Part 12: Zoeken

643 18 1
                                    

~Viktor~

Waar blijft ze? Het is al een uur geleden dat de wedstrijd voorbij was en alle meiden zijn al terug uit de kleedkamer. Ik loop richting de kleedkamers en zie op het bordje dat kleedkamer 4 van dames uit is. Ik loop erheen en ik klop op de deur. Geen reactie. “Hanna, ben je daar?”. Weer geen reactie. Twee keer geen reactie dat betekent dat er niemand is of dat Hanna daar is en niet reageert. Ik klop nog één keer voor de zekerheid en weer krijg ik geen reactie. Ik doe de deur open en zie dat de kleedkamer helemaal leeg is. Ik loop naar binnen en kijk om het hoekje van de douche. Gelukkig niemand. Natuurlijk hoopte ik dat ik daar Hanna aantrof, maar niet iemand anders. Gelukkig was dat niet het geval. Ik loop de kleedkamer uit en begin te rennen. Dit is niet goed. Waar is ze? Ik ren de gang uit de deur door en roep Hanna. Ik kijk rond, maar zie haar nergens. “Wie bent u?” hoor ik achter me en ik draai me om. “Ik ben Viktor…. Uh Brand”. Daar ging het bijna mis. Ik loop natuurlijk in deze achterlijke kleren. “Ik ben Rob Groen. De coach van Hanna. Kwam ze door u te laat?”. “Door mij, nou dat zou ik niet willen zeggen” zeg ik hakkelend. “Wel dus, als u Hanna, maar er ook maar één ding met Hanna gebeurd dan weet ik je te vinden”, hoor ik Rob dreigend zeggen. Ik heb geen zin om erop in te gaan en maak me meer druk om Hanna dus ik loop terug het gebouw in. Ik loop de trap op en loop de kantine in. “Heeft u een blond meisje gezien?”. “Nee, niet gezien” is het enige antwoord dat ik kreeg. Ik loop terug naar beneden naar buiten en kijk nog één keer goed rond. Ik zie haar niet en besluit haar te bellen.

Dit is de voicemail van “Hanna”. Spreek u boodschap in na de piep en “Ik probeer je zo snel mogelijk terug te bellen”.

“Han waar ben je? Wat is er aan de hand? Ik zoek je?”

De woorden Hanna en “Ik probeer je zo snel mogelijk terug te bellen” had ze zelf ingesproken en haar stem was zo mooi. Ik bel haar nog een keer, maar weer neemt ze niet op. Ik stap in de auto en besluit een rondje in de buurt te gaan rijden. Ik rijd langzaam en veel mensen toeteren dat ik op moet schieten. Ik heb mijn pruik en bril weer afgedaan en sommige fans herkennen me. Ik krijg scheldwoorden naar mijn hoofd, maar het maakt me allemaal niet uit. Ik wil Hanna vinden. Ik blijf rondjes rijden en na een tijdje merk ik dat mijn telefoon knippert naast mij op de bijrijdersstoel. Ik zie dat het Hanna is en ik wil opnemen. “Hee schat, waar ben je”. Piep, Piep, Piep hoor ik weer. Te laat. Ik vloek hardop en gooi m’n telefoon op de stoel naast mij. Ik voel dat het niet goed is. Ik probeer Hanna weer te bellen, maar ze neemt niet op.

~Hanna~

Daar zit ik nu. Rotterdam Centraal, op de koude vloer. Een zwerver naast mij. Hij heeft niks, helemaal niks. En ik ga straks bij Ajax spelen en dan verdien ik genoeg. Ga ik wel bij Ajax spelen? Ajax of VVH, Ajax of VVH. Het was één van de overwegingen die mij teveel werd. Bij Viktor blijven/ weggaan of Ouders vertellen of geheim houden. Ik zag het niet meer zitten en ik pakte mijn telefoon. Wat voor berichtje had Inge mij vanochtend eigenlijk gestuurd? Ik had het toen genegeerd en heb er niet meer aan gedacht. Ik open Whats App:

Hann, heb pijn. Teveel Pijn, je moet helpen.

Oh nee, hoe kon ik Inge vergeten. Ik ga naar contacten en bel haar gelijk.

“Hee Ing”. “Hee han, waar ben je”. “Station Rotterdam Centraal” zeg ik snikkend. Kom op Hanna, wees sterk. Zij heeft jou nodig, jij niet haar. “Wat is er Hanna?”, hoor ik haar toch zeggen. “Ik weet het niet meer. Het wordt me teveel met Ajax, VVH, Viktor, Mark en de rest.” “Rustig, blijf waar je bent. Ik kom naar Rotterdam Hanna”.

 ~Viktor~

Daar zit ik dan. Voor de Kuip, alleen in een auto, met een telefoon die niemand opneemt. Dan gaat toch die telefoon die niemand opneemt af. Het is Nicolai. Ik heb geen zin, maar uiteindelijk neem ik toch op. “Vik, Nico hier. Ik weet waar Hanna is”. Wat? hoe weet Nicolai waar Hanna is, hoe weet hij dat ze kwijt is? “Nico, waar heb je het over? Hoe weet je dit allemaal”. “Dat is een lang verhaal. Ik ga naar haar toe, blijf jij maar waar je bent dan komen we straks naar jou toe”. “Okee, Bro” is het enige wat ik uit mijn mond kan krijgen.

 ~Hanna~

Wie loopt daar nou te zoeken? Is dat Nicolai? Wat doet hij hier? Ik barst in tranen uit als hij naar mij toe komt lopen. Hij komt naast me zitten en slaat een arm om me heen. Hij zegt niets en dat is precies wat ik nu nodig heb. Ik denk dat wij zo 10 minuten zitten. Ik huil alleen maar, maar Nicolai vindt het niet raar. “Waarom ben je hier?”, vraag ik een beetje beschamend. “Sorry hoor” voeg ik er ook nog aan toe. “Rustig maar, Hanna, Inge is naar mij toegekomen”. Inge, wat, kent zij Nicolai. “Ken jij Inge”, vraag ik met een hele verbaasde blik. “Nee, maar ze kwam als een gek op mij afgeremd en bleef mij maar roepen. Ik kom haar niet negeren”. Ik begin te lachen en kijk Nicolai aan. “Typisch Inge”, zeg ik nog steeds lachend. “Wat is er aan de hand?”, vraag Nicolai en ik heb het gevoel dat ik het nu wel moet gaan vertellen. Ik vertel hem alles, van Ajax en VVH en van mijn verschrikkelijke ouders. Zelf vertel ik hem van Mark, ook al heeft hij daar niets mee te maken. Het lucht op en ik voel me daarna een stuk beter. “Kom we gaan”, zegt Nicolai en ik aarzel niet meer. Ik sta op en voordat ik het station uit loop, pak ik geld uit m’n portemonnee en koop een broodje voor de zwerver die de hele tijd naast mij zat. Dat geeft een goed gevoel en ik zie dat de zwerver een glimlach op zijn gezicht krijgt.

Dubbel levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu