hoofdstuk 1

347 13 2
                                    

De takjes knerpen onder mijn voeten. Ik kom het bos uit en neem een afslag naar links om langs de weg verder op het voetpad te wandelen. De wind strijkt langs mijn haren en ik stop mijn hoofd zo diep mogelijk in mijn sjaal weg om de kou af te weren. Nog maar vijf minuutjes en ik ben thuis...

Een lichte tik op mijn schouders zorgt ervoor dat ik opspring van verschot. Natuurlijk, daar is er wéér eentje. Licht gefrustreerd draai ik me om. Deze keer is het een vrouw van rond de dertig. Voor ik mijn mond opendoe om een woord met haar te wisselen check ik eerst of er niemand in de buurt is. Mooi, we zijn alleen. Alsof mijn gedachten uitgesproken zijn, komt er net op dat moment een lichtgrijze Audi aangereden. 'Kunt u me helpen?' vraagt de vrouw opgejaagd. Ik wacht tot de Audi voorbijgereden is en open dan mijn mond. 'Ga maar door me heen,' zeg ik met mijn armen opengespreidt. Ze kijkt me aan met het gezicht van een kleuter die moet leren fietsen. 'Ik weet niet wat dit is,' zegt ze. Ze probeert haar arm om de mijne te sluiten maar die glijd vlak door mij heen. 'Wat is er met me? Help me alsjeblieft, ik dwaal al heel de dag door en jij bent werkelijk de enige die iets tegen me zegt. Ben ik soms onzichtbaar?'

Ik slaak een geërgerde zucht. Mooi, ik heb een verwarde te pakken. 'Mevrouw, of meid ik heb werkelijk geen idee wie je bent, maar één ding weet ik absoluut zeker: je bent niet meer onder ons. Nou ja, fysiek wel en zo, maare om een lang verhaal kort te maken, je bent euhm, je bent dood mevrouw.'

De uitdrukking op haar gezicht is echt geweldig. Moesten geesten op de foto kunnen, zou ik nu meteen een selfie met haar nemen. Eerst is ze totaal verbijsterd en dan schakelt ze lichtjes om naar ongeloof en dan dringt de harde waarheid door haar door. Plots grijpt ze me bij de arm met die zelfzekere kracht die de overgang bepaalt. Mijn humor slaat om in pure concentratie en ik voel hoe ze door me heen vloeit. En dan, is ze zomaar verdwenen. Ik blijf nog even staan om te bekomen en draai me dan om om verder naar huis te wandelen. Gelukkig bleef ze geen vragen stellen. Sommige geesten kunnen zo urenlang doorgaan. Mijn langste stalking duurde zo'n twee weken. Er was een of andere creepy vent van in de vijftig die me volgde tot aan huis en daar dan aan de deur bleef staan tot ik terug buiten kwam om me vervolgens weer te volgen. Het hield op wanneer ik hem met een urenlang gesprek heb weten te overtuigen dat de 'hemel' mooi was. Alsof ik daar enig idee van heb...Maar die idioot geloofde het dus voor mij was het prima. Er zijn er nog al geweest die ik met mooie praatjes kon wegkrijgen. Je hebt zo de verschillende types daarin. De meest voorkomende soort zijn de Snellers. Die zeggen soms niet eens iets tegen je. Ze vloeien gewoon door je heen en dan krijg je zo een schok door gans je lichaam. Op school krijg ik dan van die vragen als:'Gaat het?' of 'Voel je je niet goed, Linde?' Mijn bloeddruk stijgt dan altijd van de ergernis. Ik wring dan mijn lippen samen tot een sober lachje en zeg dan dat alles oké met me is. Een tweede soort zijn de Verwarde geesten zoals de dame daarnet. Die weten meestal van niks en zijn dood door een ongeluk of vermoord of iets. Het irritante daar aan is dat ze je lopen te stalken tot je hun vragen beantwoord. Sommige houden op een bepaald moment op en beseffen dat ze door me heen moeten gaan. Ik ben dus eigenlijk een beetje de poort naar de geestenwereld. Doet het pijn als ze door me heen gaan? Nee dus. Het is soms wel verschietachtig en het geeft een soort raar gevoel die nauwelijks te beschrijven is. Om tenslotte het rijtje af te ronden hebben we dan ook nog de laatste soort: namelijk de Staarders. Die zijn gewoon akelig. Ze kijken je aan met zo'n blik van: 'Ik kom je halen vannacht' en hebben zo een Darth Father achtig uiterlijk, meestal. Niet dat je daar ooit echt kunt op lijken, maar je zou ze eens moeten zien. Je zou vast en zeker ook aan Darth Father denken. Ik loop de oprit van mijn huis op en toets de juiste code in. De poort gaat langzaam open en ik wacht tot ik eronder kan glippen. 'Hey,' begroet ik mijn moeder vluchtig.

'O, mooi. Je bent thuis. Zou je even willen beginnen met het eten? Ik ben doodop en papa moet overuren werken,' zegt ze. De vermoeidheid is duidelijk hoorbaar in haar stem.

'Tuurlijk!' zeg ik zo enthousiast mogelijk terwijl ik door mijn knieën buig om Brutus, onze grote, lompe bulldog een kusje op zijn kop te geven. Ik sta terug op en loop naar de opslagkamer om een pan te nemen. Door het kleine raampje verschijnt opeens een gezicht.

Oh nee, niet weer.

GhostgirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu