Hoofdstuk 26

99 11 0
                                    

Saki

Als het meisje, wat blijkbaar Maura heet, uitgehuild is kijkt ze het plein rond. Ze vraagt iets in een vreemde taal, waarna Gaia knikt. Eaken,  Adan en ik kijken elkaar verward aan, maar Siënne heeft haar blijkbaar wel verstaan. "Heb je het haar verteld? Je weet dat dit hele uitverkoren -zijn geheim is? Je weet toch dat als gewone mensen er achter komen ze ons zullen gebruiken!" zegt, nee, schreeuwt ze bijna. Maura kijkt haar geschrokken aan en vraagt wat aan Gaia. Gaia zegt iets terug, waarna Maura krijgt een waterige glimlach op haar gezicht en ze weer wat tegen Gaia zegt. Gaia kijkt ons aan en begint te spreken. "Wees niet bang, ze zal niks zeggen." zegt ze op een rustige toon. Voor Siënne is het blijkbaar niet genoeg want zei staat nog steeds boos te schreeuwen. Ik besluit dat het beter is om haar even naar de andere kant van het plein te brengen, wat nog een enorme opgave blijkt omdat ze Gaia maar wil blijven vertellen hoe dom ze wel niet is. Als we eenmaal aan de andere kant zijn aangekomen vraag ik haar hoe ze Maura kon verstaan. "Kon jij dat niet dan? Ze spreekt gewoon Nederlands, maar dan met een accent. Ik denk dat ze uit Zuid-Afrika komt." zegt Siënne op verbaasde toon. Ik staar haar verbaasd aan. "Praat jij dan nu geen Japans met mij?" vraag ik haar. Ze schudt haar hoofd. "Nee, ik praat gewoon Nederlands. Het enige japans wat ik kan komt uit anime, en dat is ook niet veel meer dan Nani en Konitsiwa" zegt ze. We staren elkaar verbouwereerd aan. Hoe kunnen wij elkaar verstaan, terwijl we onze eigen taal praten? 

We staren elkaar nog enkele minuten aan, waarin ik een vaag, maar toch mogenlijk idee krijg. "Wat nu als dit nog iets is wat bij uitverkoren -zijn hoort?" vraag ik op een bijna fluisterende toon. Siënne kijkt me aan, maar knikt dan. "Dat zou nog best kunnen. Als ik heel eerlijk ben, kijk ik echt nergens meer van op!" zegt ze giechelend. Ik lach ook en ik trek haar weer mee naar de rest. Eaken en Adan staan nog steeds met een verbaasde blik naar Maura en Gaia, wat een best grappig plaatje geeft. Ik tik beide jongens op hun schouders waardoor ze zich meteen geschrokken omdraaien. Siënne en ik barsten weer in lachen uit, waardoor de jongens ons uitkijken alsof we gek geworden zijn. Als we uitgelachen zijn vraagt Siënne de jongens uit welk land ze komen. Adan blijkt uit de VS te komen en Eaken komt uit Mexico. Ze staren ons verbaasd aan, want ook zij dachten dat we de hele tijd hun taal spraken. Gaia spreken we hierover nog even niet aan, omdat zij haar handen nog vol blijkt te hebben aan Maura.  

Wij staan met z'n vieren nog wat te praten over onze uiterlijke veranderingen als er een felle lichtflits uit de glazen bol midden op het plein komt. Ik zie vanuit mijn ooghoeken dat Gaia snel Maura het bos induwt en haar tranen wegveegt. De vijf goden zweven weer het plein op. De watergodin begint te spreken. "Zoals jullie wel gemerkt hebben, hebben jullie nu jullie trainingskleren aan." zegt ze op een kalme toon. De dag die ik zojuist beleeft had speelt zich voor de honderdste keer af in mijn hoofd. De vrouw die me op kwam halen had me niet voor niets gewaarschuwd.

Na een rit van bijna drie uur kwamen we aan bij een grote toren die er niet al te verzorgd uitzag. Boven de ingang hing er een bord waarop "Hotel Miso" stond. Tenminste, dat hoorde erop te staan. Meer dan de helft van de letters ontbraken en de overgebleven letters stonden op het punt van vergaan. De vrouw wenkte me dat ik moest komen en ik stapte de auto uit. Ik probeerde zelfverzekerd over te komen, maar angst nam langzaam mijn hele lichaam over. De vrouw drukte op een knop naast de ingang en ze sprak in de intercom. Ze sprak zacht, maar toch kon ik de woorden "vers vlees" ontcijferen. Zodra ze klaar was met spreken keerde ze zich weer om naar mij.

"Er komt zo iemand om je op te halen. Ik moet weer verder. Vanaf nu sta je er alleen voor. En onthoudt, volg alle bevelen op." ze ze gehaast. Nog voordat ik iets terug kon zeggen stapte ze weer in de auto en reed ze weg. En ik bleef daar staan, starend naar de plek waar haar auto net nog stond, bang voor wat er verder nog zou komen.

Ik schrik op uit mijn gedachten als ineens de luchtgodin met haar hand voor mijn gezicht zwaait. "Hallo? iemand thuis?" vraagt ze met een giegel in haar stem. Ik kijk op en ik geef haar een lach waarbij zelfs een blinde nog zou zien dat hij nep was. De vrolijke uitdrukking op het gezicht van de godin slaat om naar bezorgdheid. "Vervelende dag gehad?" vraagt ze. Om die opmerking begin ik te lachen. Vervelend, de grootste onderschatting die ik ook gehoord heb.

The ElementsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu