"Eindelijk! Weekend!" roept Tammy als we het schoolgebouw uit lopen. Ik lach. De eerste schoolweek is voorbij. Dat hebben we tenminste al overleefd.
Samen lopen we naar het fietsenhok. Ondertussen app ik Luuk of hij meefietst. 'Nee ben al thuis. Ben met Chris.' Stuurt hij terug. Ik frons mijn wenkbrauwen.
"Wat is er?" vraagt Tammy. "Luuk is al thuis, maar hij had ook gewoon tot 3 uur les. Dat dacht ik ten minste." Tammy lacht. "Ach joh, die heeft gewoon het laatste uurtje voor het weekend gespijbeld. Doet Chris ook zo vaak."
"Ja, hij is ook met Chris." Tammy kijkt verbaasd. "Serieus? Je broer leek me helemaal niet zo'n type."
We zijn ondertussen bij onze fietsen aangekomen. Mijn fietssleutel is gelukkig weer boven water. Ik pak hem uit mijn tas en doe mijn fiets van slot. "Wat voor type bedoel je?", vraag ik aan Tammy.
Tammy haalt haar schouders op. "Gewoon. Niet zo'n type als Chris. Geloof me, als 'ie dan toch op Chris lijkt, zie je 'em voor morgenochtend niet terug. Die gaan zich helemaal klem zuipen vanavond." Dat klinkt niet als Luuk. Luuk heeft ooit één biertje op en daar is het bij gebleven. Drank is niet zo'n goede combinatie met zijn medicijnen. Of zoals de dokter het zei: "Als jij ooit gaat zuipen, ben je heel stom bezig."
Tammy ziet me bezorgd kijken. "Hee, niet zo moeilijk kijken. Luuk is geen Chris. Luuk heeft meer dan twee breincellen." Ik lach. "Ja, oké."
Toch laat het me niet los. Op de fiets vraag ik aan Tammy: "Wat bedoelde je pas, toen je zei dat Chris altijd problemen heeft? Wat voor problemen heeft 'ie dan?"
Tammy zucht. "Ja, ik weet de helft nog niet eens, joh. Ik kan je wel vertellen dat Chris vaker thuis is gekomen met een blauw oog dan met een voldoende. En ja, dat zuipen van hem, gaat niet altijd even goed. En verder, ja, drank en drugs, volgens mij heeft Chris nog wel wat schulden hier en daar. Maar daar denk ik liever niet over na. Ik vind het maar een eng idee, als ik bedenk met wat voor mensen hij omgaat."
"Oké", zeg ik, "je had wel echt gelijk dat ik maar beter uit zijn buurt kan blijven." En Luuk misschien beter ook.
's Avonds laten de verhalen van Tammy me maar niet los. Ik heb Luuk nog niet gezien sinds ik uit school ben gekomen. Hij is nog steeds 'bij Chris'. Volgens Tammy betekent dat dat ze zich ergens in een park aan het bezatten zijn. Iets wat Luuk beter maar niet kan doen.
Ik stuur Luuk een appje. 'Luuk, ff serieus, waar zit je.'
En een minuut later nog een. 'Doe geen domme dingen.'
En even later. 'Ik vermoord je echt als je straks niet volledig nuchter thuis komt.'
Hij reageert nergens op. Ik stuur nog een appje. 'Kan je ff kappen met de irritante oudere broer zijn en gewoon reageren.'
Daarna app ik Tammy. 'Weet jij waar onze broers zijn???'.
Tammy belt me terug. "Zit je je nou de hele tijd zorgen te maken?" Ik zucht en geef toe: "Ja, maar serieus, Luuk kan beter niet drinken. Het is een lang verhaal, maar hij moet het gewoon niet doen. Weet je echt niet waar ze uithangen?"
Ik hoor Tammy zuchten. "Nee, sorry. En Chris heeft ook al eeuwig zijn snapchat-locatie uit staan, dus ik kan hem ook niet stalken." "Snapchat! Tam, je bent een held."
Ik hang snel op en open Snapchat. Ik vind die kaart – of stalkfunctie – echt creepy, maar Luuk heeft er geen problemen mee. "Ik heb toch niks te verbergen", zegt hij altijd. Al snel heb ik Luuk gevonden.
Hij zit inderdaad in een park. Ik ben er in de korte tijd dat ik hier woon, nog niet geweest, maar het is redelijk dichtbij.
Ik twijfel of ik er heen zal gaan. Luuk is mijn oudere broer, ik hoef niet op hem te letten. Ik ben zijn babysitter niet. Maar wat als hij domme dingen aan het doen is, met Chris, die blijkbaar heel veel domme dingen doet..
Ik kan hier ook niet gewoon een beetje zitten afwachten. Als Luuk niet reageert op mijn appjes, dan moet het maar zo.
Ik pak een spijkerjasje, doe mijn gympen aan en ga naar beneden. Ik ga naar Luuk.
Zonder al te veel moeite vind ik het park waar Luuk en Chris zitten. Ik kijk om me heen en zie in de verte wat jongens bij twee bankjes chillen. Ik weet niet zeker of Luuk er ook bij is, maar ik begin in die richting te lopen.
Zodra ik dichterbij kom, zie ik dat Luuk en Chris er ook zijn. Van een afstand hoor ik al de muziek en het dronken geroep van de jongens. Luuk heeft een flesje in zijn hand. Alsjeblieft, laat het cola zijn.
Ik loop verder. Ik zie Chris zich omdraaien. Hij ziet me lopen en lacht dom. Hij stoot Luuk aan. Ik voel me een beetje ongemakkelijk en bekeken, maar loop toch door. Ik kan nu al niet meer terug.
Het flesje wat Luuk vast heeft, is zeker geen cola. Boos kijk ik hem aan. Als ik dichtbij genoeg sta, pak ik Luuks arm en trek hem mee. Als we een beetje op afstand staan van de dronken groep, pak ik het flesje uit Luuks hand en gooi het kapot op de grond.
"What the fuck, Luuk. Zeg alsjeblieft dat dit je eerste was." Luuk lacht. "Doe niet zo moeilijk, joh. Het gaat toch goed met me?" Aan zijn stem hoor ik dat dit zeker niet zijn eerste biertje van de avond was.
"Luuk, ben je niet goed bij je hoofd? Je weet dat je dit niet moet doen. Hoe kun je zo stom zijn? En waarom reageer je niet op mijn appjes? Ik was hartstikke ongerust!".
Plotseling wordt er een arm om me heen geslagen. Blijkbaar is Chris achter ons aan gekomen. "Ah, Saartje toch, reageert hij niet op je appjes?" Hij grinnikt dom en heeft duidelijk ook al wat te veel op. Ik duw zijn arm weg. "Blijf van me af en ga even een eindje verderop staan, je stinkt naar alcohol." Chris lacht, zet een paar stappen achteruit en houdt zijn handen in de lucht. "Sorry hoor, meisje. We zijn alleen maar een beetje plezier aan het maken. Doe je anders ook mee? Het kan echt geen kwaad."
Boos kijk ik hem aan. "Oh nee, natuurlijk: het kan geen kwaad. Weet je wat, Chris, het kan wél kwaad. Voor sommige mensen is één biertje er al één teveel." Ik kijk naar Luuk, ik wil hem niet voor schut zetten, maar hij moet ook niet zo stom doen.
Dan kijk ik weer naar Chris. Hij staat daar maar stom te lachen. Het maakt me nog bozer. Ik ga verder met schreeuwen. "Prima dat jij stomme dingen doet en je leven verkloot. Maar trek mijn broer er niet in mee, klootzak!"
Chris loopt met grote stappen op me af. Hij kijkt me fel aan en pakt mijn arm vast. "Luister", zegt hij, zijn gezicht is akelig dichtbij het mijne, de lucht van alcohol en sigarettenrook maakt me misselijk, "wat ik doe, is mijn zaak, en wat je broer doet, is zijn zaak. Als jij daar problemen mee hebt zoek je het maar met hem uit, maar je gaat hier níét mij uit lopen schelden! Je hebt wel lef zeg, om zo kwaad op mij te worden, waar iedereen bij is. Je moet één ding weten, Sara, je kan maar beter geen ruzie met mij krijgen."
Hij is gestopt met praten, maar hij staat nog steeds veel te dichtbij en heeft nog steeds mijn arm veel te stevig vast. De felheid in zijn ogen is niks verminderd.
Ik ben verbluft, weet niet wat ik terug moet zeggen of wat ik moet doen. De Chris die nu voor me staat, lijkt wel een heel andere jongen dan de Chris die me lachend een lift gaf naar huis. Het is alsof ik nu ineens een heel andere kant van hem zie. Voor het eerst vind ik hem niet alleen arrogant en een beetje intimiderend, hij maakt me bang.
Tammy heeft gelijk. Ik kan maar beter niet bij hem in de buurt komen. Op welke manier dan ook.
Luuk trekt me mee. "Kom, we gaan naar huis."
JE LEEST
Sinds die dag
ChickLit"Je zit in mijn hoofd. De hele tijd. Sinds die dag dat je ineens op mijn balkon stond. Bij alles wat ik doe denk ik aan jou en het is fucking irritant." "Dat is toch niet erg. Dat effect heb ik nou eenmaal op mensen", antwoordt hij grijnzend. Ik ki...