Hoofdstuk 10

177 24 1
                                    

Eaken

Toen ik eenmaal beneden kwam zag ik dat alle spijkers en lampen waren omgegooid. Ik zag mijn moeder boven mijn zusje gebogen zodat er niks met haar zou gebeuren. "Wat is hier gebeurd?!" vroeg ik in shock. Mijn moeder keek op en zag mij bij de trapleuning staan. Ik zag de angst in haar ogen. "Weet ik niet. Opeens sprong alles van metaal naar beneden."zei ze. Ik keek naar de woonkamer en zag dat alles in puin zat. Ik liep voorzichtig naar mijn moeder toe en nam Eva van haar over. Ik bracht Eva naar boven naar haar kamer en zette haar op haar bed neer. Ik keek haar aan en zag langzaam een traan over haar wang worden. Ik pakte met mijn handen haar gezicht vast en veegde de tranen met mijn duimen weg. "Alles komt wel goed." zei ik rustgevend en ik gaf haar een knuffel. "Je hoeft niet meer bang te zijn Eva, het is voorbij. Er kan niks met je gebeuren." zei ik terwijl ik mijn schouder steeds iets natter werd. Ik liet haar weer los en keek haar aan.

"Probeer maar een klein beetje te slapen. Oké Eva?" Ik liet haar liggen en deed de deken over haar. Rustig liep ik weer naar buiten de trap af. Ik zag mijn moeder druk bezig met opruimen. Ik dacht laat ik haar maar een handje helpen en ik hurkte om alle spijker van de grond te halen. "Ga maar naar boven lieverd, ik doe dit wel." zei mijn moeder en ik liep weer de trap op naar mijn kamer.

"Hoe kon dit nou gebeuren?!" zei ik zacht tegen mijzelf terwijl ik de deurklink open deed. Ik ging op mijn bed zitten en staarde naar de muur. "Hoe kon dit nou?!" Opeens zag ik een lichtje schijnen door de weerspiegeling van het raam. Ik keek naar beneden en zag dat het mijn ketting was. Ik reikte naar het medaillon maar nog voordat ik het kon pakken werd alles wit waarna een groot zwart beeld volgde en ik viel weg.

The ElementsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu