Part 5: Date of rondleiding?

893 22 0
                                    

Daar sta ik dan, voor het studentengebouw “De kelder”. Ik woon hier nu 2 weken en het bevalt me prima. Inge woont hier al 5 maanden en toen er een plekje vrij kwam, was die gelijk voor mij. Wel handig dat ik nu in Amsterdam woon. En handig dat ik hier mezelf kan zijn. Mijn ouders, broers en vrienden ‘thuis’ kennen mij helemaal niet. Het is tien voor twaalf. Ik sta hier veel te vroeg, maar binnen kon ik niet nog langer wachten. Eerst een eitje gebakken en die opgegeten. Daarna een half uur voor mijn kast gestaan om te kijken wat ik aan deed. Toch maar voor mijn lievelingskleren gekozen. Een donkergroene broek, met blauw topje en blauw met wit vest. Daarna snel mijn haren gewassen, geföhnd en gestijld. Gewoon een laagje make up op gedaan. En nu stond ik hier dan. Midden in Amsterdam. Amsterdam die grote stad. Mijn ouders hadden er niets van begrepen, 2 weken geleden, toen ik ze vertelde dat ik in Amsterdam wilde gaan wonen. “Schat, Amsterdam is niks voor jou. Jij houdt niet van drukte.” Nou, dat deed ik dus wel, maar jullie willen dat niet geloven. Mijn vader had ook nog gezegd: “Dit is niks voor jou, straks wordt het teveel en dan gaat je studie ten gronde”. Ze snappen het niet en ze willen mij ook niet snappen lijkt het.

Toet, Toet, hoor ik. Ik schrik op uit mijn gedachten en zie een mooie auto voor mijn neus staan. Het raampje wordt opengedraaid en Viktor roept iets naar me. Ik hoor het niet, maar ik stap gewoon in. “Goedendag, Ik ben Viktor Fischer” en hij steekt zijn hand naar mij uit. “Goedemiddag, Hanna van Vliet”, zeg ik terug en ik geef hem een hand. “Waar wilt u heen, mevrouw van Vliet?”.  “De mooie toekomst”, zeg ik lachend terug en Viktor start de motor. Als we weg rijden zie ik Inge uit de deur stappen en raar kijken.  Ik begin te lachen. “Waarom lach je?”, vraagt Viktor. “Oh, ik zag mijn vriendin het studentenhuis uitstappen en die keek heel raar”.  “Ik weet niet precies hoe we nu de stad uit moeten”, zegt Viktor. “Gelukkig heeft u TomTom Hanna aan u zijde. Bij de stoplichten naar links” en ik wijs naar de stoplichten.

“Hier naar links en dan zijn wij er”, zeg ik tegen Viktor, maar dat wist hij natuurlijk al. Hij draait zijn auto de bocht om. We wachten twee seconde en dan gaan de slagbomen open. Hij stuurt zijn auto en nu zie ik pas dat iedereen zijn eigen plekje heeft. “Oeps”, zeg ik. “Ik heb vorige week op jou plekje gestaan”, zeg ik als ik zie dat hij hetzelfde plekje kiest als waar ik afgelopen zaterdag stond. “Ik vergeef het jou wel” en hij knipoogt naar mij. We stappen uit en ik kijk eens goed om me heen. Ik zie de mooie bomen. Het is vandaag 19 februari en de lente lijkt er alweer aan te komen. “Kom je”, hoor ik uit de verte. Ik draai me om en zie Viktor al bij de deur staan. Ik loop snel naar hem toe en hij laat mij voorgaan. Wat een charmante heer is hij toch. Ik loop naar binnen en zie gelijk heel de selectie lopen. Ik kom erachter dat het 19 Februari is, hoe kon ik dit vergeten. Vandaag is de eerste wedstrijd in de Europa League. Viktor loopt tussen de spelers door, maar ik wacht even totdat ze allemaal langs zijn. De laatste twee zijn Davy en Nicolai. “Hey, wat doe jij hier”, zegt Nicolai tegen mij. Davy kijkt verbaasd. “Ik krijg een contract en Viktor gaat mij nu een rondleiding geven”, hoor ik mijzelf zeggen. “Leuk hoor, veel succes”. “Jullie veel succes, jullie kunnen het vanavond”. Ik loop achter Davy en Nicolai langs. Dat is nou hoe ik moet zijn. Niet schrikken als twee goede sterren voor mij staan, maar gewoon goed reageren. Dat is de nieuwe ik. “Kom nou”, roept Viktor. “Je bent wel een dromer, he”. Ik zeg: “Sorry, klopt, behalve in het veld”. “Wanneer mag jij weer gaan meespelen?”, vraag ik aan Viktor. “Uhm, ik hoop maandagavond mee te doen met Jong Ajax”. Hij pakt me bij m’n arm en trekt me dit keer mee. “Op naar de kleedkamers”.

“Zo, dus dit is de toekomst”, zegt hij als we weer terug zijn in de kantine. “Wil je wat drinken”. “Ja lekker”. “We kunnen ook ergens wat gaan drinken. De selectie komt straks terug dus dan hebben we wat meer privacy. Ik weet nog bijna niks van je”, zegt Viktor en hij krijgt een schattig lachje op zijn gezicht. “Ja, is goed” en volgens mij komt er bij mij een veel te grote lach op mijn gezicht. We lopen naar de auto en rijden naar ‘Het muntje’. “Dit is het cafeetje waar wij altijd feest vieren na belangrijke overwinningen”, zegt Viktor en ik kijk eens goed rond. Dit cafeetje komt me wel bekend voor, maar ik weet niet meer waarvan. Viktor en ik gaan zitten en een ober komt naar ons toe. “Kan ik jullie van dienst zijn?”. Ik kijk op de menukaart en heb al snel gekozen. Ik kijk op van de kaart en zeg: “cappuccino Latté”. “Mij ook” hoor ik Viktor zeggen. De ober loopt weg en komt al snel terug. “Was jij hier gisterenavond ook?”, vraagt hij aan mij. Ik kijk hem aan en ik heb geen idee. Ik heb geen idee wat er gisterenavond gebeurd is. Ik weet alleen dat Rik mij wilde en dat ik dat totaal niet wilde. Ik heb veel te veel gedronken gisteren avond, dat weet ik nu ook wel weer. “Ik heb werkelijk geen idee”, zeg ik tegen de ober en ik begin te lachen. Hij zegt: “Dan was jij het, je had veel te veel op”. Ik zeg “Oeps” en volgens mij worden mijn wangen zo rood als een rode kaart. De ober zet de mokken neer en loopt weg. “Lekker losgegaan gisteren?”. “Ja, ik denk het. Het enige dat ik nog weet is dat ik nog één avondje los wilde gaan, voordat ik mijzelf 200% ging inzetten voor Ajax Vrouwen” zeg ik een beetje beschaamd terug. “Als je bij Ajax speelt, dan mag je ook nog wel feesten hoor”, zegt Viktor geruststellend. “Er is niks om je voor te schamen”. Ik kijk hem eens goed aan en zie dat hij het meent. “Je bent wel erg schattig als je je schaamt”. Ik kijk hem nog steeds aan en begin een beetje te lachen. Dan hoor ik mijn telefoon afgaan. Het is Inge. Ik klik hem weg, maar 3 seconden later belt ze me weer. “Neem hem maar op hoor”, zegt Viktor. Ik neem hem op en hoor Inge in paniek aan de andere kant: “Hanna, waar ben je? Ik ben mijn boek kwijt en we hebben morgen die toets”. “Ik zit even wat te drinken. Ik kom zo naar huis. Rustig maar. Volgens mij ligt je boek, onder het koffiezetapparaat. Daar heb je hem vanochtend voor het laatst gebruikt”.   “Thanks, ik hou van jou. Vertel me straks alles”. Ik hang op en denk bij mezelf hoe stom ik kan zijn dat ik die toets vergeten bent. Ik stop mijn mobiel in mijn tas en als ik omhoog kijk zie ik Viktor al staan. “Kom we gaan, het klonk alsof ze je nodig had”. O nee denk ik bij mezelf. Het is waar, ik moet naar huis, maar het was zo gezellig. Ik sta op en ben een beetje bang dat deze middag nu verpest is. “Heb je een toets morgen?”, vraagt Viktor. “Jammer genoeg wel ja en de wedstrijd wil ik vanavond ook niet missen, dus ik moet echt gaan leren”. We stappen de auto in en de hele terugrit zeggen we niks meer. De stilte voelt een beetje raar, maar ook weer niet.

Dubbel levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu