08

132 9 2
                                    

'Blijf van haar af!' Dat roept iemand met lang wit haar tegen iemand die ik niet kan zien. Vervolgens wordt ik opgetild. Ik zie alleen de oranje lucht. Dan laat diegene mij los. Ik doe mijn ogen dicht. 'Neeeeeeee!' hoor ik nog iemand roepen. Dan schrik ik wakker. Het was maar een droom. Ik probeer nog te bedenken hoe alles eruitzag, maar het meeste ben ik alweer vergeten. Ik kijk op mijn mobiel. Het is zes uur in de ochtend. Over een uur is het ontbijt. Ik sta op en een loop naar de badkamer. Ik gooi water over mijn gezicht heen. Wat een nare droom. Het leek net of het echt was. Dan stap ik onder de douche. Ik wil alles van me afspoelen.

Na het ontbijt ga ik naar de bibliotheek. Matthew is er nog niet, wat me verbaast, want hij was eerder weggegaan bij het ontbijt. Ik loop rond in de bibliotheek. Het zijn allemaal boekenkasten met boeken en af en toe een tafel met een beeld erop. Ik kom erachter dat alle boekenkasten met boeken gesorteerd zijn op alfabet. Ik zoek naar de letter e van engel. Gevonden. Het is de boekenkast waar Matthew dat boek vandaan haalde. Ik pak een boek met de titel "Mythes van engelen". Ik bekijk de inhoudsopgave. Op bladzijde 452 begint de mythe over de gevallen engel, ik dus volgens Matthew. Ik leg de juiste bladzijde voor en begin met lezen. Het verwijst terug naar het vorige hoofdstuk, dat een engel een demon is geworden. Toen de engel in een demon veranderde, was hij in de hemel. Hij heeft daar veel verwoest en volgens de mythe een babyengel naar beneden gegooid. Zo is het dus gebeurd. Er staan allemaal details en vreemd genoeg komen die overeen met mijn droom. Ik blader naar het hoofdstuk over de engeldemon. Er staat dat het de engelen is gelukt hem naar de hel te brengen. Het enige nadeel is dat hij de route kent naar de aarde.

'Wat ben je aan het lezen?' Ik schrik en leg snel het boek terug. Matthew komt de kamer binnen. 'Niks.' zeg ik. Hij loopt naar een groot raam, die uitzicht heeft op de straat. Ik loop achter hem aan. 'Zie al deze mensen. Stel je voor dat ze ons zienen ze weten wat je bent. Wat zou je dan doen?' Ik denk lang na. Uiteindelijk geef ik antwoord. 'Ik denk dat ik dan zou weglopen.' 'En dat wil ik juist voorkomen. Ze weten wat je bent. Ze kijken tegen je op. Je bent verdomd een engel, ook al ben je gevallen. Je zou juist kracht uit moeten stralen.' Hij was een tijdje stil. Hij keek naar de menigte op de straat. 'Als ze je vragen stellen over wie je bent en ze krijgen te horen dat je nog steeds aan het rouwen bent omdat je moeder is gedood door een demon, dan lachen ze je uit. Ze zouden je nooit meer serieus nemen. Ze...' Iemand klopt op de deur. Het is Adam. Hij zegt: 'Er is iemand die je wilt spreken.' 'Laat hem maar binnenkomen.' zegt Matthew.

VleugelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu