18. FINAL CHAPTER!

257 24 7
                                    

Pov Liam

'Loïs kom je, we moeten echt weg nu!' roep ik naar boven als ik onderaan de trap sta. 'Ja ik kom! Wacht even.' roept ze terug. Even later zie ik haar van de trap af komen gelopen met haar koffer in haar hand. 'Weet je zeker dat je die nodig gaat hebben?' vraag ik aan haar als ik bedenkelijk naar de koffer kijk. Ze kijkt twijfelend naar haar koffer en zegt dan: 'Ja, voor het geval dat ik met mijn ouders mee moet terug naar Nederland.' Ze wrijft een traan weg uit haar gezicht en laat haar koffer los, zodat ze haar jas dicht kan ritsen. 'We gaan er voor zorgen dat je hier blijft, samen. Goed?' zeg ik met een glimlach op mijn gezicht, proberend haar moed in te spreken. Ik open de voordeur en ik loop naar buiten. Loïs stapt achter me aan en doet de deur achter haar dicht. Hand in hand lopen we naar de auto toe en stappen we in. 'Ook lang geleden dat ik voor het laatst buiten was.' zegt ze met de breedste glimlach op haar gezicht die ik ooit gezien heb. Ze is duidelijk blij en ik ben er blij mee dat ik de persoon ben die haar laat glimlachen op deze manier. Ik besef dat het ook voor mij lang geleden is sinds ik er voor het laatst in gereden heb. Ik start de auto op en ik rijd het parkeervak uit, de weg op.

----------

Ik parkeer de auto in een van de vakken van het parkeerplaats van de rechtbank. Het gebouw is tegenover ons en ziet er enorm dominant uit. Ik open de portier van de auto en ik stap uit. Ik loop naar de andere kant van de auto toe en ik open Loïs' portier voor haar, als echte gentleman. 'Dankjewel.' zegt ze glimlachend en ze geeft me een kus op mijn wang. Ze wijst naar een witte auto en zegt: 'Dat is de auto van mijn ouders. Ze zullen er al zijn dan. Ik ben echt blij dat ik ze na al die maanden kan zien zo serieus!' Haar ogen glinsteren helemaal en lichten helemaal op als ze dat zegt. Ze pakt mijn hand en trekt me mee naar de ingang van het gebouw. Met tegenzin laat ik me door haar meenemen. Vanaf het moment dat ik die eerste brief zag, wist ik dat het voor mij afgelopen was. Dat gevoel heb ik nu ook weer nu ik dat gebouw zie. Het liefst wil ik weer omkeren en terug naar huis gaan. Met lood in mijn schoenen loop ik door de deur naar binnen met Loïs. Ze slaakt een klein gilletje als ze haar ouders ziet staan verderop in de gang. Ze laat mijn hand los en rent naar ze toe. 'Mam, pap, ik ben zo blij om jullie weer te zien! Ik heb jullie zo erg gemist!' zegt ze blij als ze omhelst wordt door haar ouders. Ik voel ergens diep van binnen jaloezie opkomen, maar ik blijf rustig, omdat ik weet hoe veel dit voor haar betekent. Ik wil niet dit moment voor haar verpesten. Ik kijk de andere kant op, want Loïs komt toch vanzelf wel weer naar me toe. Ik hoef dit moment verder niet te zien vind ik. Ik kijk ongeduldig op mijn horloge, want het duurt toch wel erg lang voor mijn gevoel. Als ik voor mijn gevoel een stuk of vijf minuten op haar heb staan wachten, komt ze naast me staan en pakt ze mijn hand vast. 'Kom we gaan.' zegt ze en ze wijst naar een deur waar dus blijkbaar de rechtzaal is. Met mijn vrije hand voel ik in mijn zakken en pak ik haar telefoon, die ik al die tijd heb bewaard op een plek waar ze toch nooit achter zou komen. 'Hier is je telefoon nog.' zeg ik tegen Loïs, daarna overhandig ik hem aan haar. 'Dankjewel.' zegt ze glimlachend en ze stopt hem weg in haar broekzak.

----------

'De heer Liam Payne is aangeklaagd voor het misbruiken van het meisje Loïs van Dijk. Daarbij zou hij haar ook hebben mishandelt.' roept de rechter. Ik kijk opzij naar Loïs en zie dat ze al naar me keek. Haar lippen veranderen in een bemoedigende glimlach. Met mijn lippen vorm ik de woorden 'ik hou van je'. Ze blaast een kus naar me. Ik glimlach kleintjes terug naar haar voordat ik weer naar de rechter kijk. Ik heb geen idee wat er gaat gebeuren, dus ik wacht het maar af. Ik ben een klein beetje nerveus voor wat er komen gaat, maar wat er ook gebeurt; ik blijf vechten voor Loïs. Zo gemakkelijk kunnen ze haar niet van mij weghalen. Mochten ze willen. Wanneer de rechter klaar is met het uitspreken van de aanklacht, is de beurt aan Loïs' advocaat. Een streng uitziende vrouw met een strakke rok en een hoge knot staat op en loop naar voren. Als getuige roept ze Niall op. Mijn ogen versmallen zich, want ik weet dat Niall er alles aan zal doen om Loïs vrij te krijgen. 'Wat is uw relatie met het slachtoffer?' Niall slikt en zegt: 'Ik ben haar beste vriend.' Automatisch kijk ik opzij en zie dat Loïs tranen in haar ogen heeft, maar ze straalt ook woede uit. De advocate van Loïs gaat verder met vragen stellen. Niall vertelt haar dat hij met mij heeft samengewerkt, maar ook dat ik hem gedwongen heb, wat helemaal niet zo is. Hij heeft spijt van zijn daden. Ik geloof daar helemaal niets van, want hij heeft alles vrijwillig gedaan. Het verbaast me dat Harry niet in de zaal is. Niall mag weer zitten en mijn advocaat is nu aan de beurt. Ook hij roept een getuige op, deze keer Jake, een goede vriend van mij. Hem ken ik al sinds dat ik het me kan herinneren en we hebben altijd al een hechte vriendschap gehad. Hij kijkt kort mijn kant op voordat ook hij wordt ondervraagd. Hij doet zijn verhaal en het komt als een steek in mijn hart als ik hoor dat hij precies dezelfde woorden als die van Niall zegt. Niall heeft hem omgekocht, ik ben daar honderd procent zeker van. Dat zelfs hij me de rug toekeert is ongelooflijk. Het voelt alsof ik helemaal niemand meer heb op Ed na.

Ook Loïs heeft door waar Niall op uit is, want zodra ik voor de zoveelste keer haar kant opkijk, zie ik dat de tranen haar ogen uit dreigen te stromen. Met haar lippen vormt ze de woorden 'sorry'. Ik schud mijn hoofd om aan te geven dat het niet geeft en dat het niet haar schuld is van wat er nu gebeurt. Zij heeft er helemaal geen invloed op en dat weet ze best. Niall zal hard spelen, maar ik laat Loïs niet gaan, niet zo gemakkelijk. De advocaat van Loïs is weer aan de beurt, en deze keer wordt ik naar voren geroepen door de rechter. Ik wankel op mijn benen, want ik ben echt heel nerveus. Alles hangt af van wat ik straks ga zeggen. Ik neem plaats aan de stoel naast de rechter, de stoel van de getuigen, en plaats mijn handen op het 'tafeltje'. Ik kom er nu pas achter dat ik sta te trillen, want normaal gesproken kan ik mijn lichaam redelijk onder controle houden en goed een pokerface opzetten. Loïs' advocaat begint met vragen stellen en mijn antwoorden rollen over mijn lippen zonder dat ik door heb wat ik uberhaupt zeg. Mijn blik kruist die van Loïs en ik houd hem vast. 'Zo te horen bent U van gedachten veranderd en hebt spijt van wat U hebt gedaan, is dat waar?' Ik kijk nog steeds naar Loïs en zeg: 'U heeft gelijk, ik heb spijt, heel erg. Ik houd van Loïs en zij ook van mij.' Ik heb zelf door hoe wanhopig ik op het moment klink, maar het maakt me niet eens meer uit. Ik heb gedaan wat ik kon. Een zacht geroezemoes gaat door de zaal totdat de rechter om stilte vraagt. 'Ik ben klaar, edelachtebare.' Ik mag weer gaan zitten en zodra ik mijn stoel aanschuif realiseer ik het me. Het is afgelopen. Voor mij. Voor Loïs. Voor Loïs en mij. Voor ons. Ik voel dat ik wordt aangestaard door de mensen om me heen. Ik draai mijn gezicht weg, want ik voel de tranen komen. Lang heb ik mezelf onder controle weten te houden, maar nu kan en lukt het niet meer.

Als de rechtzaak is afgelopen, mag ik nog even afscheid nemen van Loïs. Het vonnis heb ik al gehoord, namelijk anderhalf jaar gevangenisstraf. Het valt mee, want het is korter dan dat ik gedacht had dat het zou zijn. Loïs komt snel naar me toegelopen en valt in mijn armen. 'Sorry, ik had voor je moeten vechten en voor je op moeten komen.' zegt ze huilend. Ik doe mijn armen om haar heen en trek haar nog iets dichter tegen me aan. 'Je kan er niks aan doen, neem het jezelf alsjeblieft niet kwalijk.' zeg ik tegen haar, alsof ik haar wil geruststellen dat het helemaal niet zo erg is wat er zojuist is gebeurd. Ik laat haar los en ik wrijf de tranen weg die over haar gezicht lopen. Haar haar doe ik achter haar oren. Dan druk ik haar weer tegen me aan. 'Ik hou van je.' zegt ze met tranen in haar stem. Ze staat helemaal de shaken en te trillen. 'Ik ook van jou. Rustig lieverd. We zullen elkaar binnenkort weer zien, alles komt goed.' zeg ik tegen haar. Ik wrijf ruw een traan weg die ontsnapt uit mijn oog. Niemand mag mij zien huilen. 'Nee het komt niet goed.' zegt ze. Ik kan er niet tegen om Loïs zo gebroken te zien. Dit verdient ze niet. 'Misschien zie je het nu nog niet in, maar geloof me; alles komt goed. Je zal een mooie toekomst hebben, of het nou met of zonder mij is. Je zal de ware vinden. Vergeet mij en ga door met je leven. Als er iets is wat je voor mij wilt doen, doe alsjeblieft wat ik je net vroeg.' zeg ik emotioneel. Ik kus haar voorhoofd en ik sla mijn armen nog even om haar heen. Zij slaat de hare om mij heen en zo blijven we nog even staan. Plotseling laat Loïs me los en zegt ze, terwijl ze sterk probeert te zijn: 'Ik ga het proberen, maar ik denk dat ik je te veel ga missen. Ik hou van je.' ze draait zich om en loopt weer terug naar haar ouders. Ze kijkt nog één keer achterom en wrijft een traan weg. Ik stap naar achteren en voel dan dat mijn armen stevig vast worden gehouden door een aantal politieagenten. Ik laat me meenemen door hen, want ik weet dat het over is voor mij. Het is voorbij.

Dankwoord komt nog, dus dit keer is het niet nodig om een authors note te doen. Wel wil ik @sorayathewriter bedanken voor het schrijven van de rechtzaak voor dit hoofdstuk. :)

Stockholm Syndrome || l.j.pWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu