Dronken mensen spreken de waarheid.

730 14 0
                                    

Ik loop heen en weer in mijn kamer, terwijl mijn telefoon al voor de vierde keer overgaat. Ik probeer Chris nou al voor de derde keer te bellen. Hij neemt steeds niet op. "Dit is de voicemail van..". Ik zucht diep en hang op. Mijn telefoon gooi ik op mijn bed. Wat moet ik nu? Ik wil het goedmaken met Chris, maar dat lukt niet als hij me steeds blijft negeren.

Ik loop naar Luuks kamer. "Weet jij of Chris thuis is?", vraag ik aan Luuk. Luuk schudt zijn hoofd. "Het is vrijdagavond hè. Hij is in het park, ik ga zo ook." Bijtend op mijn lip denk ik na. Zal ik naar het park gaan? Dan kan hij me niet negeren. Luuk lijkt weer eens mijn gedachten te kunnen lezen. "Ik zou er niet heen gaan als ik jou was, Saar. Je kan het beter proberen goed te maken wanneer hij niet dronken is." Ik zucht. "Je hebt gelijk", zeg ik dan.

Onbedoeld denk ik ook terug aan die andere keer dat ik Chris in het park sprak. Hij werd toen zo boos om niks. Het maakte me bang. Ik kan inderdaad beter niet met hem praten als hij dronken is. Straks wordt hij nog bozer dan hij al is..

Maar ik wil wel met hem praten... "Luuk, mag ik hem anders even met jouw telefoon bellen? Bij mij neemt hij niet op, maar bij jou misschien wel. En als hij boos wordt, kan ik gewoon ophangen. Of andersom." Luuk zucht en kijkt betwijfeld. Dan geeft hij me toch zijn telefoon. "Oké dan", zegt hij.

Ik zoek Chris op in Luuks contacten en druk dan op 'bellen'. De telefoon gaat over. En nog een keer. Dan wordt er opgenomen. "Met Chris", hoor ik. "Hey, het is Saar. Ik wilde even praten. Ik-" Voordat ik kan zeggen, wat ik wil zeggen, heeft Chris alweer opgehangen. Ik zucht en geef de telefoon terug aan Luuk. Die kijkt me aan. "Het komt wel weer goed, Saar", zegt hij, "laat hem nu maar even." Ik knik. Het komt vast wel weer goed. Dat moet gewoon.

Ik probeer mezelf af te leiden door een opdracht af te maken die maandag ingeleverd moet worden. Ik negeer mijn telefoon en ga even helemaal op in het opzoeken en verwerken van de informatie die ik nodig heb. Het is half 1 wanneer mijn moeder roept. "Ga je zo ook slapen, Saar?" Ik roep terug dat ik zo naar bed ga en sluit mijn laptop af.

Ik ben nog helemaal niet moe. Mijn hoofd zit vol met gedachten en zorgen. Ik pak mijn telefoon en open wat snaps. Ik zie dat Luuk nog steeds in het park zit. Zal Chris daar ook nog zijn? Ik zucht. Ik wil hem nog steeds spreken, maar Luuk heeft gelijk: nu is niet het moment. Ik kan het beter proberen goed te maken wanneer hij niet dronken is.

Nadat ik me omgekleed heb, ga ik in bed liggen. Een half uur lig ik te draaien en te keren. Ik blijf maar piekeren en kom maar niet in slaap. Zuchtend ga ik rechtop zitten. Ik kan toch niet slapen, dan kan ik net zo goed nog even Netflix kijken. Dan ben ik tenminste ook weer even afgeleid en denk ik niet steeds aan Chris. Ik pak mijn laptop en zet een serie aan.

2 afleveringen later hoor ik Luuk thuiskomen. Meteen denk ik weer aan Chris. Zal hij ook al thuis zijn? Of loopt hij ergens dronken over straat? Misschien is hij wel weer aan het vechten. Of misschien staat hij ergens dronken met een ander te zoenen.

Nee. Zo moet ik niet over hem denken. Als ik zo ga denken, heeft Chris gelijk. Dan wordt dit helemaal niks.

Ik sluit mijn laptop weer af en pak mijn telefoon. Ik open mijn insta en al snel beland ik op Chris' profiel. Ik scrol door zijn foto's. Ik bedenk weer eens hoe knap hij is. Ik ben duidelijk niet de enige die er zo over denkt: tientallen meisjes reageren hetzelfde onder zijn foto's. Hoeveel van die meisjes zullen er wel eens met Chris gezoend hebben? Of verder gegaan zijn? Nee. Ik moet echt stoppen daar over na te denken.

Zie ik Chris echt nog steeds als die jongen? Die jongen die meisje na meisje gebruikt. Die jongen waar Tammy me voor waarschuwde.

Nee, zo zie ik hem toch niet meer. Ik denk aan alle keren dat Chris lief, bezorgd, aardig was. Ik denk aan hoe hij me troostte die nacht bij hem in bed. Ik denk aan die fijne momenten die we samen hadden, toen ik het nog niet verpest had. Ik had hem moeten vertrouwen. Als zelfs ik niet geloof dat hij veranderd is, hoe kan ik dan verwachten dat anderen het geloven? Hoe kan ik dan verwachten dat Tammy het gelooft?

Eigenlijk snap ik wel dat Tammy boos is. Ze heeft Chris zo vaak meisjes zien gebruiken. En elke keer komen de meisjes boos naar haar toe. Ze had mij nog zo gewaarschuwd, en toch viel ik voor Chris. Ze is vast bang dat ik straks ook boos naar haar toe kom, dat ik vind dat zij haar broer 'es in bedwang moet houden.

Maar dat gaat niet gebeuren. Zo gaat het niet lopen. Ik ga het goed maken met Chris. Het komt goed.

Ik zucht en leg mijn telefoon weg. Ik ga weer liggen. Ik moet toch maar weer eens een poging doen om te gaan slapen. Ik lig pas net wanneer er op mijn raam geklopt wordt. Mijn hart maakt een sprongetje. Wil Chris dan toch met me praten?

Snel sta ik op en doe ik mijn gordijn een stukje open. En ja, aan de andere kant van de deur, op mijn balkon, staat Chris. Hij grijnst en gebaart dat ik de deur open moet doen. Snel open ik de balkondeur.

"Hoi Saartje", zegt Chris. Hij stinkt naar alcohol en heeft duidelijk te veel op. Dat hij me 'Saartje' noemt, bewijst dat nog maar eens. Ik kijk hem wantrouwend aan. Is hij gekomen om het goed te maken of om boos te worden?

Wankelend stapt Chris naar binnen. "Ben je zo dronken helemaal omhoog geklommen?", vraag ik verbaasd. Chris lacht. "Oefening baart kunst", antwoordt hij. "Nou, hier ben ik dan", zegt hij vervolgens, "je wou toch praten?" Ik schud mijn hoofd. "Chris, je bent dronken, dit is niet het goede moment." Chris lacht. "Klopt, ik ben he-le-maal dronken." 

Hij komt dichterbij me staan. Hij stinkt naar alcohol en rook, dus ik zet snel een stap naar achteren. "Chris, ga naar huis. We praten morgen wel, als je niet totaal bezopen bent", zeg ik. Dit is niet het goede moment. Ik moet met hem praten als hij nuchter is. Chris haalt onverschillig zijn schouders op. "Goed, dan praten we morgen, maar ik wil je nu zoenen", zegt hij grijnzend. Hij zet weer een stap naar me toe.

"Chris, morgen heb je hier spijt van. Je was boos op me, weet je nog? Dit is geen goed idee." Chris haalt weer zijn schouders op en lacht. "Ik heb wel eens slechtere ideeën gehad", grinnikt hij. "Chris, serieus", zeg ik. Chris zucht en rolt met zijn ogen. "Saar, ik wil je gewoon zoenen, want ik ben gewoon heel erg verliefd op je. Nee, Saar, het is nog veel erger: ik hou van je." 

Ik kijk hem onthutst aan. Hij houdt van me? "Chris, je bent dronken", is het enige wat ik weet te antwoorden. "Dronken mensen spreken de waarheid, toch?", grinnikt Chris, en hij legt zijn hand op mijn middel. "Mag ik je dan nu zoenen?", zegt hij zacht.

Dit is geen goed idee. Hij weet niet wat hij doet, hij is dronken. Morgen heeft hij hier spijt van. Hij denkt niet helder na. Hij is nog boos op me. We hebben het nog niet uitgepraat. Ik kan wel honderd redenen bedenken waarom we dit nu niet moeten doen. 'Ik hou van je', hoor ik Chris weer zeggen in mijn hoofd. Ik bijt op mijn lip. Hij is dronken. Dronken mensen spreken de waarheid.

Ik kan wel honderd redenen bedenken waarom we nu beter niet kunnen zoenen. Maar die ene 'ik hou van je' blijft in mijn hoofd hangen. Chris' lippen vinden de mijne en ik laat het gaan. Ik laat hem me zoenen en ik zoen hem terug. Het smaakt naar alcohol en sigaretten, niet lekker, maar het maakt me niet uit. Het maakt me niet uit wat we hier morgen van denken. Nu willen we dit. Ik wil hem. Het komt allemaal goed. 

Sinds die dagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu