I The Escape I

1.7K 124 15
                                    

"Azrael..." begon ik langzaam, terwijl ik met grote ogen naar hem staarde. Hij keek boos terug, vooral naar de armen die Uriel om me heen had geslagen. Daar heb jij voor gezorgd, jij stomme Mixer! wilde ik naar hem schreeuwen, maar ik deed het niet.

"Dacht je nou echt dat je haar terug kon pakken? Dat het zo makkelijk zou zijn, jij verdomde aartsengel," snauwde Azrael Uriel toe, terwijl hij zijn zwaard trok. Toen zijn hand het aanraakte, kreeg het een zwarte gloed over zich, waardoor de kamer duidelijk een paar graden in temperatuur daalde. 

Ik huiverde. "Mij terug kon pakken, Azrael? Ik ben niet iets om te bezitten!" schreeuwde ik hem toe. Wat dacht die verdomde Mixer wel niet? Dat ik een mooi standbeeldje was voor in Lucifers en zijn paleis? Wat een idioot.

Langzaam trok Uriel me overeind, nadat hij zelf was opgestaan, en duwde me zachtjes achter zich. Hij wilde me beschermen, dat wist ik. Maar ik wilde niet dat het uit zou komen tot een gevecht. Ook al wist ik dat Azrael aan de verkeerde kant stond, ik wilde niet dat iemand hem pijn deed. Hij was hier alleen voor míj. Ik zou dit moeten oplossen.

"Dat ben je wel," zei Azrael, met een gevaarlijke randje aan zijn stem. "En dat weet je nu ook, of niet... prinses?"

Ik grimaste bij het horen van die benaming, en sloeg mijn ogen neer. Azrael lachte. "Ik wist wel dat toen ik je kuste, je ook iets voelde. Het was overduidelijk dat het in je zat, opgesloten. Maar je weet nog niet alles. Je ware krachten zijn nog niet naar buiten gekomen. Nu ben je zwak... een mens. Wil je niet je vleugels terug? Je krachten?" 

Bijtend op mijn lippen, vermeed ik Uriel's, maar ook Azrael's, blik. Aan de ene kant wilde ik dolgraag mijn vleugels terug. Nu ik wist wie ik was, en wie ik voorbestemd was om te zijn, was ik uit op mijn ware ik; de engel. Ik was niet bestemd voor een normaal mensenleven. Ik was altijd al een engel geweest, maar mijn vleugels en krachten waren afgepakt door krachten die ik niet begreep. Niemand in deze kamer leek te weten wat er gebeurd was; het enige wat ik wist was dat mijn krachten en vleugels weg waren genomen. Poef. Ineens. Verder was alles onduidelijk en vaag. 

"Hou je mond, Azrael," gromde Uriel. Zijn handen begonnen wit te gloeien van de bliksem die hij maakte. Ik legde mijn hand op zijn bovenarm, wetende dat als hij Azrael zou aanvallen, we allen in gevaar zouden zijn. We konden dit beter oplossen met een gesprek... als normale... mensen? Engelen? Whatever. Uriel haalde diep adem. "Dit is Arielle's beslissing, niet de jouwe."

"Het is de mijne!" gromde Azrael hem toe. "Het is de wens van Arielle's vader om ons te verbinden, maar jij ontkent dat. Dit is allemaal jullie schuld!" schreeuwde hij. Met zijn toon veranderde de sfeer in de kamer, Rafael, Raziël en Uriel keken allemaal grimmig toe hoe de Indra hun zwaarden en bijlen pakten, klaar voor de strijd.

Ik wist dat we hier weg moesten, omdat we anders nooit de waarheid zouden krijgen. We moesten Michael vinden, om te weten wat er was gebeurd. "Het is míjn beslissing," vertelde ik hen allemaal, mijn ogen vastberaden. "Ik ga Michael vinden, en niemand kan me tegenhouden."

"Michael?" vroeg Azrael ongelovig. "Die kerel die-"

"Hou je mond," siste Raziël, die hem gevaarlijk aankeek. "Wat het meisje wil zijn jouw zaken niet, demon," spat hij hem toe. "Dat is volledig haar zaak. Michael is de enige die haar kan helpen dit op te lossen."

De paniek die ik in Azrael's ogen zag, verontruste me. Ik wist niet wat er aan de hand was, maar het leek alsof hij het niet zo'n goed idee vond als ik Michael vond. Ik huiverde bij de gedachte dat Michael me iets aan zou doen. Maar dat zou hij nooit doen, toch? Hij was een goede aartsengel, net als Rafael en Uriel. "Wat-" begon ik, maar Raziël onderbrak ons nogmaals.

"Ga, Uriel, neem Arielle mee door een portaal en verdwijn! Rafael en ik houden ze wel tegen," zei hij met een grimas. Ik zag een vreemde blik in zijn ogen toen hij naar mij keek, maar ik knikte alleen maar. Na Raziëls woorden, hoorde ik Azrael grommen en naar voren stormen, de Indra met hem mee schreeuwend. Het gevecht barstte los, en ondanks de ongelijke aantallen, leken de aarstengelen sterker te zijn. Ik wist wel dat we niet veel tijd hadden.

Skyfall #1 [Nederlands] [Netties2016] [herschrijven]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu