14.

294 29 2
                                    

Sinds mijn ontsnappingspoging vandaag houdt Liam mij nog meer in de gaten en kan ik niks doen zonder dat hij er niks van afweet. Het werkt me heel erg op de zenuwen. Ik sla de dekens van mijn lichaam af en ik ga rechtop zitten. Ik kan niet slapen. Mijn hoofd is vol van alles van wat er vandaag is gebeurd en ik overdenk de hele dag. Hoe slecht de dag ook verliep, het heeft mijn hele dag goed gemaakt toen ik tegen Liam aanzat en hij me liefde gaf voor het eerst in de tijd dat ik hier ben. Nu ik er weer aan terugdenk, verlang ik naar hem en zijn aanwezigheid. Hoe erg ik hem ook haat, toch hou ik van hem. Ik begrijp mezelf soms echt niet zoals nu. Ik ga weer liggen en ik doe de dekens weer over me heen. Ik sluit mijn ogen en ik probeer in slaap te vallen. Mijn ademhaling gaat rustig op en neer. Uiteindelijk val ik in een diepe slaap.

Midden in de nacht word ik wakker van de hitte. Ik sla de dekens wéér van me af en ik werp een blik op mijn wekker die aangeeft dat het 1:47 uur 's ochtends is. Ik ga rechtop zitten en ik trek mijn pyjamashirt uit, omdat ik het ongelooflijk warm heb. Ik leg hem onder mijn kussen neer en ik ga weer liggen. Het is gelijk een stuk minder warm en de temperatuur voelt een stuk beter aan. Ik doe de dekens weer over me heen en ik ga er iets dieper onder liggen. Mijn hart voel ik tekeer gaan en het fijne gevoel in mijn buik is verergerd, waarschijnlijk door wat er vandaag is gebeurd. Ik probeer weer verder te gaan slapen en mijn ogen te sluiten, maar ik ben al veel te wakker. Ik zucht diep. Ik bedenk me nu pas dat ik voordat ik naar London ging een aantal leesboeken had ingepakt. Ik schuif mijn koffer van onder mijn bed en ik zet hem op mijn bed neer. Ik bekijk de drie boeken die ik heb meegenomen en ik twijfel over welke ik nu zou gaan lezen en waardoor ik het beste in slaap kan vallen. Uiteindelijk kies ik toch maar voor een oude roman die tig jaar geleden is geschreven door Jane Austin. Ik klik mijn nachtlampje aan en ik zet mijn kussen rechtop neer op mijn bed. Ik ga er tegenaan zitten. Mijn deken pak ik ook gelijk. Ik trek hem veel dichter tegen me aan, zodat ik het niet straks koud zal gaan hebben. Ik open het boek en ik lees de eerste pagina. Voor het eerst vind ik lezen leuk. Het boek boeit me op een of andere manier, dus blijf ik er in lezen. Als ik de eerste paar hoofdstukken heb gelezen, zie ik dat het inmiddels al kwart over 2 's morgens is. Ik geeuw en ik rek me even uit. Ik voel opeens dat ik heel erg moe ben, dus leg ik mijn kussen weer plat neer en stop ik de boekenlegger tussen het boek die ik blijkbaar ook mee had genomen. Ik gaap weer en als ik het boek op het nachtkastje heb gelegd, val ik als een blok in slaap.

Lang slaap ik echter niet, want als ik voor mijn gevoel net een paar minuten slaap, gaat mijn wekker weer af. Ik open mijn ogen, maar ik ben veel te moe om ook maar iets te doen aan beweging. Ik sluit mijn ogen weer, want ik probeer door de irritante herrie verder te slapen. Uiteindelijk stopt hij gelukkig na een paar minuten die wel uren leken te duren. Maar na vijf minuten gaat hij weer af, dus sla ik op mijn wekker. Ik knipper met mijn ogen. Het automatiseren duurt wel eeuwen. Ik vraag me af wat ik vanacht ook al weer gedaan heb, vandaar dat ik zo ontzettend moe en slaperig ben. Ik geeuw een stuk of drie vier keer achter elkaar, want ik ben verschrikkelijk slaperig. Ik snak naar mijn nachtrust. Slapeloze nachten heb ik al best wel vaak gehad, maar het is nog nooit zo vreemd geweest als deze keer dat ik zelfs naar een boek snakte om te gaan lezen. Doordat ik nu weer heel erg aan het nadenken ben, ben ik wel weer een stuk wakkerder geworden en heb ik de puf om te gaan opstaan. Ik knip het grote licht aan. Op de muur naast me werp ik een blik en ik bedenk me dat ik echt al heel lang geen streepjes meer heb gezet om de dagen te tellen dat ik hier ben. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht als ik daaraan terugdenk. Hoe veel vertrouwen ik erin had dat ik snel gevonden zou gaan worden. Daar is niks van terecht gekomen. Sterker nog, ik ben hier veel langer dan dat ik verwacht had toen. Mijn ontsnappingspoging van gisteren was eigenlijk wel terecht bedenk ik me nu. Ik was gisteren het wachten beu. Nu nog steeds, maar gisteren was de grens echt al bereikt. Ik sla de dekens van me af en een koude vlaag komt me tegemoet. Snel pak ik mijn vest van het voeteneind van mijn bed, waar ik hem gisteren gelaten had, en trek ik hem vlug aan. Ik sta op uit mijn bed. Het haarelastiekje trek ik uit mijn haar en mijn knot valt uit in losse haren. Ik ben te lui om fatsoenlijke kleren aan te trekken, dus loop ik gelijk mijn kamer uit en de trap af.

Ik werp een blik op de klok die in de hal hangt. Het blijkt dat het pas kwart voor zeven is en ik dus nog alle tijd heb. Ik facepalm mezelf als ik me opeens bedenk dat ik mijn wekker zo vroeg had gezet zodat ik langer kon blijven liggen. Er is niks meer aan te doen nu ik toch al uit mijn bed en klaar wakker ben, dus ga ik op de bank zitten en kijk ik naar een schilderij die aan de muur hangt. Ergens in een hoekje spot ik de handtekening van de schilder. Ik herken de handtekening van Beeldende Vorming op de middelbare school. Het schilderij is geschilderd door Rembrandt, maar het is een heel onbekend schilderij. Ikzelf had hem althans nog nooit eerder gezien op een plaatje op internet of iets dergerlijks. Ik vind hem wel mooi. Nogmaals werp ik een blik op een klok, dit keer op die ene die in de huiskamer hangt, en zie ik dat het al zeven uur is. Ik heb dus al een kwartier getreuzeld. Op dat moment komt Liam de huiskamer binnengelopen. Als hij mij ziet zegt hij: 'Je hebt niks uitgespookt zie ik.' Ik zie aan hem dat hij opgelucht is vanwege dat feit. 'Wat zou ik moeten doen dan 's ochtends vroeg?' vraag ik voorzichtig, omdat ik die opmerking van hem net overbodig vind. 'Je weet nooit wat mensen allemaal doen om vrij te komen...' zegt hij simpel. 'Ik dacht dat je me inmiddels goed genoeg kende om te weten dat ik totaal geen ochtendmens ben.' antwoord ik. Hij komt naast me zitten op de bank, maar wel met voldoende afstand tussen ons tweeën in. Het blijft ongemakkelijk nu hij een stuk aardiger tegen me doet en ik vertrouw het ook niet helemaal. Dat vertrouwenloze gevoel is hetzelfde als op de dag van de ontvoering toen Niall me meenam dat steegje in. Ik weet dat ik niet aan uitgerekend dat moment terug moet denken, maar ik doe het toch. 'Ik zal wel wat te drinken voor ons inschenken.' zeg ik snel en bijna zenuwachtig, omdat het echt heel ongemakkelijk is op het moment. Ik sta snel op en ik loop snel naar de keuken toe. Liam trekt een wenkbrauw op, maar focust zich verder niet op me, gelukkig.

Ik pak snel twee glazen uit de kast  en ik vul beide met water. Ik heb geen zin om moeilijk te doen, maar ik heb ook geen zin in ongemakkelijke stiltes. Ik pak beide glazen in mijn beide handen en ik loop ermee weer terug naar de huiskamer. Op de salontafel zet ik ze neer. Één van de glazen pak ik gelijk weer op. Ik ga op de bank zitten en ik zet het glas tegen mijn mond aan. Ik drink het water snel op. Het koude water voel ik door mijn keel stromen. Als ik het glas leeg heb gedronken, zet ik hem weer op de salontafel neer en wil ik weer terug naar boven gaan of de tafel dekken of iets dergerlijks. Ik hoop dat mijn gedrag niet te verdacht en te vreemd is. 'Ik wil wel alvast tafeldekken.' bied ik aan en ik sta gelijk op. Ik loop alweer naar de keuken toe, de plek waar ik me van alle plekken in dit huis het meest op mijn gemak voel. De keuken was altijd al de plek geweest waar ik me terug kon trekken. Niet alleen vanwege het eten, maar het laat me ook gewoon aan de keuken van thuis of in het appartement van Isa denken, nu hij niet meer van mij is doordat ik hier leef en niet daar. 'Niet aan denken Loïs.' zeg ik tegen mezelf, terwijl ik die gedachten weg probeer te duwen. Ik pak snel twee borden uit de kast en ik zet ze snel op het aanrecht neer. Het komt ineens in mijn gedachten op dat ik ook gewoon een dienblad kan pakken en daar alle eetspullen op kan zetten, voordat ik ze meeneem naar de eetkamer. Ik highfive mezelf in mijn gedachten. Gelijk pak ik uit een van de lades een dienblad. Ik zet er de borden, messen, beleg, het brood en andere ontbijtspullen en stuff op. Met het overvolle dienblad in mijn handen loop ik naar de eetkamer toe en zet ik het dienblad op de eettafel. Ik ga weer terug naar de keuken, want ik moet nog koffie zetten. Nou ja, ik was eigenlijk van plan om koffie te gaan zetten, maar ik vind het eigenlijk wel overbodig, omdat we net al water gedronken hebben. Ik laat het gewoon zitten en ik vul nogmaals twee glazen met water, omdat het werk scheelt. Ik zet ze op de eettafel en ik ga ook maar gelijk aanschuiven.

Ik had weliswaar gezegd gisteren dat ik langzame updates ging doen, maar omdat ik vakantie heb eindelijk, heb ik dus voldoende tijd om bijna dagelijks te gaan updaten denk ik, net zoals ik deed in de kerstvakantie. Dus het einde is in zicht.
Ik weet dat dit hoofdstuk korter is dan dat ik normaal gesproken schrijf, maar dit hoofdstuk hoefde verder niet langer vind ik. Anders gaat het helemaal nergens naartoe en het leukste bewaar ik voor volgend hoofdstuk gnagnagna.

Ik hoop dat jullie ook dit hoofdstuk weer leuk vonden en bedankt voor de 2K in 14 fucking delen. Ik had 1K in 11 delen, kun je nagaan hoe snel dit is gegaan! Ik ben echt heel blij dat dit boek zo succesvol is op kleine schaal. Ik kan jullie niet genoeg bedanken hiervoor!

Nou ehm, goodbye and seeyousoon!
xx Annelijn

Stockholm Syndrome || l.j.pWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu