8.

361 25 10
                                    

Pov Loïs

Ik lig in mijn bed naar het plafond te staren. Het is nog donker buiten, en ik heb totaal geen zin om uit mijn bed te gaan. Ik werp nog even een blik op mijn digitale wekker, en ik zie dat het half zeven 's ochtends is. Ik zucht diep, en ik ga nog even iets dieper onder de dekens liggen, omdat ik het best wel koud heb. Het is nog doodstil in het huis, en die stilte werkt toch wel een beetje beangstigend. Ik draai me om naar mijn zij, en ik ga maar naar de muur staren. Ik voel me op momenten zoals deze zo alleen. Alsof er niemand om me geeft. Ik begin weer met huilen, zoals ik heel vaak doe in bed, en ik denk aan thuis. Wat zullen mijn ouders wel niet denken als ik straks niet thuis kom, hun denken nog gewoon dat ik veilig in het hotel zit, en lol maak met mijn vrienden en vriendinnen. Ik voel een traan biggelen over mijn wang, en ik veeg hem weg. Ik werp nog een blik op mijn wekker, en het is inmiddels al kwart voor zeven. Ik pak een paar sokken uit het nachtkastje naast mijn bed, en ik doe ze onder de dekens aan. Ik draai nog even de verwarming meer open, en het wordt gelijk een stuk warmer in de kamer, gelukkig. Ik sla de dekens van me af, en ik ga rechtop zitten op het bed. Ik kijk nog even duf voor me uit, en dan pak ik uit mijn koffer die naast mijn bed ligt een shirt en een broek. Ik kijk ook nog even naar mijn mascara, en ik twijfel even of ik hem wel of niet straks zal op doen. Ik doe het toch maar niet, omdat ik, Liam kennende, toch nergens naartoe ga. Ik doe mijn pyjama uit, en ik heis mezelf in mijn kleren. Ik borstel mijn haar nog even goed door, en dan loop ik de trap af naar beneden toe.

Het is nog donker beneden, en ik doe het licht aan. Ik loop door naar de inmiddels vertrouwde keuken, en ik ruim de vaatwasser uit, die vannacht heeft gedraaid. Ik doe de borden in de kast waar ze horen, en de messen, lepels en vorken in de bestekla. De bekers en bakjes doe ik ook nog in de kast, en ik doe de afwasmachine weer dicht. Ik zucht diep, en ik vraag me af of dit mijn verdere leven zou zijn, mocht niemand me vinden, en mocht niemand me missen. Ik dek de eettafel, en als ik een bord wil neerzetten, hoor ik Liam de trap aflopen. In eerste instantie raak in in paniek, omdat ik hem nog nooit boos heb gezien, en ik normaal gesproken wel vroeg klaar ben hiermee. 'Goedemorgen Loïs, lekker geslapen?' vraagt hij aan me als hij de huiskamer komt ingelopen, en ik schud nee. Het verbaast me dat hij in een goede bui is, maar ik ben er blij mee. 'Ik kon niet slapen. Ik lag te piekeren.' zeg ik eerlijk, en hij gaat zitten op de bank. Ik zet het bord op tafel, en ik hou verder afstand van Liam, omdat ik nog steeds wel bang voor hem ben. Ik pak uit de bestekla een mes, en ik leg hem naast het bord. Ik loop weer naar de keuken toe, en uit de voorraadkast pak ik nog brood en broodbeleg, die ik op een dienblad zet, en uit de koelkast hartig broodbeleg zoals kaas en worst. Met het dienblad in mijn handen loop ik weer naar de eettafel, en ik zet ze op de tafel. Ik zet het dienblad weer terug in de keuken, waarnaar ik me ook gelijk terugtrek, zoals ik altijd doe. Ik zet nog even koffie voor Liam, en ik luister naar het pruttelende geluid van het koffiezetapparaat. Ik sluit mijn ogen, en ik ga even zitten op een krukje in de keuken. Ik geniet van dat geluid, omdat het me toch wel een beetje laat voelen alsof ik thuis ben. Ik snuif de geur van de koffie op, en ik voel me heel even op mijn gemak. Dat gevoel houdt op als het apparaat is gestopt met pruttelen, en ik weer terug kom naar de werkelijkheid, waar ik zo ontzettend bang voor ben. Ik sta op van het krukje, en ik loop naar een keukenkast toe, waaruit ik een mok pak. Met de mok in mijn hand loop ik terug naar het koffiezetapparaat, en ik schenk in de mok de koffie in. Ik voeg nog koffiemelk en suiker toe aan de koffie, en ik loop met de mok koffie in mijn hand naar de huiskamer toe.

Ik zet de mok op tafel, en ik zeg nepglimlachend: 'Alsjeblieft.' Liam kijkt even naar me, en gaat dan weer verder met eten. Ik ga op de bank in de huiskamer zitten, en ik begin maar uit verveling een plukje van mijn haar te vlechten, omdat alles wat ik doe waarschijnlijk fout is in zijn ogen. 'loïs?' zegt Liam opeens, en ik kijk op. 'Wat is er?' vraag ik, en hij zegt: 'Zou je straks even de huiskamer willen  stofzuigen, en de kasten en tafels willen afnemen? Er komen vanmiddag vrienden van me langs namelijk.' Ik zucht diep, en ik haal mijn schouders op. 'Best.' mompel ik, en ik sta op. Ik loop naar de hal toe, en ik doe de deur van de trapkast open. Ik haal de stofzuiger die erin zit eruit, en ik loop ermee naar de huiskamer. Als ik in de huiskamer sta, zoek ik met mijn ogen naar een stopcontact in de muur, waarin ik de stop van de stofzuiger kan doen. Ik tuur even, en dan valt mij een stopcontact op naast de tv, en ik loop met de stofzuiger daar naartoe. Ik kniel neer op mijn knieën, en ik stop de stop in het stopcontact. Ik druk de stofzuiger aan, en ik ga ermee over de vloer. langs de tv-kast. Ik loop om de salontafel heen daarna, en ik laat de stofzuiger ook nog onder die tafel de stof en andere rommeltjes opzuigen. Ik zucht diep, en ik ga even op de bank zitten voor een paar secondes. Ik merk nu pas dat ik totaal geen conditie heb, omdat ik best wel snel uitgeput hiervan raak. Ik sta weer op, en ik ga weer verder. Het valt me ook op hoe zwaar dat ding is als je hem lang vasthoudt, maar ik probeer daar niet op te letten. Ik loop met dat ding de hele kamer door, en ik stofzuig de grond grondig. Ik ga nog even onder de kasten door met de stofzuiger, en daarna ga ik door naar de eetkamer, waar ik vervolgens hetzelfde doe. Ik besluit dit maar positief te bekijken, namelijk dat mijn conditie hier iets beter van zou worden, en hoe beter mijn conditie, hoe eerder ik kan ontsnappen. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht als ik denk aan ontsnappen, en ik ga weer verder. Als ik allebei gedaan heb, zet ik de stofzuiger uit, en haal ik hem uit het stopcontact. Ik rol het snoer op, en ik doe hem om de stofzuiger heen. Ik til de stofzuiger op, en ik neem hem mee naar de hal. Als ik voor de tussendeur sta, zet ik hem even neer, en open ik de deur. Ik pak de stofzuiger op, en ik loop ermee naar de trapkast. Ik zet hem wéér neer, en ik open de trapkast. Ik berg de stofzuiger op, en ik doe de kast weer dicht.

Ik loop naar de keuken toe, en ik ga even op mijn geclaimde krukje zitten, en ik rust even uit. Lang doe ik daar niet over, want ik moet nog de kasten en tafels afnemen. Ik heb hier dus echt geen zin in, en het enige voordeel is dat dit minder zwaar is dan stofzuigen. Dat is het enige wat een beetje meezit. Ik vraag me af wie die vrienden van hem zijn, en of ik ze toevallig ook ken. 'Ik denk te veel na over dingen.' mompel ik tegen mezelf, en ik sta weer op. Uit een van de lades pak ik een vaatdoekje, en ik maak hem helemaal nat onder de kraan. Daarna wring ik hem uit boven de wasbak, en als hij helemaal perfect is volgens mijzelf, loop ik de keuken uit, en ga ik naar de dichtsbijzijnde kamer toe, wat de eetkamer is, en loop ik naar de eettafel toe. Nu pas besef ik me hoe erg ik mijn telefoon mis. Ik vind het bijna zonde van dat ik hem moest inleveren van Liam, want hij zei toen we hier aankwamen vorige week: 'Lever maar in. Ik wil geen risico lopen dat je iemand hierover gaat berichten. Het is voor mijn en jouw eigen veiligheid. Want ik kan je heel erg straffen als je toch de politie of iemand anders belt.' Ik wil dat ik gewoon even muziek kan gaan luisteren. Muziek maakt alle taken net een stuk leuker. Ik neem de eettafel af, en ik wrijf over mijn voorhoofd. Ik word hier moe van, en dit is pas het begin van mijn leven hier. Ik ga door naar de huiskamer, en ik begin met de meest dichtbijzijnde kast. Ik ga met mijn vaatdoekje er langs, en aan hoeveel stof er aan blijft kleven van de kast, zie ik pas hoe stoffig de kast was, en hoe erg de kast aan een afneembeurt toe was. Ik vraag me af of de andere kasten en tafels hier er ook zo erg aan toe zijn, en ik ga verder met de volgende kast. Die blijkt ook enorm stoffig te zijn, en ik vraag me af hoe Liam in deze stoffigheid kon leven. Dit is de eerste keer dat ik blij ben dat ik hier ben, omdat ik het echt een stuk leefbaarder hier kan maken als het gaat om stof. Als ik die tweede kast heb afgenomen, ga ik door naar de salontafel. Met het vaatdoekje ga ik er langs, en gelukkig is deze tafel een stuk minder stoffig dan de kasten. Ik ga weer terug naar de keuken, en ik maak het doekje opnieuw nat, en ik spoel de stofjes eruit. Ik ga weer naar de huiskamer toe, en ik neem nog even de kast waar de tv op staat af, en dan ben ik eindelijk klaar met deze taken.

Ik ga weer op de bank zitten, en ik rust lang uit. Ik speel wat met mijn haar, en ik kijk naar de haarelastiekjes die ik om mijn arm heb zitten. Uit verveling doe ik mijn haar in een knot, omdat ik het erg warm heb gekregen hiervan. Liam komt de huiskamer ingelopen, en kijkt naar mij. 'Ben je nu al klaar? Ik zie dat je niet zorgvuldig genoeg de tafels en kasten hebt afgenomen. Ik zie echt nog heel duidelijk stof erop liggen.' Ik ben verbaast, en ik vraag me af hoe goed zijn ogen wel niet zijn. 'Maar-' wil ik beginnen als hij me onderbreekt: 'Je ziet het zelf toch ook wel? Je bent echt waardeloos, kom op zeg.' Ik hoor dat hij ongeduldig wordt, en ik sta snel op. 'Ik zie dat niet. maar als jij het wilt ga ik er nog wel een keer langs met een vaatdoekje. Ik heb toch alle tijd sinds jij mijn vrijheid van me hebt afgepakt.' zeg ik verveeld en geïrriteerd, en ik slaak een diepe zucht. 'Niet zo brutaal jij, als je weerwoorden gaat geven, ben je nog niet jarig.' zegt hij woedend, en ik word er bang van. Ik weet niet hoe snel ik me uit de voeten moet maken voor een eventuele woedenuitbarsting, en ik ga snel naar de keuken toe. Het vaatdoekje dat ik net gebruikte ligt er gelukkig nog, en ik maak hem nat voor de derde keer al vandaag. Ik voel dat de tranen omhoog komen, want ik voel me beroerd en onbegrepen. Ik snap niet hoe respectloos hij is en doet. Hij ziet dat ik mijn best doe. Ik veeg mijn tranen weg, en ik snuif. Ik maak even mijn gezicht nat, en ik knap gelukkig daarvan een beetje op. Ik snak naar liefde. Een beetje liefde is toch niet te veel gevraagd? Ik loop de keuken uit, en ik neem alle tafels en kasten onder toezicht van Liam voor een tweede keer af, en dit keer doe ik het wèl goed in zijn ogen. Ik vind deze keer best wel overbodig, maar als hij het goed vindt, ben ik blij.

EINDELIJK KLAAR MET DIT HOOFDSTUK! Ik heb echt continu alinea's geschreven en weer weggehaald omdat ik ze te slecht, te stom en te weinig bij de verhaallijn vond passen. Sorry voor als het lang duurde voordat ik een nieuw hoofdstuk publiceerde. Ik was vandaag halverwege dit hoofdstuk, en toen was ik eindelijk tevreden over wat ik had geschreven/getyped.

Ik draag dit hoofdstuk op aan Lynn, omdat ze meer reads op haar boeken verdient dan dat ze heeft. Lynn is ook gewoon een lieve en aardige vriendin van me.

Ik hoop dat jullie hebben genoten van dit hoofdstuk, en ik zeg jullie dat komend hoofdstuk een stuk interessanter is dan deze. Ik hou van jullie allemaal! xxxxxxxxxxxxxx Annelijn

Stockholm Syndrome || l.j.pWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu