I Lost I

1.9K 133 91
                                    

Arielle,” fluisterde iemand in mijn oor, waardoor ik uit mijn dromenland werd gestoot. Ik stootte mijn hoofd bijna tegen de muur toen ik met een ruk rechtop zat, mijn ademhaling onregelmatig. Het was alsof… alsof iemand tegen me gesproken had, maar ik was net pas wakker geworden... Dus… was het in mijn dromen gebeurd?

Mijn blik gleed naar rechts, en ik keek naar Sariël. Zijn ogen waren gesloten, zijn ademhaling regelmatig en zijn lichaam opgekruld in een bal, zijn vleugels beschermend om hemzelf heengeslagen.

Zuchtend, stopte ik een verdwaalde rode pluk haar achter mijn oor en tuurde de duisternis in. Hoe laat was het? Mijn lichaam had geen idee wanneer het avond of dag was, aangezien het de meeste tijd pikdonker was in deze kerker. Het liefst had ik om iemand geroepen, om wat meer te weten te komen, maar ik wilde Sariëls slaap niet verstoren, zeker omdat ik wist wat hij allemaal door had gemaakt.

Ik had hem alles verteld. Over mezelf, over hoe ik hier terecht was gekomen en over de rest; en dat ze allemaal dachten dat hij dood was. Zelf had hij er niets van begrepen, vooral omdat het niet ongewoon  voor hem was geweest om naar Hel te reizen. Hij was immers de brug tussen Hemel en Hel. Het leek allemaal zo onlogisch. Alles was gewoon zó onduidelijk.

Een zacht gestommel deed me opkijken, en verbaasd keek ik toe hoe Azrael binnen kwam lopen met een bos sleutels in zijn hand. Gingen ze me vrijlaten? Hoopvol volgde ik de ex-aartsengel met mijn ogen, wachtend op het verlossende woord.

Azrael rolde met zijn ogen toen hij me zag kijken, en stopte de juiste sleutel in het sleutelgat van mijn celdeur. “Dit is alleen maar tijdelijk,” zei hij mompelend.

“Ik snap nog steeds niet waar jullie míj voor nodig hebben,” zuchtte ik geïrriteerd.

Azrael knarste met zijn tanden. “Dat kan ik niet vertellen.”

“En waarom niet?” vroeg ik, boosheid in mijn stem glijdend. “Het is míjn leven.”

“En ook het mijne,” snauwde hij terug. Ik deinsde achteruit door de woestheid van zijn stem. Het leek wel… alsof ik dat ergens eerder had gehoord. Die boosheid… die stem… Ik schudde mijn hoofd. Mijn hoofd was een complete warboel, en ik had geen idee wat me ertoe bracht om te denken dat ik Azrael ooit eerder had ontmoet. Nou ja, voordat hij mij gekidnapt had.

“Jezus, iemand heeft hier een wedgie gehad,” mompelde ik, een beetje teruggetrokken.

Azrael fronste, klaarblijkelijk niet begrijpend wat mijn woorden betekenden. “Wat?”

“Niks.” Ik rolde met mijn ogen. “Waar heb je me voor nodig?”

In de tussentijd was ik op gestaan, wetend dat hij me ergens voor nodig had. Ik zat hier nu al drie dagen, jammer genoeg. Er was nog geen enkel teken geweest van een redding, maar dat doofde mijn hoop niet. Ik wist dat Uriel me zou komen halen uit deze Hel. Ja, dat was een woordspeling.  Ha. Ha.

Ik grijnsde om mijn eigen domme grap en zag Azrael verbaasd naar me staren. Hij schudde zijn hoofd als antwoord en opende mijn celdeur, me toegang tot de buitenwereld verschaffend. Zuchtend van opluchting stapte ik de cel uit, en greep mijn kans. Voordat Azrael het door had, was ik al weggerend, de donkere gangen van het Kasteel in, de gekwelde zielen onder mijn zolen negerend.

Ik hoorde een geïrriteerde zucht achter me, voordat armen om mijn middel heen werden geslagen en me tegenhielden. Ik gilde en probeerde me te verzetten, maar Azrael’s greep was te strak, en zijn armen zaten als ijzeren klemmen om mijn middel geslagen.

“Dacht je nou werkelijk te kunnen ontsnappen, mi’xa?” grinnikte hij tegen mijn haren, zijn armen nog steeds strak om me heen.

Ik rolde met mijn ogen. “Wat moet dat nou weer betekenen? Je weet dat ik geen… ‘rare-engelen-taal’ spreek,” zuchtte ik geïrriteerd. “Kun je me niet gewoon laten gaan?”

Skyfall #1 [Nederlands] [Netties2016] [herschrijven]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu