Wanneer ik de volgende ochtend wakker word, ligt Chris naast me. Hij slaapt nog. Ik kijk naar hem, denkend aan gisteravond. "Mag ik hier blijven slapen?", had hij gevraagd. Het boeide me niet hoe dronken hij was. Ik was veel te blij dat hij niet meer boos was.
Nu boeit het me wel. Hij was dronken gisteravond. Als hij straks wakker wordt, heeft hij vast overal spijt van. Ik zucht en stap uit bed. Wat nu? Hoe gaat Chris reageren als hij straks in mijn bed wakker wordt? Zal hij zich überhaupt nog wel herinneren wat er gisteravond gebeurd is? Zal hij zich nog wel herinneren wat hij gezegd heeft? Ik glimlach wanneer ik aan zijn woorden denk: 'ik hou van je'. Zal hij het echt gemeend hebben?
Ik loop naar de badkamer. Daar kom ik Luuk tegen, die zijn tanden staat te poetsen. "Wat kijk jij moeilijk?", zegt hij, als hij klaar is. Zuchtend haal ik mijn schouders op. "Je hebt toch niet alsnog Chris gebeld gisteravond?", vraagt Luuk. Ik schud mijn hoofd. "Erger nog", zeg ik, "hij is naar me toe gekomen." Met grote ogen kijkt Luuk me aan. "Maar hij was fucking dronken gisteravond", zegt hij. Ik knik. "Inderdaad", zeg ik, "daarom zei ik ook dat hij naar huis moest gaan."
"Maar?", vraagt Luuk. Hij weet dat er meer komt. Ik zucht. "Maar toen zei hij dat hij van me houdt en ik weet dat hij dronken was en dat ik het had moeten negeren, maar ik wilde zo graag dat het weer goed kwam en hij wilde me zoenen. Dus toen hebben we gezoend."
"Fuck", zegt Luuk, "maar hij was dronken." Ik knik en zucht diep. "Ik weet het." Luuk kijkt me aan. "En nu?", vraagt hij. Ja, en nu. "Nu ligt hij in mijn bed", zeg ik zachtjes.
Luuk kijkt me met grote ogen aan. "Saar!", zegt hij, "jullie hebben toch niet..?" Ik schud snel mijn hoofd. "Nee, nee. Dan zou het al helemaal erg zijn. Nee, hij heeft hier alleen geslapen. Maar straks wordt hij wakker en heeft hij spijt of hij herinnert zich niks meer en ik weet niet wat ik moet doen." Zo dat is er uit. Luuk knikt. "Oké", zegt hij, ik zie hem nadenken. Hij heeft vast wel goed advies. Maar Luuk schudt zijn hoofd. "Wat maken jullie er weer een zooitje van, zeg", is het enige wat hij zegt.
"Ja", zeg ik, en ik zucht nog eens diep. Dan ga ik weer terug naar mijn kamer. Daar gaan we..
Als ik op mijn kamer kom, is mijn bed leeg en staat de balkondeur open. Chris is weg. Ik loop mijn balkon op en kijk naar de overkant van de straat. Daar zie ik Chris nog net zijn kamer binnenglippen. Ik zucht. Oké. We hebben nu tenminste niet ongemakkelijk in bed de situatie besproken, dat scheelt. Maar we moeten toch weer een keer praten. Dat wordt wat. Ik stap weer naar binnen en trek de balkondeur achter me dicht.
Ik pak mijn telefoon van mijn nachtkastje. Ik stuur Chris een appje: 'We moeten praten.' Een minuut lang blijf ik naar mijn scherm staren. Dan zie ik de vinkjes blauw worden. Ik zie Chris typen, maar dan stopt hij weer. Nog een minuut staar ik naar mijn scherm, maar Chris stuurt niks terug. Zuchtend leg ik mijn telefoon weer weg. Luuk heeft gelijk. Wat maken we er weer een zooitje van.
Ik kleed me aan en ga naar beneden. Daar zitten Luuk en mijn vader aan het ontbijt. "Waar is mam?", vraag ik. "Die is al naar de supermarkt", antwoordt mijn vader. "Waar is Chris?", vraagt Luuk plagend. Ik voel mijn wangen helemaal rood worden. Mijn vader kijkt me vragend aan. "Waarom willen we weten waar Chris is?", vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. "Luuk probeert gewoon grappig te zijn. Voor zo ver ik weet, is Chris gewoon thuis." Waarom moet Luuk nou weer zo nodig de irritante broer uithangen. Ik denk niet dat mijn vader het op prijs zou stellen als hij Chris bij mij in bed zou aantreffen.
Wanneer mijn vader weg is om een rondje te gaan hardlopen, vraagt Luuk het nog eens: "Waar is Chris?" Ik zucht. "Thuis, zei ik toch." Luuk rolt met zijn ogen. "Oké dan, maar hebben jullie nog gepraat?" Ik schud mijn hoofd. "Nee, hij was al weg toen ik mijn kamer weer in kwam." "Oh", zegt Luuk. "Ja, oh", reageer ik.
Ik kijk op mijn telefoon. Chris heeft terug geappt. 'Klopt.' Is dat alles? Ik begin al te typen, maar dan komt er nog een appje van Chris achteraan. 'Om 2 uur in dat koffietentje van pas?' 'Is goed', antwoord ik. Oké, hij wil praten. Dat is al iets.
Een paar uur later zit ik op de fiets naar de stad. Ik bedenk wat ik tegen Chris wil zeggen. Moet ik beginnen met wat er gisteravond gebeurd is? Of kan ik beter eerst sorry zeggen dat ik hem niet vertrouwde met dat meisje? Zou hij überhaupt nog weten wat er gisteravond gebeurd is? Ik hoop het wel, anders wordt dit wel heel erg ongemakkelijk. Dat wordt het sowieso al wel. Ik zucht diep. Ik merk dat ik zenuwachtig ben. Waarom ben ik zo zenuwachtig? Het is Chris maar. En hij is niet meer boos toch? Gisteravond zei hij nog dat hij van me houdt.. Misschien ben ik daarom wel zo zenuwachtig. Wat als hij het niet echt meende? En wat als het wél waar is? Hou ik ook van hem?
Voor ik het weet ben ik er al. Ik zet mijn fiets op slot en stap het koffietentje binnen. Ik zie Chris al aan een tafeltje zitten. Langzaam, zenuwachtig, loop ik op hem af.
Daar gaan we dan.
JE LEEST
Sinds die dag
ChickLit"Je zit in mijn hoofd. De hele tijd. Sinds die dag dat je ineens op mijn balkon stond. Bij alles wat ik doe denk ik aan jou en het is fucking irritant." "Dat is toch niet erg. Dat effect heb ik nou eenmaal op mensen", antwoordt hij grijnzend. Ik ki...