Elrond liep met Celebrían mee naar het vertrek dat haar toegewezen was. Er hing een gespannen stilte tussen hem, maar Elrond vond geen motivatie om hem te verbreken. Zijn gedachten waren bij Jayne. Ze zou niet alleen vertrekken morgen, maar ze had hem ontzettend gekwetst door zich zo door Annatar te laten inpalmen. Hij had altijd al een naar gevoel gekregen als hij bij die man in de buurt was en zijn jaloezie maakte dat hij in staat was om iets gewelddadigs te doen.
'Ik wens je een goede nacht.' Celebrían schonk hem een voorzichtige glimlach, maar hij kon het niet opbrengen hem te beantwoorden.
'Jij ook.'
Hij draaide zich om voordat ze nog wat kon zeggen. Hij wist dat hij zich verre van hoffelijk gedroeg. Zijn eigen gebroken hart zorgde ervoor dat hij het liefst zag dat iedereen zich zo miserabel voelde. Zelfs Celebrían. Hij haatte zichzelf erom, maar hij kon zijn donkere gevoelens niet ontkennen.
Elrond liep naar zijn eigen kamer toe. Een gefrustreerde zucht verliet zijn lippen toen zijn broer hem daar op hem stond te wachten. Hij had geen zin om met iemand te spreken. Hij wilde deze dag gewoon uit zijn geheugen wissen, Jayne en hun stomme kus vergeten en van Celebrían genieten zoals hij vroeger had gedaan. Hij vreesde echter dat dat voorgoed over was. Gedane zaken namen geen keer. Hij vervloekte zijn eigen stommiteit. Hij had zich door de mensenvrouw laten verleiden en zie nu wat ervan kwam! Ze ging er morgen weer vandoor en was hem waarschijnlijk bij het vallen van de avond alweer vergeten.
'Wat is er?' bromde hij toen hij bij de deur kwam.
Elros nam hem onderzoekend op. 'Alles in orde?'
Hij haalde zijn schouders op. Hij had geen behoefte aan een oppepper. 'Best.'
'Oké...'
Elrond wist best dat zijn broer hem niet geloofde en hij zocht verwoed naar een manier om hem af te wimpelen zonder hem niet nog meer te kwetsen. Hij had immers al gelogen.
'Ik ben moe. Kan het niet tot morgen wachten?'
Elros schudde zijn hoofd. 'Ik ben bang van niet.'
Elrond slaakte nog een zucht en duwde de deur open. Met een beweging van zijn hoofd gebaarde hij zijn broer hem te volgen. Hij zakte op de rand van zijn bed neer, terwijl Elros tegen de tafel leunde.
'Jayne en Angmar vertrekken morgen.'
'Dat weet ik.' Het was haast een dierlijke grom die erop volgde. Elros trok zijn wenkbrauwen op en bestudeerde zijn gezicht. Hij maakte zich vast zorgen.
'Ik heb besloten om met hen mee te gaan.'
Elrond liet zijn hand zakken. Hij was net bezig geweest zijn schoen uit te trekken en staarde zijn broer nu verbouwereerd aan. 'Wat zeg je nu? Waarom?'
'Ik wil wat van de wereld zien. Ik wil met mensen optrekken en van hen leren.'
Elrond was sprakeloos. 'Maar – maar je verplichtingen jegens Eriador dan!'
'Jullie kunnen best een tijdje zonder mij.'
Elrond staarde naar zijn handen. Hij had het gevoel dat hij zijn broer straks meer nodig had dan wie dan ook. Waarom was hij zelf niet op dat idee gekomen?
'Ik ga ook mee.' Hij richtte zijn gezicht op, voelde zich meteen een stuk beter.
'Wees toch niet zo onbezonnen. Vrouwe Celebrían is hier voor jou gekomen. Je kunt toch niet zomaar met de noorderzon vertrekken!'
Elrond wist best dat zijn broer gelijk had. Hij kon haar niet zomaar achterlaten, maar de gedachte bij haar te moeten blijven benauwde hem zo hevig dat hij het liefst wilde wegvluchten.
'Ik wil niet dat ze gaat,' gaf hij met een afgewend gezicht toe. Hij haalde een paar keer diep adem omdat het hem plotseling te veel werd. Ze ging op weg naar een vuurdraak. Wellicht zou ze die confrontatie niet eens overleven! Het was niet eens haar lot dat hij zich het meest aantrok. Dat was haar keuze om nu al te vertrekken. Hij hield van haar en had dat tegen haar gezegd. Ze had gedaan alsof dat wederzijds was, alsof er niets ter wereld was dat meer belangrijk was dan hij. En nu verliet ze hem om tegen een draak te vechten.
Het bed kraakte. Elros kwam naast hem zitten. 'Ze komt heus wel weer terug. Ik zal een extra oogje in het zeil houden.'
'Jij, Angmar en Jayne tegenover een vuurspuwende draak. Jullie lijken wel niet goed bij jullie hoofd.'
'Annatar gaat ook mee, mocht dat je geruststellen?'
Elrond kneep zijn ogen tot spleetjes. Dat deed het in geen geval.
JE LEEST
Bevroren watervallen ✔
FantasyAngmar en Jayne zijn een van de weinige Dunedaín die Númenor konden ontvluchten toen vloedgolven het eiland overstelpten. De tweeling bouwt in Emyn Uial een nieuw bestaan op, waar ze er als premiejagers op uit worden gestuurd om gevaren te eliminere...