mijn gezicht en gaat met zijn handen naar mijn wangen. Hij veegt mijn tranen weg, terwijl ik ze niet eens voelde stromen, omdat ik me te veel fucuste op het steunen van hem. Alleen hij en ik, dat is het ideaal vind ik. 'Ik hou van je.' zegt hij, terwijl hij me diep in mijn ogen aankijkt. 'Ik ook van jou. Meer dan dat je je kunt voorstellen. zeg ik terug. Vlak daarna kust hij me op mijn lippen. De vuurwerk in mijn buik ontploft en het voelt zo goed deze kus. Het is een liefdevolle kus en hij laat me na een paar minuten weer los. 'Kom we gaan middageten.' zegt Liam als hij mijn hand vastpakt.

Ik ga van de stoel af en ik geef hem nog even een klein kusje op zijn lippen. Hand in hand lopen we door de schuifdeuren weer naar binnen. 'Zullen we voor de verandering samen tafel dekken?' vraag ik met een kleine lach op mijn gezicht aan Liam. 'Ja, ik wil het ook wel doen hoor.' antwoordt hij glimlachend. Van die lach op zijn gezicht word ik zo blij, alsof mijn wereld mooier wordt dan dat hij in werkelijkheid is. 'Kan ook.' zeg ik met dezelfde lach op mijn gezicht als net. Ik ga aan de tafel zitten en ik vlecht uit verveling een plukje van mijn haar. 'Maar kan je wel even meehelpen met de borden enzo op tafel zetten?' roept Liam vanuit de keuken. Ik draai met mijn ogen en ik sta op, nadat ik de vlecht snel uit mijn haar heb gehaald. Ik loop naar de keuken toe en ik krijg gelijk twee borden in mijn armen gedrukt. 'Fijn.' mompel ik als ik met de borden in mijn handen naar de eettafel loop en ik de borden op tafel zet. Liam zet het brood en het broodbeleg op tafel. 'Ik pak wel de glazen sap van buiten.' bied ik aan en zonder op antwoord te wachten loop ik naar buiten toe. Ik pak het dienblad van het tuintafeltje en ik loop ermee weer naar binnen. De glazen zet ik bij de borden neer en ik loop door naar de keuken, waar ik het dienblad dump op het aanrecht. 'En dan kunnen we nu eindelijk eten.' zeg ik als ik op de stoel neerplof die ik zojuist heb geclaimd. Ik pak een boterham en ik doe er een plak worst op. 'Jij ook eetsmakelijk.' zegt hij als hij een hap van zijn boterham neemt.

Als we de tafel hebben afgeruimd en alle vaat in de afwasmachine hebben gedaan, gaan we op de bank zitten en besluiten we een willekeurig televisieprogramma te gaan kijken. Ik ga dicht tegen Liam aan zitten, want bij hem voel ik me veilig, alsof niets mij nog kan raken. Hij zapt van een aantal zenders, totdat hij uiteindelijk bij het programma Bear Grylls komt. 'Oh dit vond ik vroeger altijd zo geweldig om naar te kijken!' zegt Liam enthousiast en ik knik. 'Dat programma is geweldig inderdaad. Hij doet het geluid wat harder en legt dan de afstandsbediening op de salontafel. Hij doet zijn arm om mij heen en drukt mij wat dichter tegen zich aan. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder te rusten. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en focust zich dan weer op de tv. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht nadat hij mijn voorhoofd gekust heeft. Ik voel me zo gelukkig met hem naast me. Dit is de persoon waar ik de rest van mijn leven mee wil delen en de plek waar ik voor de rest van mijn leven wil blijven wonen. Ik wil echt niets liever dan dat. 'Je hebt echt mooie ogen.' zegt Liam opeens. Ik word er best wel verlegen van als hij mij complimentjes geeft. 'Dankjewel.' zeg ik met een rood hoofd. Hij pakt mijn hand vast met zijn vrije hand. 'Ik hou zo veel van je.' fluistert hij. Hij kijkt me weer diep in mijn ogen aan, terwijl de tv nog steeds aan staat. Hij kust me weer liefdevol op mijn lippen. 'Ik hou ook van jou.' zeg ik met de breedste glimlach op mijn gezicht die ik ooit gehad heb in de tijd dat ik hier ben.

Ik stop echt veel te vroeg maar oké. Verder geen inspiratie meer om verder te gaan met dit hoofdstuk. Dit hoofdstuk heb ik expres zo schattig en lief enzo gedaan, zodat komend hoofdstuk extra mooi wordt.
Ik word emotioneel nu, komend hoofdstuk is al weer de laatste van heel dit boek. Ik wist nog toen ik hieraan begon. Toen wist ik helemaal niet dat het zo'n succes zou worden als dat het nu is. Weliswaar op kleine schaal, maar alsnog.

Voordat ik jullie ga vervelen, doei!
xx Annelijn

p.s. iedereen lees Chaira's boek bc she's fabulous af. Dat is waarom dit hoofdstuk voor haar is. Chai ik hou van je!

Stockholm Syndrome || l.j.pWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu