I The Truth I

1.8K 131 34
                                    

Uriel had een vreemde blik op zijn gezicht terwijl hij naar me staarde. Hij keek naar me alsof ik gestoord was, wat ik niet zo'n verassende gedachte vond. Natuurlijk klonken mijn woorden absurd, maar de flashback had zó echt aangevoeld. Alsof het echt gebeurd was; maar dat was het ook. Daar was geen twijfel over mogelijk. Ik was de dochter van de Duivel, en Azrael, de engel van de dood, was mijn verloofde.

"Ik... Ik weet niet wat ik moet zeggen," begon Uriel, hoofdschuddend, "hoe kun je dat in vredesnaam allemaal weten, Arielle?"

"Toen Azrael me kuste," begon ik, negerend hoe Uriel scherp inademde toen ik zijn naam zei, "-leek het wel alsof ik terug in de tijd werd getrokken. Ik was prinses Arielle, prinses van de Hel," ik grimaste. "Het was alsof alles daar aan mij toebehoorde. Ik had zelfs een hofdame, Xandra, die een oogje had op Sariël," zei ik. Ik keek Uriel veelbetekend aan toen ik dit zei; het was overduidelijk over welke Sariël en Xandra ik het had.

"Maar dat is niet mogelijk," hij schudde zijn hoofd. "Je had eerst nog nooit van Xandra of Sariël gehoord!" Hij leek verbaasd te zijn, en dat was ik ook, geloof me, maar het voelde allemaal zo echt aan in mijn hoofd dat ik het niet kon ontkennen. Xandra was mijn beste vriendin geweest, en Sariël haar geliefde. Het klikte allemaal in elkaar als een puzzel, alhoewel de stukjes vervormd en vaag waren.

"Dat weet ik. Het lijkt wel alsof ik mijn geheugen kwijt ben. Ik weet nog steeds niet alles, maar Azrael... toen hij mij kuste leek alles ineens terug te komen," ademde ik uit. "Maar het is zo vreemd, aangezien het allemaal echt voelt, maar jullie er niets vanaf weten."

Uriel fronste en liet zich op het bankje zakken, voorzichtig mijn benen op zijn schoot trekkend. Ik had op het bankje gelegen voordat ik wakker werd en was rechtop wakker geschoten toen ik uit de tijdreizende droom was ontsnapt.

Ineens kreeg Uriel een grimas om zijn lippen, en keek me bezorgd aan. "Ik denk dat ik wel een idee heb wat er speelt."

"Hoezo?" vroeg ik, fronsend. "Wat is er aan de hand? Waarom weten jullie niets meer?"

"Waarschijnlijk heeft iemand je uit onze geheugens gewist. Iemand die heel erg krachtig is, en die vond dat het de bedoeling was dat je als een normaal mens opgroeide."

"In plaats van als een engel," vulde ik aan, waardoor Uriel's ogen drie keer in grootte groeiden. Voordat hij me kon onderbreken, vertelde ik hem hoe ik in de flashback vleugels had gehad, prachtige grote vleugels die bijna even groot waren als de zijne. Dat betekende volgens Uriel dat ik een erg krachtige engel was geweest.

"Iemand moet hebben gewild dat de verloving tussen jou en Azrael niet door zou gaan," begon hij, nog steeds fronsend. Hij opende zijn mond om verder te gaan, toen een lichtblauw licht in de verte begon te zoemen, wat erop duidde dat er meer mensen in aankomst waren. Mensen of engelen... of demonen.

Uriel hield mijn benen stevig vast, zijn ogen gericht op de blauwe massa een stukje verderop. Ik wist dat hij bezorgd was dat we demonen zouden tegenkomen, aangezien iedereen toegestaan en getolereerd werd in Dormia; zelfs demonen. We moesten op onze hoede zijn, ookal was dit een van de veiligste plekken op het moment. Ik was er best zeker van dat Azrael en mijn va- Lucifer, naar ons op zoek waren. Vooral naar míj.

Ik was ooit een krachtige engel geweest, volgens de flashback, maar dat was ik nu niet meer. Er klopte iets niet aan het hele verhaal, vooral omdat ik een totaal nutteloos mens was op het moment. Waarom zouden Lucifer me nog steeds willen? Het kon geen vaderliefde zijn, aangezien hij me bijna als vuil had behandeld door me in de kerker te gooien. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Er miste gewoon iets...

Voordat ik nog verder kon overpeinzen, stapte Rafael ineens uit het portaal. Uriel liet mijn benen los, schoof ze zachtjes aan de kant en liep naar voren om zijn broeder te begroeten. Ik hoorde ze zachtjes praten, maar kon niet echt verstaan wat ze zeiden. Af en toe keken ze mij uit hun ooghoeken aan, maar wendden al snel weer hun blikken af. Ik raakte gefrustreerd en probeerde op te staan, maar mijn benen voelden als pudding aan en ik zakte bijna in elkaar. Gelukkig was Uriel er om me op te vangen, me een berispende blik gevend. "Arielle, voorzichtig," mompelde hij. Hij sloeg zijn arm om mijn middel om me overeind te houden. Mijn hart maakte een sprongetje toen hij dat deed, en ik vocht hard om de idiote glimlach van mijn gezicht te houden.

Skyfall #1 [Nederlands] [Netties2016] [herschrijven]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu