Vanaf het dakterras keek Oropher op de tuinen neer. In het aangrenzende grasveld rende zijn zoon, met een stok in de hand. De hond rende er achteraan, luid blaffend. Oropher begreep niet hoe Thranduil het kon. Misschien kwam het omdat hij er niet bij was geweest, in het paleis van de elvenvorstin. Oropher had Jaynes echte gestalte gezien en het verdriet gevoeld dat in ieders hart had gehuisd toen de geleerden aan het hof de betovering niet konden verbreken. Toch was hij blij dat zijn zoon haar die afleiding kon bieden. Hij kon zich niet indenken hoe het moest zijn, gevangen in dat afschuwelijke lichaam. De wanhoop die ze moest voelen vrat zijn concentratie weg. Soms kreeg hij er zelfs tranen in zijn ogen door.
Hij boog iets voorover en leunde met zijn onderarmen op de balustrade. De hond sprong omhoog en griste een tak uit de lucht. Enthousiast draafde het dier naar Thranduil toe. Ze liet de stok niet los toen de elf eraan trok, waarna ze stoeiend door het gras rolden.
Met een diepe zucht draaide Oropher zich om.
Niet veel later stond hij in de bibliotheek. Verdwaasd keek hij rond. Hij kwam hier bijna iedere dag. Onbewust. Ieder boek had hij al eens uit de kast genomen. Hier was geen oplossing voor het probleem. Hij moest het loslaten. Hij moest haar loslaten. Wellicht was het voor zijn gemoedsrust beter als hij haar wegstuurde. Dat was echter iets wat hij niet over zijn hart kon verkrijgen. Ze had al zoveel doorstaan. De kwelling die hij voelde viel in het niet bij zijn eigen gevoelens. Hij wist het dondersgoed – en toch bleef het knagen. Er was nu geen directe dreiging, maar zijn alertheid vervaagde. Wie weet dook hier ook iemand op die hem in een dier veranderde. Hij zou dat wat er met Jayne was gebeurd als een waarschuwing moeten opvatten.
Hij verliet de bibliotheek en zocht het hoofd van zijn wacht op, dat hij opdroeg de beveiliging te verscherpen. De man stelde geen vragen, hij knikte enkel en maakte zich uit de voeten. Oropher keek hem na tot hij een hoek omsloeg. Dit had hij al veel eerder moeten doen. Iemand met een macht die zij niet konden verbreken, vormde een bedreiging. Voor ieder volk op Midden Aarde. Waarom was dat niet eerder bij hem opgekomen? Waarom bleef hij zo bij Jaynes ellende hangen, terwijl hij juist een heel volk had voor wiens welzijn hij verantwoordelijk was? Hij haalde een hand door zijn lange haar. Haar betovering had niet alleen een uitwerking op haar. Hij dreigde er evengoed slachtoffer van te worden. En ook nu wist hij niet wat hij ertegen moest doen.
Die avond trok hij zich terug bij de openhaard. Dat was een gewoonte van hem geworden sinds de hond hier woonde. Thranduil zat vlak bij de vlammen met haar te spelen. Het zag er aandoenlijk uit. Thranduil had zijn kindertijd veel te snel achter zich moeten laten door het overlijden van zijn moeder. Hoewel hij inmiddels een volwassen vent was, had Oropher het gevoel dat hij nu de schade in probeerde te halen, samen met Jayne. Het was alsof hij zich helemaal niet bewust was van het feit dat er een menselijke geest in het dier verborgen zat.
Plotseling ving ze zijn blik. Om een onverklaarbare reden voelde hij zijn wangen gloeien. Verward wendde hij zijn gezicht af. Hij voelde zich betrapt, alsof hij haar begluurde.
Maar ze bevond zich in zijn woning, in een openbare kamer. En ze was verdomme een hond. Daar zou hij geen enkele gêne tegenover moeten voelen.
JE LEEST
Bevroren watervallen ✔
FantasyAngmar en Jayne zijn een van de weinige Dunedaín die Númenor konden ontvluchten toen vloedgolven het eiland overstelpten. De tweeling bouwt in Emyn Uial een nieuw bestaan op, waar ze er als premiejagers op uit worden gestuurd om gevaren te eliminere...