chapter 10:eerste ontmoeting

316 10 1
                                    

Chapter 10: eerste ontmoeting

Tes p.o.v.

Ik liep naar buiten samen met Spark. Het was echt koud buiten, en donker ook.” Hey Tes wacht op mij” riep Edith. Ik stopte en wachten op haar. Ik hoorde haar al aankomen en liep al wat zachter verder.” Bedankt, dat je wachten. Ik vindt het maar eng hier alleen lopen” zei ze terwijl ze langs me kwam lopen.” Ik vindt het ook maar een beetje eng, dus geen probleem” zei ik tegen Edith. Ze knikte en lachte naar me. Ik lachte terug en we liepen samen verder.

We waren gezellig aan het kletsen en Spark beet naar bijna iedereen die toevallig langs kwam. Hij is niet echt gesteld op mensen die hij niet kent. Edith  moest er bij een kruispunt af om naar de winkel te kunnen.” Ik moet er hier af” zei Edith.” Oke ik zie jij bij het hotel” riep ik tegen haat terwijl ik haar naar de winkel zag lopen.” Ja, is goed” riep ze terug en ze verdween in de winkel. Nou was ik alleen , in het donker op , wat ik niet echt fijn vindt. Ik ben namelijk nog al bang in het donker vooral op straat, en ook voor onweer. Hoe kan iemand onweer leuk vinden, het is gevaarlijk en zo luidt, ik haat het. Ik liep gewoon verder naar het park waar ik Spark kon uitlaten. Het was er nog donkerder dan op straat want daar had je tenminste lantaarn die licht gaven op je pad, maar hier had je helemaal niks alleen het licht van de maan dat door de bomen heen scheen. Gelukkig had ik mijn zaklantaarn bij. Ik pakte hem uit mijn zak en zetten hem aan. Nou maar hopen dat de batterijen het niet begeven. Ik liep samen met Spark naar de rand van het bos, want hij moest zijn ding doen. Spark was aan het rond snuffelen en ik kreeg het alleen maar kouder. “ Spark schiet op jongen” zei ik tegen hem. Ik denk dat hij me hoorde , want hij vondt meteen een plekje. Ik wachten terwijl Spark zijn ding aan het doen was. Opeens hoor ik hem blaffen en schiet hij los. Ik viel bijna achterover. Ik zag Spark het bos in rennen.” Spark kom terug, Spark” riep ik door heel het bos. Ik rende hem achterna het bos in. Ik hoorde hem weer blaffen.” Ja blijf blaffen jongen, dan kan ik je vinden” riep ik. Ik scheen met de zaklantaarn door het bos heen. Waarschijnlijk letten ik niet goed op want het volgende moment lag ik op de grond, met mijn gezicht in de aarde.” Pff, pfff” ik spuugde de aarde uit mijn mond.” Wat ik wel niet door maak voor jou Spark” fluisterde ik. Ik stond weer op en pakte de zaklantaarn waar ik op gevallen was. Ik probeerde hem aan te zetten maar hij deed het niet. Ik sloeg er een keer op. Nog steeds niks.” Stom ding” zei ik . Ik gooide hem het bos in en liep voorzichtig verder. Ik zag in de verte een lantaarnpaal. Ik hoorde het geblaf daar vandaan komen en liep er dus maar naartoe. Ik kreeg nog een keer een tak tegen mijn hoofd, nou 2 keer. Maar uiteindelijk was ik bijna bij de lantaarnpaal. Ik zag een 2 wazige vlekken bij de lantaarn. O nee dadelijk zijn het van die gekke mensen die meisjes ontvoeren. Ik liep voorzichtig naar de rand van het  bos . Ik zag nu dat het 2 jongens waren die bij de lantaarnpaal stonden, en Spark stond bij een van hun. Ze waren omgedraaid, hun rug naar het bos. Ik liep voorzichtig het bos uit naar Spark toe. Hij begon te blaffen toen hij mij zag en kwam naar me toegelopen. Ik rende naar hem toe. Opeens voelde ik een zware steek op mijn achterhoofd. Ik was uitgegleden, stomme gladde plekken ook als het heeft geregend. Daar lag ik dan op de grond, met Spark die mijn gezicht likte. Dat voelde ik tenminste want ik had mijn ogen dicht, door de harde klap kon ik ze niet echt goed meer open doen. Ik hoorde snel voetstappen dichterbij komen.” Hey, kom is helpen” riep een van de jongens in het Engels.” Kom al” riep de anderen ook in het engels. Die stemmen kwamen me akelig bekend voor, maar ik kon ze even niet plaatsen bij een persoon. Ik voelde dat iemand me overeind hielp. Ik voelde de plek tintelen waar hij me aanraakte” Hey, gaat het” zei een van de jongens tegen me. Ik wou wat zeggen maar kon het niet. Dus ik kreunde maar.” Ik denk dat ze naar het ziekenhuis moet” zei dezelfde jongen. Nee niet naar het ziekenhuis, ik wil niet naar het ziekenhuis nu ik eindelijk in Engeland ben. Ik probeerde te praten.” Nee, niet…. Naar het …. Ziekenhuis” zei ik met moeite. De jongens leek niet echt overtuigd.” Wij brengen je naar het ziekenhuis” zei  de jongen.” Ja dat is het beste” zei de andere jongen. Ik voelde de ene jongen me optillen in zijn armen en hij liep met me weg. Fijn nou voelt hij hoe zwaar ik ben, en ik ben nogal zwaar. Ik wou echt niet naar het ziekenhuis, echt niet. Ik het ging al weer beter en deze keer probeerde ik mijn ogen open te doen. Ik deed ze open en keek recht in de ogen van een van de jongens. Vanaf dat moment wist ik wie het was.

~Falling to Pieces~ Boek 1 van de I Found You serieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu