hoofdstuk 8

125 7 2
                                    

 woensdag, 8:40

Ik wiebel voortdurend met mijn voeten op en neer. Het idee dat Oliver nu alleen in mijn slaapkamer zit kan ik niet verdragen. Gelukkig wist ik hem te overtuigen dat 'school' mijn domein is en dat hij daar niet mag komen. Mevrouw Verhaege neemt het krijt en schrijft met grote letters iets op het bord. Ik doe niet eens de moeite te lezen wat er staat. Wanneer ze de rij begint af te gaan, schieten mijn zenuwen in werking.

De opdracht! Ik ben hem vergeten afwerken en hij ligt nog in mijn nachtkastje. 

Ik bijt op mijn lip wanneer mevrouw Verhaege aan mijn tafel komt. Mijn handen beginnen al te zweten van de angst. Als er maar één leerkracht is waar ik werkelijk schrik voor heb is het zij wel. Ze heeft de dodelijke ogen van een arend en een dikke rimpel in haar voorhoofd die me doet verstijven. Ik probeer zo zelfzeker mogelijk over te komen en schuif wat achteruit in mijn stoel. 'Ja. Ik ben de taak vergeten,' zeg ik lijzig.

Ze gaat ietwat rechter staan en neemt die bekende autoritaire houding van haar aan. 'Je bent niet goed bezig hé. Hoe komt het dat je hem niet af hebt,' zegt ze met een stem zo zuur als zwavel.

'Ik had geen tijd,' breng ik zachtjes uit.

Ze leunt naar voren en zet haar handen op haar bureau. Haar gezicht is nog maar enkele centimeters van het mijne verwijderd en ik ruik haar vieze adem. Het kost me enorm veel moeite om te ademen zonder een glimp ervan op te vangen. 

'Maak er dan,' krijst ze kraaierig.

Ze slaat hard op mijn bureau en draait zich vervolgens terug om om weer naar het bord te lopen. Ik werp snel een blik langs mijn schouder en trek een walgend gezicht. Een aantal leerlingen grinniken. Verhaege draait zich meteen weer om. 'Lachen jullie mij soms uit,' zegt ze snerpend met samengeknepen ogen. 

Er komt geen reactie en even is de klas gevuld met een gespannen stilte. Na een minuutje wordt deze onderbroken door de zure hoest van Verhaege. 'Linde je mag je opdracht driedubbel maken en morgen afgeven aan de leraarskamer,' zegt ze grimmig na haar ferme hoestbui.

Met een teneergeslagen moed neem ik mijn agenda erbij om het werkje te noteren in mijn agenda.

Imbeciele heks...

woensdag, 17:00

Met een ruk trek ik een cursusblad los van de rest van de blok. Ik krabbel er met woeste halen de titel van de opdracht op. 'Wat zit jouw dwars?' vraagt Oliver onderzoekend.

Ik draai rond op mijn bureaustoel. 'O een of andere lelijke heks moest me weer eens straffen. Door die bitch ben ik de helft van mijn tijd kwijt om natuurkunde te leren. Zo oneerlijk,' gooi ik er met wilde handgebaren uit.

Hij lijkt het wel grappig te vinden. 'Zitten er heksen op je school?' vraagt hij zogenaamd verbijsterd.

'Ha ha ha,' zeg ik droog.

Het blijft even stil maar dan voel ik een hand op mijn schouder. 'Wat moet je doen?' vraagt hij.

Ik toon hem de eerste versie van de opdracht die ik inmiddels bijna af heb. 'Dit, moet ik drie keer maken.'

'Ik wil wel helpen,' zegt hij tenslotte.

Ik kijk hem aan met een bekritiserende blik. 'Je bent een geest,' zeg ik.

Hij komt op mijn bureau zitten. 'Kijk,' toont hij met opgestoken handen. 'Ik zak er niet doorheen. Dat zei ik vanmorgen toch ook al met dat bed.'

'Ja, maar schrijven is dat niet een beetje te hoog gegrepen? Ik bedoel, moet je je dan niet de hele tijd concentreren om er niet door te doorheen te glijden. Jouw handschrift is trouwens helemaal anders dan het mijne. Nou, ik hoef je hulp niet. Je zou zelfs beter uit mijn ogen verdwijnen. Het is tenslotte door jou opkomst dat ik vergeten ben de opdracht af te maken en in te leveren.'

'Nou sorry hoor,' zegt hij vlak. Met een vloeiende beweging glijdt hij van mijn bureau af en gaat aan de andere kant van mijn kamer zitten. 

Ik negeer hem de rest van de avond en werk in stilte tot de opdracht af is. Tegen de tijd dat ik in mijn bed kruip komt Oliver op me af. 'Ik kan er toch niet aan doen dat ik dood ben,' zegt hij bars.

Ik ben overrompeld door zijn plotse aanval en duw het deken een stukje van me af. 'Nee, maar ik wil gewoon niet dat je me steeds volgt.'

'Ik ben hier nog maar een dag. Ben jij zo onverdraagzaam dan?'

'Nee!' schreeuw ik tot ik me er plots bewust van ben dat mijn ouders nog bijna geen kamer verder van me liggen. 'Nee,' herhaal ik op stillere toon. 'Kun je geen andere Poortwachter zoeken of zo?'

'Die zijn moeilijk te vinden. Het is trouwens jou eigen fout dat ik niet door je kan. Ik blijf bij je tot ik over kan gaan naar het verder leven. Zo werkt dat!' roept hij. 

'Ik heb er verdomme niet voor gekozen om geesten te kunnen zien. Ik ben zo geboren dus wieber maar lekker op.'

'Ik heb er niet voor gekozen vermoord te worden,' zegt hij bars.

Ik staak mijn aanval even. 'Wacht, ben je...vermoord?' vraag ik verbaasd.

'Ja,' antwoord hij vlak. 

 Ik ga wat meer rechtop zetten en trek mijn topje wat omhoog. 'Hé hoe ben je vermoord? Door wie?'

Hij lijkt even te twijfelen over zijn antwoord en wrijft met zijn handen door zijn donkere haren. 'Luister, ik was niet van de gemakkelijkste,' zegt hij langzaam. 

Hij gaat naast me op de grond zitten en steunt met zijn rug tegen mijn nachtkastje. 'Ik had een paar zaken met mijn vrienden. Die bleken niet zo eerlijk te zijn als ze zich voordeden en één ervan, een ruiger type, had een pistool bij zich. Ik wou nog wegrennen maar hij schoot me neer.'

Ik sla mijn handen geschrokken voor mijn mond. 'Meen je dat? Is je lichaam niet gevonden? Was het op het nieuws?' 

Ik weet dat ik wat meer timide zou moeten zijn in plaats van zo een vragenvuur op hem af te schieten, maar ik kan het niet helpen. Een moord, joch dat is gewoon keispannend. Eigenlijk zou het me wat sneller op gevallen moeten hebben. Hij lijkt trouwens even oud als mij en als iemand op zo een jonge leeftijd sterft moet er toch wat meer aan de hand zijn. Het had natuurlijk ook kunnen zijn dat hij een of andere ziekte  had zoals kanker of leukemie, maar dan zou zijn haar vast en zeker niet zo pluizig als nu zijn. Je bleef er als geest hetzelfde uitzien als hoe je er uitzag op het moment dat je doodging. In Olivers geval was dat een jongensachtige sweater met donkere broek en een stel sneakers. Ik had ooit al eens een naakte geest op me af zien komen. Ik zweer je dat ik binnen de seconde in mijn kamer verstopt zat. Een naakte vijftigjarige op je zien af komen rennen is nou niet bepaalt aandoenlijk. Sommige van mijn geesten waren ook zielig. Aan bepaalde kon je littekens bespeuren die zich gevormd hadden door pijnlijke ervaringen vlak voor hun dood. Terwijl ik Oliver zo sta te bekijken is er een detail waardoor ik wat argwaan krijg over Olivers moordverhaal.

'Als je dood ben blijf je toch in dezelfde staat als je was. Ik bedoel, kijk naar je, je bent doodgeschoten en ik zie niet eens een vlekje bloed op je kleren,' zeg ik onderzoekend. 

Hij lijkt even verbaast door mijn plotse opmerking. 'Daar heb ik zelf nooit over nagedacht,' zegt hij dan. 

Hallooo :) Ik weet het, dit is een iets te abrupt, onverwacht einde midden in een gesprek. Mijn hoofdstuk is trouwens al veeel langer dan normaal xD Hopelijk spreekt jullie het verhaal wel aan en blijven jullie doorlezen :D votes zijn ook altijd welkom... Het volgende hoofdstuk komt binnen een paar daagjes, waarschijnlijk zondag! 

XXX Melissaatje

GhostgirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu