hoofdstuk 14

92 7 4
                                    

Wanneer ik de volgende dag in de Ikea loop, duikt Oliver ineens voor me op. Ik schrik niet omdat ik wel ergens verwacht had dat hij me dit moment van de dag zou komen storen. 'Ja?' vraag ik lichtelijk geërgerd. Hij opent zijn mond en sluit die dan weer, alsof hij zich bedenkt. 'Het spijt me,' volgt er tenslotte. 'Ik had niet zo moeten doordringen met dat ouija-bord en het spijt me dat je onder je voeten gekregen hebt van je ouders door mij en dat je nu voor ze naar de winkel moet om een identiek tapijt te kopen.'

Mijn ouders waren gisteren inderdaad behoorlijk furieus geweest. Ik stond ten eerste met mijn mond vol tanden omdat het behoorlijk gek zou zijn als mijn uitleg: 'Ik ben een geest aan het helpen zodat hij zijn moordenaar kan vinden,' geweest zou zijn. Dus dan heb ik het maar beperkt door ze te vertellen dat ik ome Paul nog eens terug wou zien en ik hem wou oproepen. In eerste instantie is dat slechts lichtelijk geloofwaardig aangezien 'ome Paul' een oude dronkaard is geweest met een bierbuik. Zo een speciale band heb ik er nu ook niet mee gehad, maar mijn ouders geloven het en dat is alvast genoeg. 

'Excuses aanvaardt,' opper ik. 'Je mag me wel helpen met het vinden van een tapijt,' voeg ik er nog snel aan toe.

Hij knikt zo snel dat ik verbaast ben dat zijn hoofd er niet vanaf valt. Hij komt wat dichter bij me staan. 'Ik ben je dat verschuldigd,' zegt hij charmant. Op dat moment voel ik iets kriebelen in mijn buik. Ik kan het niet precies plaatsen, maar constateer wel dat ik het fijn vind. Met een glimlach, die overigens onwillekeurig op mijn gezicht verschijnt, wandelen we samen door de winkelrekken.

Die avond zit ik voor mijn computer. Oliver is er niet en ik maak gebruik van de gelegenheid om wat tijd voor mezelf te maken. Ik open een karaoke-filmpje op YouTube en zing uit volle borst mee met 'Hurt' van Christina Aguilera. Zingen is stiekem altijd al een hobby van me geweest. Tijdens de muzieklessen krijg ik soms complimenten en die neem ik dan bescheiden in ontvangst. Niet dat ik echt van plan ben iets met mijn stem te doen, ik hou er gewoon van om te zingen. Het brengt me tot rust. Ik zing net een hoge noot, wanneer Oliver tevoorschijn komt. Ik schrik me te pletter en val van mijn stoel terwijl ik halfslachtig blijf haken aan mijn muziekoortjes. Hij neemt het tafereel met een geamuseerde blik in zich op.

'Prachtig,' brengt hij aan. Ik veer beschaamd en woedend tegelijkertijd op. 'Ik had nu een momentje van de dag voor mezelf en jij komt dat weer verstoren!' roep ik verontwaardigd.

Hij rolt met zijn ogen. 'Komaan, zo erg is het toch niet dat ik je horen zingen heb?'

'Nee? Je lacht me anders wel uit,' zeg ik.

Hij kijkt me quasi-niet-begrijpend aan. 'Ik lach je helemaal niet uit. Ik vond het gewoon grappig!'

Ik wrijf mijn ogen uit en probeer mijn woede te laten bezinken. Met een diepe zucht hervat ik mijn stem: 'Je weet dat ik er af en toe nood aan heb om alleen te zijn. Ja? Daar hebben we het trouwens al over gehad. Ik wou deze avond gewoon eventjes ontspannen en dan kom jij dat weer lekker verpesten.'

'Ben ik dan zo een onaangenaam gezelschap?' vraagt hij fronsend. 

Ik schud mijn hoofd. 'Nee, maar je moet begrijpen dat meisjes tijd voor zichzelf nodig hebben.'

'O,' vormen zijn lippen. 'Dus je beweert dat je me niet onaangenaam vindt?'

Ik knik aarzelend terwijl ik me afvraag welke wending dit gesprek zal nemen. 

Er verschijnt meteen een brede glimlach op zijn gezicht. 'Dat is werkelijk het aardigste dat je ooit tegen me gezegd hebt, Linde!' 

'Wat? Nee!' Hij had mijn punt dat meisjes soms tijd voor zichzelf wilden duidelijk langs zich heen laten varen en zich gericht op zijn 'Oliverige belangrijkheden' zoals ik die maar al te graag noemde.

'Je hebt dus wel in een niet-zekere context toegegeven dat je me aangenaam vindt,' zegt hij enthousiast.

'Ja, ma...'

Hij onderbreekt me abrupt. 'Ik weet wel dat meisjes privacy willen. Voortaan beloof ik je met rust te laten op sommige avonden. Weet je wat? Ik start nu!'

Voor ik daar iets tegen in kan brengen lost zijn gedaante volledig op tot ik terug alleen in mijn kamer sta met mijn oortjes in mijn handen en mijn verbaasde zelf. Soms overvalt hij me toch met zijn vreemde welbehagen, maar op een of andere manier lijk ik dat niet erg te vinden. Ik sluit mijn computer af en ga slapen...




GhostgirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu