Het is avond. Nadat iedereen Facebook heeft en we hebben gegeten, zitten we allemaal in de woonkamer te kletsen. 'Zou ik vanavond weg mogen?' vraag ik. 'Waar wil je naartoe?' vraagt Matthew. 'Ik heb vanavond afgesproken met een vriendin van mij.' lieg ik. Ze hoeven niet te weten waarom ik weg ga. Matthew kijkt me even doordringend aan en zegt dan: 'Oke, als je maar terugbent voordat de zon opgaat.' 'Komt goed.' Mooi, dat is geregeld.
Rond tien uur ga ik weg. Ik neem mijn mobiel mee. Als ik buiten sta, bel ik Lilly. 'Hey, ik kan momenteel niet opnemen. Ik ben waarschijnlijk aan het feesten.' Ze heeft bijna elke avond een feest, niet normaal. Ik loop wat door de stad heen. Alle jongeren lopen nachtclubs in. Ik ga aan een tafeltje zitten in een café. Er zijn bejaarden bezig met bingo. Ik bestel een kop thee. Ik kijk om me heen. Dit café heeft een chinese uitstraling. Iemand brengt mij thee. Ik bedank hem en drink mijn thee op.
Als het bijna 12 uur is, loop ik naar school. Hier is bijna niemamd op straat te vinden. Vreemd genoeg staan de lichten van school aan. Het is net alsof iedereen school heeft op dit moment. Ik loop het schoolplein op. Er staan helemaal geen fietsen in de fietsenrekken. Als ik bij de ingang sta, zie ik allemaal mensen in de gang staan. Ze zijn met elkaar aan het praten. Er is zelfs muziek. Ik stap naar binnen zonder na te denken. Als de deur achter me dichtvalt, is iedereen stil. De muziek gaat uit. Iedereen kijkt mij aan. Dit zijn geen normale mensen. Deze zijn dezelfde wezens als die in de bibliotheek. Ze hebben geen ogen en geen vingers. Ze hebben geen ogen, toch voelt het alsof iedereen me aanstaart. De blikken, die er niet zijn, boren in mijn lichaam. Ik voel me niet op mijn gemak. Waarom ben ik hier ook alweer naartoe gegaan? Ik denk ook nooit goed na voor ik wat doe. Ik schrik op van mijn gedachte als die wezens beginnen te bewegen. Ze maken een soort pad vrij. Ik loop over het pad dat ze voor me hebben gemaakt. Achter me sluiten ze het pad weer. Ik slik. Er is nu geen weg meer terug. Ik loop door. Ik word naar de kantine geleid. Daar zijn er nog veel meer. Ook zij kijken me allemaal aan. Op het podium zit één iemand. Voor de rest is het podium leeg. Ik wordt naar het podium geleid. 'Waarom ben jij nu op school?' vraagt degene op het podium. Uhm, dat weet ik eigenlijk niet. 'Ik ik ik weet het niet.' Er klinkt geroezemoes. 'Wacht, wacht, mag ik er langs.' Uit de menigte komt iemand naar voren. 'Hoogheid, zij is het. Zij is degene waar u naar vroeg.' De zogenoemde hoogheid kijkt van hem naar mij. Dan worden zijn ogen groot. 'Deze bijeenkomst is voorbij. Dwaynelo, ik wil met je spreken.' Iedereen loopt weg. Net als ik me wil omdraaien, zegt de hoogheid: 'En jij, jij moet ook blijven.'
JE LEEST
Vleugels
FantasíaMagie, wel of niet Demonen, wel of niet Vleugels, wel of niet Een normaal leven? Tess is net zoals elk ander meisje, althans, dat denkt ze.